Thema 3

Front 1

desnoods

Back 1

(if need be)

Desnoods, betaal ik het nu voor je.

Front 2

fungeren

Back 2

(to function as)

Deze kamer fungeert asl een sort kaast,

Front 3

opgroeien

Back 3

(to be raised)

Ik ben opgegroeid in Florida.

Front 4

opzeggen

Back 4

(to cancel)

Je moet je abonnement opzeggen voor de eerste van de volgende maand,

Front 5

aarden

Back 5

(to thrive)

Zij zoekt een plek op de wereld waar ze kunt aarden.

Front 6

een band hebben met

Back 6

to have a bond with

Ik heb geen ban met mijn chef.

Front 7

in je bloed zitten

Back 7

to sit in your blood

Reizen zit in mijn bloed.

Front 8

op een hand te tellen zijn

Back 8

to be able to count one one hand

Ik kan niet op een hand mijn schoenen tellen.

Front 9

de uitdaging

Back 9

the challenge

Ik zie deze vakantie met mijn hele familie als een uitdaging.

Front 10

vanwege

Back 10

because of

Ik kan niet naar de feest komen vanwege te veel huiswerk.

Front 11

vertrouwd

Back 11

familiar

Voor kinderen is het belangrijk dat iets vertrouwd is.

Front 12

baat hebben bij

Back 12

to benefit from

Als ik ziek ben, heb ik een baat bij kippensoep en slaap.

Front 13

dankzij

Back 13

thanks to (positive)

Dankzij het moei weer, mogen we de feest buiten hebben.

Front 14

de involed

Back 14

the influene

Zij is een docent vanwege de involed van haar moeder.

Front 15

ontkennen

Back 15

deny

Als de politie iets me vragen, ontken ik alles.

Front 16

verstrekken

Back 16

to distribute (charitably)

Het Ruide Kruis verstrekt warme kleding als het koud is.

Front 17

achterhaald

Back 17

old fashioned

Het koninghuis is achterhaald, maar nog belangrijk.

Front 18

behouden

Back 18

to preserve (to keep)

Schiderijen van Rubens zullen in een museum zijn om hem to behouden.

Front 19

verprutsen

Back 19

to screw up/make a mess of

Ik heb de toets helemal verprutste omdat ik heb niet gestueerd.

Front 20

vooralsnog

Back 20

for the time being

Mijn fiets werkt vooralsnog, maar ik maak zorg over de laange tijd.