Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
24 Cards in this Set
- Front
- Back
Hormoonklieren (6) |
1. Hypofyse / Hersenklier 2. Glandula Thyroidea / Schildkier 3. Glandulae Parathyroideae / Bijschildklieren 4. Glandulae Adrenales / Bijnieren 5. Pancreas / Alvleesklier 6. Gonaden / Geslachtsklieren |
|
Hormoonregulatie |
* negatieve terugkoppeling = hormoonhoeveelheid in bloed te hoog, dan productie hormoon neemt af |
|
Hypofyse - Ligging - Opbouw + hormoonproductie |
Ligging: omsloten door hersenweefsel in sella turcica, uitholling in benige gedeelte schedelbasis Opbouw; voorkwab en achterkwab * verbonden met hypothalamus (regelcentrum hersenen) Hypofyseachterkwab = opslagplaats + doorgeefluik van; 1. antidiuretisch hormoon (ADH) (bevordert terugresportie van water in nieren, maakt geconcentreerde urine mogelijk) 2. Oxytocine (speelt rol bij weeën en moedermelk) Hypothesevoorkwab = produceert de volgende hormonen voor andere encodriene klieren in lichaam; 1. groeihormoon 2. thyrotroop hormoon / thyroid stimulerend hormoon (TSH); activeert schildklier 3. Adrenocorticotroop hormoon (ACTH); zet bijnier aan tot hormoonproductie 4. Gonadotrope hormonen (FSH + LH); invloed op testes en ovaria 5. Prolactine; vorming moedermelk |
|
Schildklier - Ligging - Functie |
Ligging = voorzijde hals, aan schildkraakbeen, twee kwabben * Activatie door TSH uit hypofysevoorkwab Twee hormonen: 1. Thyroxine (T4; 4 jodiumdeeltjes) 2. Tri-joodthyronine (T3, 3 jodiumdeeltjes) * beïnvloeden stofwisseling, reguleren snelheid verbranding * C-cellen produceren calcitonine (verlaagt calciumgehalte in bloed) |
|
Bijschildklieren - Ligging - Functie |
Ligging = aan weerszijden onder- en bovenpool schildklier Functie = produceren parathormoon (PTH) * heeft invloed op calcium en fosfaat in bloed, constant houden bloedcalciumspiegel * calcitonine werkt PTH tegen |
|
Bijnieren - Ligging - Functie |
Ligging = als kapjes op de nieren Bouw: - Cortex (schors) = buitenste laag - Medulla (merg) = binnenste laag Functie bijniermerg = productie adrenaline en noadrenaline (stimuleren hart, vernauwen bloedvaten, verhogen bloeddruk) Functie bijnierschors = productie van a. glucocorticoïden (zetten eiwitten in glucose om, bloedsuikergehalte stijgt) b. mineralocorticoïden (reguleren bloeddruk en water- en zouthuishouding. Terugresorptie water + natrium) c. androcorticoïden (oestrogeen + testosteron) |
|
Pancreas |
Exocriene klier = pancreassap uitscheiden * gaat naar duodenum Endocriene klier = eilandjes van Langerhans * bestaan uit alfacellen + betacellen (80%) Alfacellen: hormoon glucagon (=bloedsuikerverhogend, stimuleert omzetting van glycogeen, eiwitten en vetten in glucose) Betacellen: hormoon insuline (=bloedsuikerverlagend, stimuleert omzetting van glucose in glycogeen en vetzuren + eiwitten) |
|
Gonaden - Functies (2) - Hormonen in ovaria (2) - Hormoon in testes (1) |
Functie: 1) hormoonproductie 2) sperma- of eicelproductie Hormonen in ovaria 1) Oestrogeen --> in wand van follikels * zorgen voor groeispurt * opbouw van endometrium (baarmoederslijmvlies) * bevorderen ontwikkeling vrouwelijke geslachtskenmerken 2) Progesteron --> corpus luteum (geel lichaam) * zorgt voor secretiefase endometrium Hormoon in testes 1) testosteron * bevordert ontwikkeling mannelijke geslachtskenmerken * stimuleert spermatogenese (zaadcelproductie) |
|
Aandoening hypofyseachterkwab - Hypofunctie - Hyperfunctie |
Hypofunctie komt door afwijkingen in hypothalamus of gezwel in omgeving hypofysesteel * tekort aan ADH: diabetes insipidus * polyurie (veel plassen tot 15l per dag) * polydipsie (veel drinken) --> Behandeling is ADH kunstmatig toedienen Hyperfunctie * komt niet veel voor, teveel aan ADH, te veel water vastgehouden. --> vochtbeperking + soms medicijnen |
|
Aandoening hypofysevoorkwab - Hypofunctie - Hyperfunctie |
