• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/120

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

120 Cards in this Set

  • Front
  • Back
de vrijetijdsbesteding
les loisirs
zwemmen, zwom, gezwommen (hebben ou zijn)
nager
tuinieren
jardiner
tennissen
jouer au tennis
het theater
le théâtre
het concert
le concert
televisie kijken
regarder la télévision
de televisie
la télévision
de muziek
la musique
iets leuk vinden
aimer quelque chose
iets graag doen
aimer faire quelque chose
comptuteren
travailler sur l'ordinateur
niet zo
pas tellement
autorijden
conduire (une voiture)
schaatsen
patiner
een bioscoopje pikken
aller au cinéma
hartje centrum
au coeur du centre
de nachttrein
le train de nuit
het voorbeeld
l'exemple
een standpunt innemen
adopter un point de vue
het vliegtuig
l'avion
meegaan (naar)
aller avec quelqu'un (à)
Wenen
Vienne
Dat weet je toch!
Tu sais bien !
moeilijk
difficile, difficilement
moeilijk doen (over)
faire des difficultés (à propos de)
omdat
parce que
de hele dag over iets doen
passer toute la journée à faire quelque chose
dat is niks voor mij
je n'aime pas ça
Ik doe geen oog dicht.
Je ne ferme pas l'oeil (de toute la nuit).
bang zijn (om te, voor)
avoir peur (de)
vliegen
voler (dans les airs)
doe niet zo gek!
oh, arrête
de NS (Nederlandse Spoorwegen)
S.N.C.F. néerlandaise
de reiziger
le voyageur
het interview
l'interview
hoewel
bien que
milieuvriendelijk
non-polluant
de parkeerplaats
le parking
de verbinding
la correspondance
vol
plein
het spoorboekje
l'indicateur des chemins de fer
het vervoermiddel
le moyen de transport
overstappen
changer de train
het bos
la forêt
de hei
la bruyère
te huur
à louer
de route
l'itinéraire
bedenken
imaginer
denken (aan)
penser (à)
de sport
le sport
het voetbal
le football
de volkssport
le sport national
het lid (pl leden)
le membre
de voetbalbond
la fédération de football
de organisatie
l'organisation
op het gebied van
dans le domaine de
het tennis
le tennis
het volleybal
le volley
de paardensport
l'équitation
het paard
le cheval
het wielrennen
le cyclisme
een aardig woordje meespreken
jouer un rôle assez important
beschikken over
disposer de
zoveel
tant de
het fietspad
la piste cyclable
het principe
le principe
geheel
entier, tout à fait
verkennen
explorer
de weg
le chemin
de paddestoel
le champignon (aussi borne d'intersection en forme de champignon)
stenen
de pierre
het zuiltje
la petite colonne
de fietsroute
le circuit cyclotouriste
ervoor zorgen (dat)
faire en sorte que
de fietser
le cycliste
mogelijke
possible
de veiligheid
la sécurité
het verkeer
le traffic
deelnemen (aan)
participer (à)
aan sport doen, sporten
faire du sport
de kustlijn
la côte
volop
plein de
de gelegenheid
l'occasion, la circonstance
de watersport
le sport nautique
het surfen
faire de la planche à voile
het zeilen
faire de la voile
het vissen
pêcher
beoefenen
pratiquer
landinwaarts
à l'intérieur du pays
de ringvaart
le canal circulaire
het meertje
le petit lac
de zeilboot
le bateau à voile
de kano
le canoë
de motorboot
le bateau à moteur
de wandeling, de tocht
la promenade
schitterend
brillant, magnifique
het natuurgebied
la réserve naturelle
de winter
l'hiver
veranderen
changer
het scenario
le scénario
populair
populaire
voldoende
suffisamment
het ijs
la glace
de kast
l'armoire
bevriezen, bevroor, bevroren
geler, se glacer
beroemdst
le plus célèbre
uniek
unique
voorkomen, kwam voor, voorgekomen (+zijn)
avoir lieu, arriver
behoorlijk
considérable
vriezen, vroor, gevroren
geler
voordat
avant que
het traject
le trajet
genoeg
assez, suffisamment
de schaatser
le patineur
de toeschouwer
le spectateur
maken tot
faire de
algemeen
général
de toeristenbond
l'union touristique
beoordelen
juger