Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
49 Cards in this Set
- Front
- Back
De student benoemt de verschillende vormen van hoofdpijn |
Primaire hoofdpijnen - Andere primaire hoofdpijnen Secundaire hoofdpijnen - Hoofdpijn t.g.v. whiplash - Medicatieafhankelijke hoofdpijn - Cervicogene hoofdpijn - Temporomandibulaire hoofdpijn |
|
De student kan benoemen welke soorten hoofdpijn een relatie hebben tot de cervicale wervelkolom |
UITZOEKEN |
|
Wat is de prevalentie van hoofdpijn onder de bevolking? |
Onder de Nederlandse bevolking meldt 29% hoofdpijnklachten. ▫ 9% meldde chronische, ernstige hoofdpijn of migraine te hebben. ▫ De lifetime-prevalentie van hoofdpijn is 96% ▫ Spanningshoofdpijn 78%, migraine 16% ▫ 95% gaat niet naar de huisarts. ▫ Zelfs chronische, recidiverende hoofdpijn is inde meerderheid van de gevallen geen reden om de huisarts te bezoeken: slechts 25 tot 50% van de migraine-patiënten is bekend bij de huisarts en slechts 1 van de 6 patiënten met spanningshoofdpijn. ▫ 50% van alle mensen is ongerustheid en angst voor een ernstige aandoening zoals een hersentumor. Minder vaak zijn het zorgen en vragen over de praktische consequenties en het disfunctioneren ten gevolge van de hoofdpijn. |
|
Hoe worden hoofdpijnen geclassificeerd volgens de IHS classificatie? |
IHS Classificatie(the international headache society) Primairy Headaches: - Migraine - Tension-Type Headache (TTH) - Cluster Headache - Other Primairy Headaches Secundairy Headaches - Hoofdpijn t.g.v. whiplash à trauma - Medicatieafhankelijke hoofdpijn - Cervicogene hoofdpijn - Temporomandibulaire hoofdpijn (kaakgewricht) |
|
Migraine definitie |
|
|
Tension type headache definitie |
|
|
Clusterhoofdpijn definitie |
|
|
Art. Atlanto-ondotoideon - Waar zit het? - Waar bestaat het uit? - Functie |
Het art. atlanto-ondotoideon is een andere benaming voor het art. atlanto-axialis mediana. Dit is een gewricht tussen de dens axis en de ring gevormd door de arcus anterior atlantis en het lig. transversum atlantis. |
|
Benoem de kenmerken van de atlas. |
De kogellager van de schedel - Het ontbreken van een wervellichaam - Bovenste gewrichtvlakken zijn concaaf - Onderste gewrichtsvlakken zijn convex - Rudimentaire (weinig tot ontwikkeling gekomen) processus spinosus - Relatief grote processi transversi met een foramen |
|
Benoem de kenmerken van de axis. |
- De dens: de tand van de draaier - Fascies articulare anterior en posterior - Fovea articularis superior en inferior - Grote processus spinosus - Kleine processus transversus |
|
Functie van ligg. Alaria - Wat gebeurt er bij bewegingen van het hoofd? |
- Bij lateroflexie komt het homolaterale lig.alare-atlantale en het heterolaterale lig. alare-occipitale op spanning - De dorsaalflexie wordt wel in hoofdzaak beperkt door de ligg. alaria - De grootste spanning op de ligg. wordt veroorzaakt door een combinatie van rotatie en ventraalflexie |
|
Art. Atlanto-axialis - Waar zit het? - Functie |
Gewricht tussen de atlas en de axis. Gewricht heeft een wankel evenwicht. Een combinatie van ligamenten en spieren moet zorgen voor stabiliteit. Functie: rotatie, flexie, extensie (tijdens lateroflexie is er in het art. atlanto-axialis totaal geen beweeglijkheid) |
|
Benoem de bewegingsrichtingen en bewegingsuitslagen van het C0-C2 complex. |
▫ Flexie-Extensie 45 graden ▫ Rotatie 83 graden ( li en re) ▫ Lateroflexie 8 graden ( li en re )
|
|
Benoem de verdeling van de bewegingsuitslagen van het C0-C2 complex over de C0-C1 en de C1-C2 gewrichten. |
- C0-C2, flexie-extensie 45 graden, waarvan ▫ 29 graden tussen C0-C1 ▫ 16 graden tussen C1-C2 - C0-C2, rotatie li-re 83 graden ▫ C0-C1, 2 graden ▫ C1-C2, 81 graden - C0-C2, lateroflexie li-re 8 graden (nihil) ▫ C0-C1 en C1-C2 samen naar li en re 8 graden ( nihil ) |
|
Klinische presentatie cervicogene hoofdpijn |
- Unilateraal “sidelocked” - Start occipitaal - Niet pulserend - Uitlokbaar - (Vaak) cervicale bewegingsbeperking - Arm/schouderpijn mogelijk (ipsilateraal) - Uren tot weken |
|
Klinische presentatie migraine |
