Ak Hs 1 Begrippen

Front 1

achterland

Back 1

het gebied dat voor de aan -en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven

Front 2

alfabetieseringsrgraad

Back 2

geeft aan hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven

Front 3

beroepsbevolking

Back 3

alle mensen die tegen betaling werken, plus de werkelozen

Front 4

arbeidsintensief

Back 4

veel mensen werken aan 1 product er worden weinig machines gebruikt

Front 5

betalingsbalans

Back 5

overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een land plus buitenland

Front 6

BRIC-landen

Back 6

Brazilië Rusland India China: vier landen uit de semiperiferie met een snelle economische ontwikkeling

Front 7

bnp/ hoofd

Back 7

alles wat in een jaar in een land verdient wordt gedeeld door het aantal inwoners

Front 8

centrumlanden

Back 8

meest ontwikkelde landen

Front 9

distributieland

Back 9

land dat een belangrijke rol speelt in de verdeling van goederen over het achterland

Front 10

duurzame economische ontwikkeling

Back 10

ontwikkeling die ook op langere termijn zorgt voor welvaart en rekening houdt met het milieu en de grondstofvoorraad van een land

Front 11

eindproducten

Back 11

producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden

Front 12

extensief grondgebruik

Back 12

manier van grondgebruik waarbij de grond slechts in geringe mate bewerkt wordt, of waarbij het aantal stuks vee per hectare laag is. de opbrengst per hectare is laag

Front 13

formele sector

Back 13

het officiële deel van de economie. de activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid

Front 14

Gini-coëfficiënt

Back 14

een manier om de sociale ongelijkheid te meten. hoe hoger de coëfficiënt, hoe sterker de ongelijkheid

Front 15

globalisering

Back 15

proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden

Front 16

grondstoffen

Back 16

nog niet bewerkte goederen

Front 17

halffabricaten

Back 17

bewerkte grondstoffen (zit tussen grondstof en eindproduct in)

Front 18

handelsbalans

Back 18

overzicht van de waarden van goederen die in- en uitgevoerd worden

Front 19

informele sector

Back 19

het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd

Front 20

infrastructuur

Back 20

alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren (wegen, spoorlijnen, havens, glasvezel etc.)

Front 21

koopkracht

Back 21

hoeveel je in een land kan kopen voor 1 dollar

Front 22

lagelonenlanden

Back 22

landen in de (semi)periferie waar de lonen veel lager zijn dan in de centrumlanden. zij vormen een aantrekkelijk vestigingsgebied voor arbeidsintensieve bedrijven

Front 23

levensverwachting

Back 23

geeft aan hoe oud mensen bij geboorte naar verwachting gemiddeld zullen worden

Front 24

mainport

Back 24

haven of vliegveld met een belangrijke rol in het internationale vervoer

Front 25

MOL

Back 25

groep van 48 armste landen uit de periferie, met een bnp/hoofd van minder dan 900 euro

Front 26

multinationale onderneming

Back 26

groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft

Front 27

ontwikkelingshulp

Back 27

hulp van een land of groep van landen aan een arm land om de ontwikkeling te stimuleren

Front 28

periferie

Back 28

de armste landen, die nog sterk agrarisch zijn en vooral grondstoffen uitvoeren

Front 29

ontwikkelingslanden

Back 29

landen die niet behoren tot de rijke geïndustrialiseerde landen

Front 30

primaire sector

Back 30

beroepen in de landbouw, visserij en landbouw

Front 31

regionale ongelijkheid

Back 31

grote verschillen in ontwikkelingslanden binnen 1 land

Front 32

secundaire sector

Back 32

beroepen in de industrie en bouw

Front 33

semiperiferie

Back 33

landen die zich sterk aan het ontwikkelen zijn

Front 34

sociale ongelijkheid

Back 34

grote verschillen tussen inkomen tussen groepen mensen

Front 35

sub-Sahara Afrika

Back 35

het gebied in Afrika ten zuiden van de Sahara

Front 36

tertiaire sector

Back 36

beroepen bij kantoren, banken, winkels, de overheid; beroepen in de dienstverlening

Front 37

vestigingsplaatsfactor

Back 37

reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plaats te vestigen

Front 38

VN-welzijnsindex

Back 38

een aanwijzing voor het welzijn in een land. je let dan op de koopkracht, de levensverwachting en de alfabetiseringsgraad van de bevolking

Front 39

welzijn

Back 39

de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden zoals gezondheid, scholing en voedsel. ook wel de maatschappelijke welvaart genoemd

Front 40

wereldsystemen

Back 40

een indeling van de wereld naar welvaart waarbij de drie blokken (centrum, semiperiferie en periferie) op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn