Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
18 Cards in this Set
- Front
- Back
Bij hoeveel procent van de patiënten met een longembolie wordt DVT gevonden? |
70%, en visa versa |
|
Noem de symptomen van een longembolie (5) |
- (sub)acute dyspneu - pijn op de borst, - pijn vastzittend aan de ademhaling, - prikkelhoest - hemoptoë |
|
Noem de klinische omstandigheden risicofactoren voor een veneuze trombo-embolie of veneus-trombotische embolie (VTE) (9) |
- Eerdere episodes van VTE, - oestrogeengebruik (vraag expliciet naar anticonceptie en hormoonsuppletie), - maligniteiten, - recent trauma van het been, - operatie, - zwangerschap of kraamperiode, - immobilisatie, - reizen, - bekende trombofilie of stollingsproblemen in de familie |
|
Wat is de behandelduur van DVT? |
Eerste episode secundaire DVT: behandel gedurende drie maanden. Eerste episode idiopathische DVT: behandel gedurende zes maanden. |
|
Noem 7 afwijkingen in het bloed die risicofactoren vormen voor een veneuze trombo-embolie: |
Congenitaal - Antitrombinedeficiëntie - Proteïne C deficiëntie - Proteïne S deficiëntie - Factor V-Leiden mutatie - protrombine mutatie - hyperhomocysteïnemie Verworven - Antifosfolipidenantistoffen |
|
Waarvoor staat VTE? |
Veneuze trombo-embolie of veneus-trombotische embolie (VTE): een overkoepelend begrip dat zowel DVT als longembolie omvat. |
|
Hoe heet een temperatuursverhoging maar geen koorts? |
Subfebriele temperatuur |
|
Wanneer spreekt men van septische shock? |
Wanneer er sprake is van gestoorde orgaanperfusie en hypotensie blijft bestaan ondanks toediening van een ruime hoeveelheid vocht |
|
Noem de bacteriële verwekker bij: 1) Sepsis kloppijn wervel 2) Fasciitis necroticans 3) Meningitis 4) Endocarditis 5) Amoeben abces 6) Malaria 7) Buiktyfus 8) Pneumonie 9) Enterocolitis 10) Urosepsis/pyelonefritis/prostatitis 11) Cholecystitis/cholangitis 12) Erysipelas 13) Cellulitis |
1) Stafylokok, meningokok, gonokok 2) Streptokok, Clostridium, Vibrio 3) Meningokok, pneumokok 4) Vergroenende streptokokken 5) Entamoeba histolytica 6) Plasmodium faciparum 7) Salmonella 8) Pneumokok, Legionella 9) Salmonella 10) Escheria coli, Proteus 11) Escheria coli, Proteus, Enterokok 12) Streptokok 13) Stafylokok |
|
Welke ziektebeelden leiden tot eenzelfde soort cytokinemie als de klassieke bacteriële sepsis en hoe heet dat? |
Sepsis syndroom of SIRS - Intra-abdominale abcessen - Pancreatitis - Ernstig trauma - Brandwonden |
|
Systemische inflammatoire-responssyndroom (SIRS) Diagnose |
Ten minste twee van onderstaand: - Koorts >38.3 of ondertemperatuur <36 - Hartfrequentie >90/min - Tachypnoe >20/min - Leukocytengehalte >12*10^9/l of <4*10^9/l - >10% staafvormige granulocyten |
|
Wat is astma cardiale? |
Ernstige kortademigheid als gevolg van acuut linkerventrikel hartfalen |
|
Wat is pulsus paradoxus? |
Tijdens inspiratie hoor je wel harttonen maar voel je geen polsgolf |
|
Wat bepaalt het zuurstofaanbod aan de weefsels? (3) |
- Hartminuutvolume - Hemoglobinegehalte - Zuurstofsaturatie hemoglobine |
|
Waartoe leidt shock? |
Anaeroob metabolisme, dus lactaat productie en een metabole acidose |
|
Hoe hoog moet een dwarslaesie zijn om neurogene shock te veroorzaken? |
Boven Th6 |
|
Hoe gaat de valsalva manoeuvre? |
Persen bij gesloten glottis na een diepe inspiratie |
|
Wat is het oorzakelijk verschil tussen pitting- en nonpitting oedeem? |
Pitting oedeem is vaak vocht door overvulling/hartfalen Non-pitting oedeem is lymfeoedeem of myxoedeem bij hypothyreoïdie of aangeboren |