Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
25 Cards in this Set
- Front
- Back
populatie van een statistisch onderzoek |
de verameling van alle elementen waarop het onderzoek van toepassing is
|
|
steekproef van een statistisch onderzoek |
de verzameling elementen van de populatie die daadwerkelijk onderzocht worden |
|
omvang (n) van de steekproef |
het aantal elementen van de steekproef.
|
|
beschrijvende statistiek |
houdt zich bezig met het verzamelen, het ordenen, het grafisch weergeven van en het verantwoord besluiten trekken uit een grote hoeveelheid gegevens |
|
variabele |
het kenmerk of de eigenschap van de populatie die onderzocht wordt |
|
kwantitatieve variabele |
een variabele die en hoeveelheid uitdrukt en als waarde getallen heeft. continu -> verkregen door metingen discreet -> verkregen door tellingen |
|
kwalitatieve variabele |
een variabele die een hoedanigheid of kwaliteit uitdrukt. De waarden van deze variabele kunnen categorieën, beoordelingen, namen... zijn. |
|
dataset of de ruwe gegevens |
de verzamelde en ongeordende gegevens |
|
waarnemingsgetallen |
de verschillende waarden die de variabele aanneemt |
|
absolute frequentie (af) van het waarnemingsgetal |
het aantal keer dat een waarnemingsgetal in de steekproef voorkomt
|
|
relatieve frequentie (rf) van het waarnemingsgetal |
de verhouding absolute frequentie van een waarnemingsgetal / omvang van de steekproef |
|
frequentietabel |
een tabel met de frequenties van alle waarnemingsgetallen |
|
cumullatieve absolute frequente (caf) van het gegeven waarnemingsgetal |
het aantal keer dat een waarnemingsgetal kleiner dan of gelijk aan een gegeven waarnemingsgetal voorkomt |
|
cumulatieve relatieve frequentie (crf) van het gegeven waarnemingsgetal |
de verhouding cumulatieve absolute frequentie / omvang van de steekproef x 100 |
|
staafdiagram |
absolute frequentie, horizontale as: de waarnemingsgetallen |
|
cirkeldiagram |
relatieve frequenties |
|
lijndiagram |
waarnemingen die veranderen in de tijd |
|
een klasse |
een halfopen interval |
|
ondergrens van een klasse |
het eerste getal in de notatie van het interval |
|
bovengrens van een klasse |
het tweede getal in de notatie van het interval |
|
klassenbreedte |
het verschil tussen de bovengrens en de ondergrens |
|
klassenmidden (m) |
het midden van een klasse = ondergrens + bovengrens / 2 |
|
frequentiepolygoon |
als je de middens van de bovenste zijden van de staven met lijnstukken verbindt, krijg je een lijndiagram dat we een frequentiepolygoon noemen |
|
ogief |
een grafische voorstelling die cumulatieve frequenties uitzet in functie van de bovengrenzen van de klassen en deze punten te verbinden met lijnstukjes |
|
histogram |
een grafische voorstelling die de frequenties van gegroepeerde gegevens uit een klassentabel weergeeft. horizontale as -> ondergrenzen en bovengrenzen verticale as -> frequenties |