Reading...
Play button
Play button
Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
24 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Leerplein
|
ruimte op school waar leerlingen onder begeleiding zelf kunnen leren. |
|
|
Balie
|
meubelstuk van waarachter je het publiek of cliënten te woord staan. |
|
|
provisieruimte
|
ruimte of kast waarin je voorraad kunt opbergen. |
|
|
voorraadbeheer |
ervoor zorgen dat de juiste hoeveelheid producten op voorraad staan. |
|
|
fifo-systeem |
systeem dat ervoor zorgt dat producten de het eerst in de stelling komen er ook als eerste uitgaan. |
|
|
magazijn |
pakhuis of opbergplaats. |
|
|
receptie
|
plek waar bezoekers worden ontvangen. |
|
|
food |
alles wat met eten en drinken te maken heeft. |
|
|
non- food |
alles wat geen voedsel is. |
|
|
initiatief |
eerste stap om iets op gang te zetten. |
|
|
werkinstructie |
instructie om werkzaamheden uit te voeren. |
|
|
onderwijsassistent
|
medewerker in het onderwijs die leraren helpt bij werkzaamheden. |
|
|
badge |
speldje met test, naamkaartje. |
|
|
voorraad
|
hoeveelheid producten die je al wel hebt maar nog niet gebruikt. |
|
|
werkdruk |
spanning die je krijgt door de hoeveelheid druk.
|
|
|
beroepskleding |
kleding die je aan moet doen tijdens het uitvoeren van je beroep. |
|
|
representatief |
goede indruk geven. |
|
|
dag planning |
planning voor over je hele dag. |
|
|
servicegericht
|
dat je service naar de cliënt belangrijk vindt. |
|
|
overdracht schrift |
schrift waarin je schrijft aan collega's die na jou komen werken. |
|
|
kennis
|
feiten en regels die je leert. |
|
|
beroepshouding |
manier waarop je je gedraagt tijdens werk.
|
|
|
vaardigheden
|
taken kunnen uitvoeren. |
|
|
competentiegericht onderwijs |
onderwijs waarbij het voor leerlingen belangrijk is om bepaalde competenties te behalen. |
