• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/87

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

87 Cards in this Set

  • Front
  • Back
un capot
een (motor)kap
un carrefour
een kruispunt
une ceinture de sécurité
een veiligheidsgordel
un clignotant
een richtingaanwijzer
le code de la route
de wegcode
un compteur
een teller, een meter
un conducteur
een bestuurder
un cycliste
een fietser
un essuie-glaces
een ruitenwisser
un feu antibrouillard
een mistlicht
un feu rouge
een rood licht, een verkeerslicht
un frein
een rem
un frein à main
een handrem
un gilet de sécurité
een veiligheidshesje
un levier de vitesse
een versnellingspook, een versnellingshendel
un panneau de signalisation
een verkeersbord
un pare-brise
een voorruit
un pare-chocs
een bumper
un passage piétons
een zebrapad
un permis de conduire
een rijbewijs
un phare
een licht
un piéton
een voetganger
une piste cyclable
een fietspad
une place de stationnement
een parkeerplaats
un pneu
een band
une portière
een portier
un rétroviseur
een achteruitkijkspiegel
un rond-point
een rondpunt
une rue à sens interdit
een straat met verboden richting
une rue à sens unique
een eenrichtingsstraat
un siège
een stoel, een zitplaats
un tableau de bord
een dashboard
un triangle de signalisation
en gevarendriehoek
une voie
een baanvak
un volant
een stuur
se garer
parkeren
céder le passage
doorgang verlenen
donner la priorité
voorrang geven
une batterie
een batterij
la fumée
de rook
l'huile
de olie
un mécanicien
een monteur, mecanicien
un moteur
een motor
une panne d'essence
een brandstoftekort
une priorité de droite
een voorrang van rechts
une station-service
een benzinestation, een pompstation
une vitesse
een snelheid
crevé(e)
lek
pousser
duwen
faire le plein
voltanken
un feu stop
een remlicht
un motard
een motorrijder
un passager
een passagier
un virage
een bocht
indéterminé(e)
onbepaald
décéder
overlijden
freiner
remmen
percuter
botsen tegen
retomber
weer vallen
tuer
doden
au bout de
aan het (uit)einde van
au coin de
op de hoek van
au fond de
achter in
avant/après le panneau
voor/na het verkeersbord
de l'autre côté de
aan de andere kant van
en face de/ face à
tegenover
grâvement
ernstig
jusqu'à
tot aan
le long de
langs
par la gauche/ par la droite
langs links/rechts
entrer en collision (avec)
botsen (met)
être blessé
gewond zijn
être dans un état critique
zich in een kritieke toestand bevinden
être en tort
in fout zijn
avoir en tort
gelijk hebben
être hopsitalisé
opgenomen worden in het ziekenhuis
être transporté
vervoerd worden
faire des blessés
gewonden met zich meebrengen, gewonden maken
prendre un virage
met grote snelheid een bocht maken
prendre la vie
het leven laten
prendre le côntrole
de controle verliezen
une carrosserie
een koetswerk
un certificat d'assurance
een verzekeringsformulier
une plaque d'immatriculation
een nummerplaat
être assuré
verzekerd zijn
une amende
een boete
le dégât
een schade