Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
62 Cards in this Set
- Front
- Back
Proteine C kan inactiveren door de factoren |
5 en 8 |
|
Als er proteine C deficientie is dan treedt ..... op. |
Trombose |
|
Noem twee vit K antagonisten. |
Acenoocoumarol fenprocoumon |
|
De bloedingstijd is verlengd als HT < |
<0.30 |
|
Wat is tissue factor? |
Een membraaneiwit die de stolling initieert. |
|
Wat is het hemostase proces? |
stolling van de bloedprop |
|
Wat is hemostase? |
Mechanisme tegen bloedverlies (fibrinolyse en stolling) |
|
Hoe snel stolt volbloed? |
4-8 minuten |
|
Hoe snel stolt volbloed of plasma met EDTA/citraat? |
stolt niet |
|
Hoe snel stolt bloedplaatjesarm citraat plasma (PAP) + CA2+? |
2-4 minuten |
|
Hoe snel stolt PAP + Ca2+ + neg geladen fosfolipide? |
60-85 seconden |
|
PAP + Ca2+ + PL + kadine? |
21-32 seconden |
|
PAP + Ca2+ + PL + TF |
11-12 seconden |
|
Wat is plasma? |
alles behalve bloedcellen |
|
EDTA of citraat vangt .... weg. |
calcium |
|
Initiatoren van de bloedstollingscascade zijn: |
kadine + TF |
|
Als negatief geladen fosfolipiden aan het oppervlak komen te liggen worden gerecruteerd: |
substraat, cofactor, enzym |
|
Wat doet trombine? |
Vorming van fibrine uit fibrinogeen |
|
Wat doen GLA residuen? |
GLA is een gemodificeerd aminozuur (y-carboxyglutamaat, negatief geladen) door vit K afhankelijke carboxylering van glutamaat. Calcium bindt aan GLA. |
|
Vitamine K antagonisten bevatten geen GLA residuen maar ...... |
GLU residuen. |
|
Stollingstesten voor primaire hemostase zijn: |
- Trombocytenaantal, - PFA (functie bloedplaatjes) |
|
Wat is sequestratie? |
Opstapeling van ery's in de milt (verhoogde afbraak bij trombopenie) |
|
Stollingstesten voor secundaire homeostase (+ hoe lang): -
|
PT (protromboplastine tijd), normaal 12-14 s. (INR) - APTT (activated partial tromboplastin time). 25-35 s. |
|
APTT kan de volgende ziekten testen: - .. ..
|
- hemofilie A en B |
|
Activatoren van fibrinolyse (bloeding): - |
- tPA (tissue plasminogen activator) --> acuut myocardinfarct
- uPA (urokinase) --> vaatchirurgie, verstopte catheters |
|
Remmers van fibrinolyse (stolling): - - |
- PAI-1 (plasminogen activator inhibitoR) - a-2 (antiplasmine) |
|
Hoe hoog moet de score zijn om diepe veneuze trombose waarschijnlijk te maken? |
> of gelijk aan 2. |
|
Wanneer is DVT uitgesloten? |
Score < 2 en D dimeer < 500 ng/ml. |
|
Als alleen de D-dimeer hoger dan 500 is dan vindt ..... plaats. |
echo |
|
Als de echo normaal is maar D-dimeer te hoog, dan ...... |
controle echo na 5-7 dagen. (en bij sterke verdenking op v. iliaca trombose: CT-venografie) |
|
Als de klinische score te hoog is en compressie echografie dan: |
trombose positief. |
|
Als alleen de score te hoog is, maar D-dimeer laag en echo ook dan: |
geen trombose, geen behandeling. |
|
Wat zijn complicaties van trombose? - - |
- longembolie - veneuze insufficientie (elastische kous) |
|
Diagnostiek longembolie: klinische score: - - - |
- pijn op de borst vastzittend aan ademhaling (70%) - tachypnoe (70%) - dyspnoe (25%) |
|
