• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/30

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

30 Cards in this Set

  • Front
  • Back
inderdaad
infatto
vaak/misschien/echt
spesso/magari - forse/ proprio
alberto is in het centrum van de stad
alberto è nel centro della città
hier dichtbij
qui vicino
lezen
leggere
Alberto en Bart hebben zin om een ritje te maken
Alberto è Bart hanno voglia di fare un giro
Wanneer we naar het centrum gaan, zetten we de auto op de parkeerplaats
quando andiamo in centro mettiamo la macchina al parcheggio
dag Carla, neem je een koffie?
ciao Carla, prendi un caffè
ik heb geen zin om om het kasteel te bezoeken
non ho voglia di visitare il castello
zijn jullie de dom ginder verder?
vedete il Duomo là in fondo?
de tabakswinkel verkoopt geen fruit
la tabaccaio non vende la frutta
in Rome is er een grote markt
in Roma, c'è un grande mercato
in de zomer zetten de bars de tafels buiten
in estate i bar mettono i tavolini fuori
is daar ook een parkeerplaats?
c'è anche un parcheggio là?
hier is de gids
ecco la guida
neem de .... straat
prenda la via
de derde straat
la terza via
ga voorbij de brug
passa il ponte
op de hoek van de tweede straat
a l'angolo della secunda strada
het is niet ver van hier
non è qui vicino
ga verder
continua
kilometer
kilOmetro
rechttegenover
di fronte
brillenzaak
occhiali
juwelier
gioielleria (dzojellerieja)
slager
macelleria
bakker
panetteria
kruidenier
pizzicheria
zonnenbril
occhiali da sole
melkproducten
latteria