Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
8 Cards in this Set
- Front
- Back
Achieved status |
Verworden status, grote mobiliteit |
|
Asribed status |
Status geërfd, kleine mobiliteit |
|
Inter-generatiemobiliteit |
Stijgen of dalen op ladder door afkomst (bijv. Beroep van vader) |
|
Intra-generatiemobiliteit |
Tijdens carrière stijgen of dalen op ladder en zodoende mobiliteit laten zien |
|
Stratificatie |
Indelen van mensen in maatschappelijke lagen, waartussen een ongelijkheidsverhouding bestaat |
|
Sociale mobiliteit |
Staat los van mobiliteit, blijft onveranderd |
|
Sociale rol |
Bijv. Art en patiënt. Rol staat nauw omschreven met daarin normen en waarden. Iemand kan meerdere rollen hebben die elkaar aanvullen of een conflict opleveren |
|
Socialisatie proces |
Informele regels die worden aangeleerd, bijv. Bij lerarenopleiding. Normen kunnen gekoppeld worden aan rollen, waardoor dwingend karakter |