Als de klinische score van longembolie < 4 is dan worde de D-dimeer concentratie bepaald. - als deze <500 mg/l is dan .... - als deze > 500 mg/l is dan.... |
- < 500: longembolie uitgesloten - D-dimeer > 500 mg/l: CT-angio |
|
Als de klinische score van longembolie > 4 is dan |
direct door naar de CT angio. |
|
Hoe wordt trombose behandeld? - - -
|
- heparine -orale antistolling: INR 2.5 -3.5 - compressief verband - LMWH (fraxiporine, fragmin) |
|
Hoe kan toediening van heparine worden gecontroleerd? - - |
- APTT - anti IIa |
|
Wat zijn complicaties van heparinegebruik? - - |
- bloeding - heparine geinduceerde trombopenie (HIT) (arterieel of veneus, levensbedreigend, dna andere antistolling noodzakelijk zoal argaron of argatrabon) |
|
Waarvoor is de groeifactor TPO? |
aanmaak trombocyten |
|
Waarvoor is de groeifactor EPO? |
aanmaak erytrocyten |
|
Oorzaken van hemolyse zijn: - - - - - - - - - |
- enzymdeficienties (G6PD/pyruvaat kinase - membraandefecten (sferocytose) - hemoglobinopathie (sikkelcelanemie, thalassemie) - hypersplenisme - microangiopathisch (TTP, kunstklep) - infectie/toxisch (malaria, clostridium, lood) - DNH - AIHA - hemolytische transfusiereactie - medicatie |
|
Diagnostiek van hemolyse (AIHA bv): - - |
- antiglobuline test - coombs test |
|
AIHA staat voor ... |
autoimmune hemolytische anemie |
|
Warme AIHA heeft incomplete ... en ... en ... hemolysinen. |
IgG en IgA, IgM |
|
Koude AIHA heeft complete .... en ... Donath Landsteiner hemolysinen. |
IGM, IgG |
|
De warme AIHA wordt afgebroken in .... |
fc receptor milt |
|
De koude AIHA wordt afgebroken via .. |
directe intravasculaire hemolyse |
|
Thalassemie komt veel voor in ... |
middelands zeegebied |
|
Waar staat ITP voor? |
immuun trombocytopenische purpura (autoimmuundestructieve bloedplaatjeS) |
|
Bij ITP zijn grote bloedingen zeldzaam. Welke komen wel voor? - - |
slijmvliesbloedingen blauwe plekken |
|
Wat is de behandeling van ITP? - - - - - - |
prednison iv immunoglobulinen splenectomie rituximab (monoclonaire antistoffe ntegen B-lymfocyten) trombopoietine
|
|
TTP staat voor ... Is het intra- of extracellulair? |
trombotische trombocytopenische purpura (intravasculair) |
|
Kliniek TTP: - - - - - |
- purpura - koorts - trombopenie - hemolytische anemie - neurologische symptomen |
|
Behandeling TTP: - |
plasmaferese (verwijderen antistoffen, verwijderen HMW, VWF, suppletie ADAMTS13. |
|
Hemofilie is ... erfelijk. |
X-gebonden |
|
Welke hemolyse is normaal? |
extracellulair |
|
Hoe vang je vrij Hb weg? |
Met haptoglobine |
|
Hoe kan je hemolyse aantonen? - - - - |
- haptoglobine is laag - hoog LDH (lactaatdehydrogenase, komt vrij uit ery's) - anemie (maar beenmerg kna ook harder werken en compenseren) - icterus (hoog bilirubine) |
|
Verschil extra en intracellulaire hemolyse: |
bij extravasculair geen vrij Hb in de bloedbeen en geen hemosiderine in urine dus de urine is nooit donker. |
|
Wat is de belangrijkse complicatie van paroxysmale nachtelijke hematourie (PNH)? En de belangrijkste klacht? |
Trombose, Extreme vermoeidheid |
|
Waardoor wordt ITP vaak uitgelokt? |
Infectie |