Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
77 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat zijn de landschappen van Nigeria |
Tropisch regenwoud, savanne en steppe klimaat |
|
Waar ligt Nigeria? |
In het zuiden van Afrika |
|
Vertel over het noorden van Nigeria |
-Dunbevolk -Steppe klimaat -bnp is laag Ligt op een belangrijke handels route |
|
Vertel over het Zuiden van Nigeria |
-Mangroven -Dichtbevolk -tropisch regenwoud(deels savanne) -Bnp/inwoner is hoger |
|
Deel staat |
Gebieden binnen een land dat voor een deel zelfbestuur/autonomie heeft Hoofdstad, ministeries en eigen wetten/regels |
|
Delen van een rivier |
1. Oorsprong(in de bergen) 2. Bovenloop 3. Middenloop 4. Benedenloop 5. Delta 6. De monding(waar het uitmond aan de zee) |
|
Delta |
Een gebied vlak voor de monding waar een rivier zich vertakt in vele rivier lopen |
|
Het belangrijks export product van Nigeria is.. |
Aardolie |
|
Waarom word de landbouw in Nigeria verwaarloosd? |
De overheid voorziet het landbouwsector niet van de behoeftes en de boeren zijn vaak te arm om goede equipment te zorgen |
|
Leg uit, Nigeria is in 1960 zelfvoorzienend geworden |
Ze zorgden voor hun eigen productie/producten |
|
Is Nigeria nogsteeds zelfvoorzienend? |
Nee, ze zijn afhankelijk van de import van voedsel |
|
Wat is informele sector en noem voorbeelden op |
Die mensen(voor een groot deel) betalen geen belasting De vuilman, taxi's chaufeurs |
|
Corruptie |
Het omkopen van mensen of het verduisteren van geld |
|
4 redenen waarom de bevolking niet kan proviteren |
1. Er werken maar weinig mensen en de winst komt terecht bij de buitenlandse olie bedrijven, de Nigeriaanse overheid en een kleine groep werknemers 2. Het verdiende geld word door de overheid slecht verdeel. 3. Er komt veel corruptie voor 4. Er is vervuiling door het winnen van aardolie |
|
Sterke punten van Nigeria |
1. De groeiende bevolkeing- als afzetmarkt voor Nollywood of andere bedrijven zoals Telecombedrijven 2. Grote Afzetmarkt 3. Rijk aan hulpbronnen- aardolie, aardgasreserves, steenkool, ijzererts en goud 4. Olie industrie |
|
Zwakke punten van Nigeria |
1. Veel werkloosheid 2. Regionale ongelijkheid 3. Energie tekort
|
|
Regionale ongelijkheid |
Verschillen in welvaart tussen gebieden |
|
Bedrijgingen voor Nigeria |
Olie industrie: -een groot deel van het geld word verloren aan corruptie -er zijn te weinig aarbeiders
De prijzen van de producten op de wereldmarkt kunnen schommelen -Er is concurrentie op de wereldmarkt. -Veel werkloosheid -Een deel van de winst die buitenlandse bedrijven winnen gaat niet naar de overheid -De mensen die in het buitenland werken zijn vaak hard nodig in Nigeria, vb aartsen |
|
Kansen voor Nigeria |
Groeiende bevolking: -er komen meer mensen op de arbeids markt(ze betalen belasting en beland in de staatskast en word dan geinvesteerd)
Rijk aan hulpbronnen: -Nigeria heeft heel wat grondstoffen die ontwint kunnen worden
Grote afzet markt: -De mensen gaan meer consumeren
Olie indistrie: -Er kan veel aardolie ontwonnen worden |
|
Waarin moet de overheid inversteren |
In de gezondheidszorg, infrastructuur en onderwijs |
|
Autonomie |
Het gebied heeft zelfbestuur of er kan zelf wetten en regels gemaakt worden |
|
afzetmarkt |
het aantal klanten dat producten wil kopen |
|
analfabetisme |
procent v/d bevolking ouder dan 15jaar dat niet kan lezen/schrijven |
|
arbeidsextensief |
bedrijf dat weinig arbeid nodig heeft |
|
arbeidsmigrant |
iemand die zijn eigen woongebied verlaat door gebrek aan geld en werk |
|
artsendichtheid |
het aantal artsen per 1000 inwoners |
|
basisbehoefte |
iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg) |
|
beroepsbevolking |
mensen die betaald werk willen doen |
|
bevolkingsdichtheid |
het gemiddelde aantal inwoners per vierkante km |
|
etnische minderheid |
een groep mensen die in een land in de mindeheid is |
|
wat zijn oorzaken van de conflicten tussen inwoners |
-strijd om macht(vaak worden mensen van de grotere bevolkingsgroep voorgetrokken) -discriminate -strijd voor natuurlijke hulpbronnen(vb wie olie in een gebied mag ontwinnen) -religieuze redenen(christenen en moslims bv) -regionale ongelijkheid |
|
wat zijn de redenen die bepalen hoeveel men verdiend aan de oliehandel? |
-Hoeveel olie er kan worden geexporteerd -de prijs van olie die veranderd |
|
hoe veranderd de prijs van olie? |
Wanneer er meer vraag naar olie is, als er een wereld crisis heerst of oorlogen gestreden worden, stijgt de prijs Als er olie word gewonnen is het laag. |
|