- Unilateraal met “sideshift” - Start fronto-temporaal - Pulserend - Niet uitlokbaar - (Vaak) geen cervicale bewegingsbeperking - Geen arm/schouderpijn (ipsilaterale) - Max 72 uur |
|
Rode vlaggen bij hoofdpijn |
- Eerste hoofdpijn > 40 jaar - Nieuwe hoofdpijn > 50 jaar - Temporale hoofdpijn > 50 jaar (arteriitis temporalis) - Plotseling ernstige hoofdpijn; eerste teken voor een herseninfarct, afsluiting a. vertebralis of cirkel van Willis. - Hoofdpijn in combinatie met neurologische verschijnselen - “Sentinel headache” (occipitale eenzijdige hoofdpijn als“waarschuwing” voor een aneurysma a. vertebralis, a. carotis int.) - Toenemende hoofdpijn ondanks behandelingen |
|
Aanvullende vragen voor screening; gericht op risicofactoren hart- en vaataandoeningen (hoofdpijn) |
▫ Hoge bloeddruk ▫ Obesitas ▫ Atherosclerose ongeveer vanaf 30-40 jaar ▫ Interventie / controle internist / cardioloog etc. ▫ Gebruik B-blokkers ▫ Etc. |
|
Criteria IHS |
|
|
Welke conclusies kunnen worden getrokken over hoofdpijn? |
- Hoofdpijn kent vele verschijningsvormen - Hoge prevalentie van hoofdpijn - Hoofdpijn kan een relatie hebben met de cervicale wervelkolom - Screening is zoals altijd belangrijk - Tijdens anamnese differentiëren naar soort hoofdpijn. Je moet onderscheid kunnen maken tussen de verschillende vormen!! |
|
De student benoemt de verschillende fasen van het therapeutisch proces uit de richtlijn whiplash. |
- Verschillende fasen: o Fase 1 (0-4 dagen) o Fase 2 (4 dagen - 3 weken) o Fase 3 (3 - 6 weken) o Fase 4 (6 weken tot 3 mnd) o Fase 5-6 (>3 mnd) Indeling afgeleid van het fysiologisch weefselherstel |
|
De student beschrijft wat een whiplash trauma inhoudt. |
Plotselinge gebeurtenis waarbij het hoofd krachtig naar voren en/of naar achteren wordt bewogen. |
|
De student beschrijft de WAD schaal. |
|
|
De student beschrijft de symptomen van een whiplash. |
- Letsel van bot of weke delen (spieren, kapsel, banden)
- Nekpijn - Afgenomen mobiliteit nek - Hoofdpijn - Duizeligheid Bijkomende symptomen: - doofheid - duizeligheid - oorsuizen - hoofdpijn - geheugenverlies - slikstoornissen - pijn in het kaakgewricht |
|
Wat is de Risk Assessment Score? |
De Risk Assessment Score is een hulpmiddel dat ingezet kan worden om te voorspellen of iemand een groot risico loopt op het ontwikkelen van chronische klachten. |
|
De student beschrijft de predisponerende factoren voor chroniciteit, zoals benoemd in de KNGF richtlijn 2005. |
Whiplash gerelateerde factoren - Afgenomen mobiliteit van de nek - Eerder hoofdtrauma - Vrouwelijk geslacht - Hogere leeftijd Chronische pijn gerelateerde factoren - De wijze van omgaan met klachten - Betekenisgeving en controle over klacht - Psychosociale factoren |
|
De student beschrijft risicofactoren voor persisterende klachten na een WAD-trauma. |
- Hoge baseline pijnintensiteit (> 5.5/10); - Hoofdpijn vanaf het begin; - Lager opgeleid; - Geen autogordel gedragen; - Lage rugpijn vanaf het begin; - Hoge Neck Disability Index score (> 14.5/50); - Nekpijn voor ongeval; - Nekpijn vanaf het begin (ongeacht de intensiteit); - Catastroferen; - Vrouwelijk geslacht; - WAD graad 2 of 3; - WAD graad 3 alleen. |
|
Ontstaanswijze whiplash |
- Verkeersongelukken - Sportveld - Bedrijfsongeval |
|
Wanneer is er sprake van chronische whiplash? |
- Klachtenpatroon houdt > 6 maanden na het ongevalstrauma aan - Late post-whiplashsyndroom |
|
Aandachtspunten anamnese whiplash |
Aandachtspunten: - wijze van omgang met klachten - inventarisatie status praesens - situatie vóór de whiplash |
|
Meetinstrumenten anamnese |
- VAS - Neck Disability Index - Dagschema Bij chroniciteit: - IPQK: ziekteperceptielijst - 4DKL: distress, somatisatie, depressie, angst |
|
Diagnostisch proces: Wat doe je tijdens - Inspectie/palpatie - Lichamelijk onderzoek |
- Inspectie/palpatie o Houding, spierspanning etc. - Lichamelijk onderzoek o Inventarisatie functies en activiteiten o Actieve onderzoekmethoden o ADL-functies o Overig: gewrichtsfunctie, spierfunctie,evenwicht en neurologisch onderzoek - Analyse o Combineren verzamelde gegevens o Indicatie fysiotherapie ja of nee |