Hypofunctie = hypopituïtarisme (uitval met achterkwab erbij komt niet vaak voor) * amenorroe (uitblijven menstruatie wegens geen LH en FSH, bij mannen impotentie) * verminderde schildklierfunctie * verminderde bijnierfunctie * verminderde groei bij kinderen --> therapie: aanvulling van ontbrekende hormonen Hyperfunctie * veroorzaakt door adenomen (goedaardige gezwellen), overproductie van; a. ACTH, bijnierschors gaat te hard werken: ziekte van Cushing b. TSH, schildklier werkt te hard, hyperthyroïde c. groeihormoon; - jeugdige leeftijd = reuzengroei (gigantisme) - na puberteit = acromegalie (groei van neus, kaken, voorhoofd, handen, voeten, organen als hart en lever) --> therapie niet nodig |
|
Aandoeningen schildklier (5) |
* komen vaker bij vrouwen dan mannen voor * schildklier is altijd vergroot (struma of krop) 1) Endemisch Struma 2) Hypothyroïde 3) Hyperthyroïde 4) Thyroïditis 5) Schildkliertumoren |
|
Endemisch Struma |
* in bepaalde streek bij meer dan 10% bevolking = endemisch struma * komt door tekort aan jodium in voeding * te weinig schildklierhormoon opgeslagen Congenitale hypothyroïdie (CHT) * zwangere vrouw + te weinig jodium; kind ontwikkelt struma. Wordt gecheckt met hielprik 4-6 dagen na geboorte. Checkt ook op adrogenitaal syndroom en PKU (fenylketonurie, aandoening waarbij eiwitafbraak gestoord verloopt, geestelijke achterstand) |
|
Hypothyroïdie |
* onvoldoende afgifte schildklierhormoon, kan gepaard gaan met struma 1) Primaire hypothyroïdie * oorzaak ligt in schildklier * ontstaat door a. congenitale aplasie (geen of gebrekkige aanleg schildklier) b. enzymstoornis in schildklierhormoonsynthese c. ziekte van Hashimoto d. ernstige jodiumdeficiëntie e. na operatie voor hyperthyroïdie * vaak onduidelijk oorzaak: idiopatisch Secundaire hypothyroïdie * gevolg van allerlei afwijkingen in hypofyse Symptomen * traagheid * kouwelijkheid * obstipatie * haaruitval * myxoedeem (slijmzwelling van huid) op scheenbeen, tong en gezicht * stem laag * zenuwreflexen vertraagd * bradycardie TSH-spiegel hoog = oorzaak in schildklier TSH-spiegel laag = oorzaak in hypofyse --> Therapie: aanvullen schildklierhormoon |
|
Hyperthyroïdie - oorzaken (3) - symptomen (7) |
* veroorzaakt door overmaat schildklierhormoon a. ziekte van Graves (/Basedow) = difuus vergrote schildklier, uitpuilende ogen (exopthalmus) b. ziekte van Plummer = nodulair struma (knobbelig vergrote schildklier) c. minder vaak voorkomende ziektebeelden, Symptomen 1. vermagering (ondanks goede eetlust) 2. gejaagdheid 3. diarree 4. warmte-intolerantie 5. transpiratie 6. Hartkloppingen 7. menstruatiestoornissen (bij vrouwen) * trilling van handen als patiënt hand uitsteekt Behandelingen 1. Medicijnen (thyrostatica) 2. Operatie (subtotale strumectomie) 3. Radioactief jodium |
|
Thyroïditis (2) |
Schildklierontsteking a. Thyroïditis van De Quervain = virale aandoening, verkoudheid, pijnlijke hobbelige zwelling van schildklier, soms koorts, moeheid. b. Ziekte van Hashimoto = auto-immuunziekte eerst hyperthyroïdie, later hypothyroïdie door vernietiging van schildklierweefsel |
|
Schildkliertumoren |
* knobbel in schildklier * zelden pijnlijk * functie schildklier is normaal Goedaardig = nodus (knobbel) Functionerend schildklierweefsel = warm Niet-functionerend schildklierweefsel = koud Therapie = subtotaal of totale verwijdering schildklier + aanvulling met schildklierhormoon |
|
Hypofunctie bijschildklieren |
= Hypoparathyroïdie * kan aangeboren zijn maar meestal na schildklieroperatie waar per ongelijk bijschildklieren zijn weggenomen Symptomen: - verlaagde calciumspiegel - stijging fosfaatgehalte Bij ernstige hormoondeficiëntie = tetanie (spierkrampen over hele lichaam) Therapie: calcium toedienen |
|
Hyperfunctie bijschildklieren |
= Hyperparathyroïdie * ontstaat door adenoom Symptomen: - verhoogd calciumgehalte - verlaagd fosfaatgehalte * misselijkheid, braken, obstipatie, slappe spieren, gebrek aan eetlust * Calcium wordt voortdurend onttrokken aan botten; osteomalacie. * Hoeveelheid botweefsel vermindert, bot wordt smaller; osteoporose * meer calcium in urine = kans op nierstenen Therapie = adenoom chirurgisch verwijderen |
|
Stoornis bijniermerg - Hypofunctie - Hyperfunctie |
Hypofunctie Verwijdering bijniermerg = geen ziekteverschijnselen omdat autonome zenuwstelsel ook adrenaline + noadrenaline aanmaakt Hyperfunctie = feochromocytoom = tumor die overmatig adrenaline produceert * sterk verhoogde bloeddruk (paroxismaal, in aanvallen), misselijkheid, bleke gelaatskleur, hoofdpijn, transpiratie |
|
Stoornis bijnierschors - Oorzaken (4) - Hypofunctie - Hyperfunctie |
Oorzaak = bloeding, tumormetastasen, tbc, auto-immuunprocessen Hypofunctie (zeldzaam) = Ziekte van Addison * tekort aan glucocorticoiden = lage bloedsuikerspiegel * tekort aan mineralcorticoiden = verlies natrium, vasthouden kalium, lage bloeddruk, vochtverlies, moeheid, verminderde eetlust, misselijkheid/braken * tekort aan androcorticoiden valt nauwelijks op Addison-shock = dood door shock Therapie = toedienen bijnierschorshormonen Hyperfunctie = syndroom van Cushing = verhoogde productie van glucocorticoiden Oorzaak is tumor bijnierschors of gezwel in hypofyse Symptomen syndroom Cushing a. bol gelaat (vollemaansgezicht) b. dikke romp door meer vet, dunne extremiteiten c. dunne slappe spieren d. dunne atrofische huid e. soms diabetes mellitus f. verminderde weerstand infecties, vertraagde wondgenezing, osteoporose, hypertensie |
|
Oorzaak verhoogde cortisolspiegel |
* Tumor in hypofyse = ACTH verhoogd * Autonome productie van cortisol = ACTH verlaagd Verhoogde ACTH = ziekte van Cushing (ipv syndroom van Cushing) Overmaat mineralcorticosteroïden = overmaat aan aldosteron (hyperaldosteronisme). Bloedsuikerspiegels van natrium en kalium verstoord. Overmaat androgenen = adrenogenitaal syndroom * virilisatie (toename mannelijke geslachtskenmerken) |
|
Aandoeningen alvleesklier: Diabetes mellitus - Typen (2) - Symptomen (5) - Gevolgen (3) - Therapie (3) |
Eilandjes van Langerhans produceren onvoldoende insuline. Type I (insulineafhankelijke diabetes mellitus, IADM) * op jonge leeftijd verkregen * eilandjes v L produceren weinig/geen insuline * oorzaak = auto-imuunproces, of erfelijk Type II (niet-insulineafhankelijke diabetes mellitus, NIADM) * op latere leeftijd verkregen * Eilandjes v L produceren voldoende insuline maar cellen zijn ongevoelig geworden * oorzaak = leeftijd + overgewicht Symptomen a. Polyurie (veel glucose in voorurine) Niet te hoge bloedsuikerspiegel = terugresorptie glucose door tubuli mogelijk, anders glucosurie (afvoeren glucose met urine) b. Polydipsie (hevige dorst) c. Moeheid en Polyfagie (vaak honger) d. Veranderde vetstofwisseling (diabetische ketoacidose = verhoogde zuurgraad in bloed) e. Verhoogde neiging tot infecties Chronische gevolgen a. Atherosclerose op jonge leeftijd (80% van patiënten met diabetes mellitus overlijdt aan hartinfarct) b. Microangiopathie (aandoening kleine bloedvaten); netvliesbloedingen, blindheid, nefropathie (nierfunctie gereduceerd tot nul in 2 jaar) c. Aandoeningen zenuwen (sensorische + motorische uitval, en stoornissen autonome zenuwstelsel, bv incontinentie) Therapie a. Bij overgewicht: vermagering b. Dieet gericht op bestrijding hyperglykemie c. Medicijnen; orale antidiabetica of insuline (per injectie) |
|
Hypoglykemie Hyperglykemie |
= te hoge bloedsuikerspiegel; belangrijke bijwerking insuline * ontstaat door overdosis insuline, ongeregeld eten, onverwacht zware lichamelijke arbeid verrichten * symptomen: duizeligheid, honger, klamme huid, trillingen, spiertrekkingen, hartkloppingen * te lang = hypoglykemisch coma Therapie = toedienen glucose of glucagon Therapie hyperglykemie = insuline + vochttoediening |
|
Aandoeningen geslachtsklieren |
Verlaagde productie geslachtshormonen = hypogonadisme Oorzaak bij mannen ligt in: a. Hypofyse * ontbreken hormoon FSH en LH * hypogonadotroop b. Testikels * genetische afwijking of castratie; FSH en LH spiegels zijn verhoogd * hypergonadotroop Hypogonadisme op jonge leeftijd = ontwikkeling geslachtskenmerken blijft achter. Behandeling = toedienen hormonen Oorzaak bij vrouwen (meestal amenorroe); a. Hypergonadotrope amenorroe (FSH en LH spiegels verhoogd, na operaties / vervroegde menopauze) b. Normogonadotrope amenorroe (FSH en LH zijn in normale concentraties aanwezig) c. Hypogonadotrope amenorroe (stoornis in hypofyse, FSH/LH verlaagd) |