wat weet jij over de vrije wereldhandel |
-Er is veel competitie(als andere landen vb cacao voor goedkoper en beter kunnen verkopen) -De prijzen schommelen altijd -Vaak zijn import prodcuten goedkoper dan eigen producten -Vele landen belemeren de vrije wereld handel |
|
leg uit hoe/waarom andere landen de wereld handel toch belemeren |
door invoerrechten word het om negatieve gevolgen te verkomen beperkt. Een gevolg hiervan is dat import producten duurder worden en dezelfde producten uit je eigen land goedkoper zijn |
|
vertel over de buitenlandse investering |
-het zorgt voor werk -een deel van de winst gaat naar de buitenlandse bedrijven |
|
Wat gebeurd er als er in het buitenland word gewerk |
-er word geld van buiten naar het land gestuurd en word dan benodigheden gekocht -Vaak zijn degene die Buiten Nigeria werken hard in het land nodig |
|
Bevolkingsspreiding |
De verdeling van mensen over een land of gebied |
|
Bnp per inwoner |
Het gemiddelde inkomen per inwoner, berekend door bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied |
|
Braindrain |
Het wegtrekken van hoogopgeleide mensen uit een gebied, waardoor kennis uit dat verdwijnt |
|
Bnp vertel over bnp |
Bruto nationaal product. Totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar uitgedrukt in geld |
|
Buitenlandse investering |
Investering van buitenlandse bedrijven in een land |
|
Donorland |
Land dat ontwikkelingshulp geeft |
|
Duurzame hulp |
Hulp waar een land blijvend iets aan heeft. Heet ook structurele hulp |
|
Economische crisis |
Periode waarin de economische groei laag is of waarin de economie krimpt |
|
Etnische groep |
Een groep mensen met een andere cultuur dan die van andere bevolkingsgroepen in een land |
|
Etnische minderheid |
Etnische groep die in een land in de minderheid is |
|
Export/exporteren |
Levering van goederen en diensten aan een ander land. Ook wel uitvoer/uitvoeren genoemd |
|
Federatie |
Land dat is verdeeld in deelstaten |
|
Import |
Invoeren van goederen en diensten uit een ander land? |
|
Informele sector |
Ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector. Heet ook vluchtsector |
|
Infrastructuur |
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren |
|
Invoerrechten |
Belasting op producten die in een land worden ingevoerd ook wel tariefmuur |
|
Kennismigrant |
Arbeidsmigrant die vanwege zijn kennis verhuist |
|
Kolonie |
Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land |
|
Mangrove |
Boom die in zout water leeft langs tropische kusten |
|
Multiculturele samenleveing |
Het samenleven van mensen uit verschillende culturen |
|
Multinational |
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen |
|
Natuurlijk hulpbronnen |
Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken |
|
Neokolonialisme |
Afhankelijk van arme landen ten opzichte van rijke landen na de kolonisatie. Arme landen leveren grondstoffen aan en zijn afnemers van industrieproducten uit rijke landen |
|
Noodhulp |
Hulp om te kunnen overleven bij een hongersnood of een andere ramp |
|
Ontwikkelingshulp |
Steun die arme landen krijgen om hun levensomstandigheden te verbeteren |
|
Ontwikkelingskenmerk |
Kenmerk waarmee je de armoede of de rijkdom in een land kunt meten |
|
Ontwikkelingssamenwerking |
Samenwerken met arme landen om hen te helpen hun eigen levensomstanding te verbeteren |
|
Politiek systeem |
De manier waarop een staat bestuurd wordt |
|
Regionale ongelijkheid |
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied |
|
Savanne |
Landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken |
|
Sociale ongelijkheid |
Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied |
|
Social structuur |
De opbouw van een samenleving in groepen |
|
Steppe |
Droog gebied waar net genoeg water valt voor de groei van grassen en lage struikjes |
|
Tropen |
Warme luchtstreek rond de eve aar |
|
Tropische regenwoud |
Dicht, ondoordringbaar bos in de warmte en vochtige tropen |
|
Vrije wereldhandel |
Handelsysteem waarbij alle landen in de wereld met elkaar handel kunnen drijven, zonder dat ze elkaar belemmeren met bv tariefmuren |
|
Werkloosheid |
Deel van de beroepsbevolking dat op zoek is naar werk |
|
Zelfvoorzienend |
Land waarin voldoende voedsel voor de eigen bevolking wordt geproduceerd en dat dus geen voedsel hoeft te importeren |
|
Zuigelingensterfte |
Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft (per duizend levend geborenen). |
|
Zwakke staat |
Staat die bestuurlijk niet goed georganiseerd is en waar veel strijd, vriendjespolitiek en corruptie voor komt. |