|
Wanneer begin je met fysiotherapie na whiplash |
- Fysiotherapie wordt de eerste week na het ongeval af geraden! - Vervolgens hangt het therapeutisch proces af van de fase waarin de patiënt zich bevindt |
|
Fase 1 |
- Fase 1(0 - 4 dagen) ▫ Verminderen van pijn (evt. pijnmedicatie) ▫ Afname belasting ▫ Vergroten van kennis en inzicht |
|
Fase 2 |
- Fase 2(4 dagen - 3 weken) ▫ Functies verbeteren ▫ Belasting stapsgewijs opbouwen ▫ Vergroten van kennis en inzicht |
|
Fase 3 |
- Fase 3(3 - 6 weken) ▫ Pijn mag niet meer centraal staan! ▫ Activiteiten en participatie uitbreiden naar normaal niveau ▫ Bevorderen van adequate omgang met klachten |
|
Fase 4 |
- Fase 4 (6 weken - 3 mnd) ▫ Voortzetting fase 3 ( Pijn mag niet meer centraal staan, Activiteiten en participatie uitbreiden naar normaal niveau, Bevorderen van adequate omgang met klachten) ▫ Participatie werk bevorderen |
|
Fase 5 -6 |
Bij géén vooruitgang in activiteiten en participatie na 4 weken wordt gesproken van vertraagd herstel! - Fase 5 -6 (> 3 mnd) ▫ Invulling behandeling = fase 4 ▫ Afsluiting wanneer behandeldoelen bereikt zijn of géén verder herstel verwacht wordt Bij langer voortdurende klachten neemt de kans op volledig herstel af! |
|
Aandachtspunten anamnese |
|
|
Subdoelen per fase |
|
|
Lichamelijk onderzoek whiplash |
In het lichamelijk onderzoek inventariseert de fysiotherapeut functies en activiteiten. Hiervoor gebruikt hij bij voorkeur actieve onderzoekmethoden. Minimaal te onderzoeken functies zijn: • gewrichtsfunctie cervicale wervelkolom en schoudergordel: beoordelen op mobiliteit, bewegingsverloop en provocatie van klachten; • spierfunctie: musculaire stabiliteit cervicale wervelkolom; • evenwicht: koorddansersgang en staan op één been. De verder te onderzoeken functies en activiteiten komen voort uit de hulpvraag van de patiënt en diens problemen ten aanzien van de ADL. |
|
Wat zie je op de afbeelding? Wat gebeurt er met de atlas als: - Hoofd neutrale positie heeft - Atlas naar anterior wordt gebracht - Atals naar dorsaal wordt gebracht - Wat gebeurd er bij dorsaal of ventraal verplaatsing nog meer? |
De plaatjes tonen een lateraal aanzicht van C1en C2 - Bij de bovenste plaatjes wordt de paradoxale beweging geïllustreerd - In de neutrale positie balanceert de atlas op de convexe gewrichtsvlakken - Wanneer de atlas naar anterior wordt gebracht gaat deze flecteren - Wanneer de atlas naar dorsaal wordt gebracht gaat deze extenderen - Bij dorsaal of ventraal verplaatsing van de atlas treed een hoogteverandering op als gevolg van de bi-convexe gewrichtsvlakken |
|
Wat is de prevalentie van hoofdpijn onder mannen en vrouwen? |
Vrouwen hebben vaker hoofdpijn dan mannen (prevalentieverhouding 2:1). |
|
Wat is de prevalentie van hoofdpijn gebaseerd op leeftijd? |
Hoofdpijn komt voor op alle leeftijden ▫ Incidentiepiek tussen 15 en 35 jaar |
|
Waar staat IHS voor? |
International Headache Society |
|
Wat is arteriitis temporalis? (één van de rode vlaggen bij hoofdpijn) |
Arteriitis temporalis is een ontsteking van een slagader aan de zijkant van uw hoofd, ter hoogte van uw slaap. De ontsteking kan ook dieper zitten: in een slagader in uw hals of naar uw oog. De ziekte komt bijna uitsluitend voor bij mensen die ouder zijn dan vijftig jaar. Arteriitis temporalis wordt altijd direct onderzocht en behandeld door een internist of reumatoloog. - Pijn bij het kauwen. - Pijn bij het kammen van uw haren. - Koorts. - Minder zin in eten en gewichtsverlies. - Plotseling slechter zien, dubbel zien of helemaal niet meer zien. Dit kan tijdelijk of blijvend zijn. |
|
Wat is een andere benaming voor de dens? |
Processus odontoideus |
|
Waar bevinden de ligg. alaria zich? |
De ligg. alaria verbinden de zijkanten van de dens met tuberculi aan de mediale zijden van de condylus occipitalis. |
|
De student beschrijft de te scoren items van de Risk Assessment Score. |
Vroeg voorspellen middels ; (a) de AROM cervicaal (b) gecombineerde pijnscore van hoofd en nek (c) een opsomming van ‘niet pijnlijke’ symptomen. |