• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/147

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

147 Cards in this Set

  • Front
  • Back

¡hola!

Hallo!

Bueno/-a

Goed

La tarde

De namiddag

Bienvenido/-a

Welkom

Usted

U

Usted es

U bent

El señor

De (mijn)heer

¿verdad?

Nietwaar?

Ja

Yo

Ik

Soy

Ik ben

Y

En

El secretario

De secretaris

De

Van

Mucho gusto

Aangenaam

Mucho/-a

Veel

El día

De dag

La señora

De dame/mevrouw

¿Cómo?

Hoe?

Muy

Heel

Bien

Goed

Adíos

Vaarwel

Gracias

Bedankt

Hasta

Tot

El jueves

De donderdag

Es

Is

La reunión

De vergadering

Buenas

Goedendag

Perdone

Pardon

¿Quién?

Wie?

¿Cómo?

Wat zegt u?

Una amiga

Een vriendin

Su

Uw

La hija

De dochter

Encantado/-a

Aangenaam

Buenas tardes

Goedemiddag/goedenavond

Buenos días

Goedemorgen

Soy yo.

Dat ben ik.

¿Cómo está usted?

Hoe gaat het met u?

¿Quién es usted?

Wie bent u?

Eres

Jij bent

Jij

Seguro que

Zeker dat

El español

De Spanjaard

Ser de

Komen uit

¿De dónde?

Vanwaar?

Holanda

Nederland

No

Nee

Bruselas

Brussel

El/la belga

De Belg(ische)

El/la estudiante

De student(e)

Estudiar

Studeren

El español

Spaans

También

Ook

Trabajar

Werken

En

In/te

Un hotel

Een hotel

Hablar

Spreken

Un poco

Een beetje

No

Niet

Difícil

Moeilijk

Fácil

Gemakkelijk

¿Qué tal?

Hoe gaat het ermee?

¿De dónde eres?

Waar kom je vandaan?

Soy de

Ik kom uit

¿Dónde trabajas?

Waar werk je?

Trabajo en

Ik werk in

Estudio español

Ik studeer Spaans

Hablo un poco de español

Ik spreek een beetje Spaans

Amberes

Antwerpen

Malinas

Mechelen

Brujas

Brugge

Lovaina

Leuven

Gante

Gent

Lieja

Luik

Preguntar

Vragen

Al

A+el

A

Aan

El quiosco

De kiosk

Hay

Er is/er zijn

La panadería

De bakkerij

Por aquí

Hier in de buurt

Bueno

Wel/nou

El pueblo

Het dorp

Tres

Drie

Pero

Maar

Aquí

Hier

Cerca

Dichtbij

Solamente

Slechts

Al final de

Aan het einde van

La calle

De straat

La plaza

Het plein

El banco

De bank

O

Of

La Oficina de Correos

Het postkantoor

Estar

Zich bevinden

Bastante

Nogal

Lejos

Ver

El telebanco

De geldautomaat

El centro

Centrum

Al lado de

Naast

La iglesia

Kerk

De nada

Graag gedaan

El/la turista

De toerist

Buscar

Zoeken

Varios/-as

Verschillende

¿Cuántos/-as?

Hoeveel?

Cuatro

Vier

Amable

Vriendelijk

Estar

Zich bevinden

San Sebastián

Stad aan de Cantabrische kust

Para

Om

Pasar

Doorbrengen

El fin de semana

Het weekeinde

Esta

Deze

Hermoso/-a

Mooi

La ciudad

De stad

Andar

Lopen/gaan

Por

Door/langs

La joven

De jongedame

La parada

De halte

El autobús

De bus

¡Oye!

Zeg, hé, hoor eens!

Por favor

Alstublieft

¿Qué?

Welke?

Necesitar

Nodig hebben

Para

Om te

Ir a

Gaan naar

La Concha

Baai en strand van San Sebastián

Pues

Wel/nou

A la derecha

Rechts

Con

Met

Unos/-as

Enkele

La palmera

De palmboom

El edificio

Het gebouw

Alto/-a

Hoog

Enfrente de

Tegenover

Pasarlo bien

Zich amuseren

Llegar a

Aankomen in/te

La chica

Het meisje

Perdona

Sorry

El bar

Het café

Moderno/-a

Modern

A la izquierda

Links

La suerte

Het geluk

¡A pasarlo bien!

Veel plezier!

¡Qué suerte!

Wat een geluk!