• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/27

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

27 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Definitie aspecifieke lage rugpijn

Aspecifieke lage rugpijn wordt gedefinieerd als rugpijn waarvoor geen aanwijsbare specifieke oorzaak voor de klachten te vinden is. Dit is het geval bij ongeveer 90% van alle patiënten met lage rugpijn.Bij deze patiënten staat pijn in de lumbosacrale regio op de voorgrond. Ook kan uitstraling in de bil en het bovenbeen optreden. De pijn kan verergeren door bepaalde houdingen, bewegingen en het tillen of verplaatsen van lasten. Er zijn geen algemene ziekteverschijnselen zoals koorts of gewichtsverlies.De pijn kan continu aanwezig zijn of in episoden optreden.

Specifieke lage rugpijn wordt onderscheiden in:

- het lumbosacraal radiculair syndroom: een vorm van specifieke lage rugpijn met radiculaire pijn in 1 been, die al dan niet gepaard gaat met neurologische uitvalsverschijnselen;




- rugpijn als gevolg van een mogelijk ernstige onderliggende specifieke aandoening, zoals (osteoporotische) wervelfracturen, maligniteiten, spondylitis ankylopoetica, ernstige vormen van kanaalstenose, of ernstige vormen van spondylolisthesis.

Normaal beloop lage rugpijn

Er is sprake van een ‘normaal beloop’ wanneer de activiteiten en participatie in de tijd gradueel toenemen (tot het niveau van voor de klachtenepisode). Vaak zal ook de pijn verminderen.

Afwijkend beloop lage rugpijn

We spreken van een afwijkend beloop en een vertraagd herstel als er gedurende 3 weken geen duidelijk toename in activiteiten en afname in participatieproblemen is geweest.

Rode vlaggen lage rugpijn

Onderzoek lwk

- Onderzoek van de gewrichten van de thoracale, lumbale en lumbosacrale wervelkolom, het bekken en de heupen, namelijk:


- beoordeling per bewegingssegment op uitslag, richting, bewegingsweerstand en eindgevoel;


- beoordeling op consistentie en provocatie van pijn en uitstraling;


onderzoek van spieren, namelijk:


- beoordeling op spierlengte, rekbaarheid, eindgevoel, con-tractiegevoeligheid, rekgevoeligheid, tonus, coördinatie en kracht;


• onderzoek van de (paraspinale) huid, namelijk:


- beoordeling op oppakbaarheid, verschuifbaarheid, plooibaarheid en eindgevoel;


• uitvoering van activiteiten die beperkt zijn.

Factoren die herstel van lage rugpijn kunnen vertragen

Profielen lage rugpijn

Beleid bij een normaal beloop (profiel 1)

Beleid bij aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop zonder dominante aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren (profiel 2)

Beleid bij aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop met dominante aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren (profiel 3)

Stoppen met de behandeling lwk

Wanneer de vooraf afgesproken doelen bereikt zijn, wordt de behandeling afgesloten. Ook als deze doelen niet bereikt zijn, komt er een moment dat de behandeling wordt afgesloten. Wanneer er bijvoorbeeld gedurende 3-6 weken geen vooruitgang wordt geboekt, is het niet zinvol de behandeling te continueren. De kans dat er hierna vooruitgang optreedt, is gering. Dit wordt ook als zodanig met de patiënt besproken vóór de laatste behandeling.Tijdens de laatste behandeling wordt het verloop van de behandeling geëvalueerd, mede aan de hand van de afgenomen meet-instrumenten.

Prognostische factoren voor herstel na menisectomie

Natuurlijk beloop, normaal en vertraagd herstel meniscectomie

Het natuurlijk beloop wordt gekenmerkt door een toename van functies, activiteiten en participatie in de tijd, en een afname van de pijn. Binnen twee weken moet er een verbetering te zien zijn; vanaf ongeveer zes weken na de meniscectomie moet de patiënt weer normaal adl-activiteiten kunnen uitvoeren. Bij normaal herstel volgen patiënten het natuurlijk beloop. Bij vertraagd herstel zien we dat de functies, activiteiten en participatie niet toenemen, maar gelijk blijven of afnemen en dat de pijn en eventuele andere stoornissen toenemen of gelijk blijven (patiëntenprofiel 1).

Patiëntenprofielen meniscectomie

1: Aan de ene kant is er de patiënt die na een menisectomie nauwelijks klachten heeft en (al dan niet begeleid) snel herstelt (bijvoorbeeld de jonge, goedgetrainde sporter die bij een ongecompliceerd letsel soms al na een week weer op het sportveld te zien is (patiëntenpro el 1);




2: aan de andere kant de patiënt met een veel langduriger revalidatietraject met een vertraagd herstel; bijvoorbeeld iemand met een belaste voorgeschiedenis en degeneratieve verschijnselen in de knie (patiëntenprofiel 2)

Alarmsignalen na een menisectomie

- persisterende onbegrepen pijn;


- (te) lage belastbaarheid van de knie (afwijkend beloop);


- ontstekingsverschijnselen als gevolg van (postoperatieve)infectie en/of


- persisterende ontstekingsverschijnselen.






• De pijn is niet provoceerbaar of reduceerbaar bij het uitoefenen van functies (bijv. aanspannen van de musculus quadriceps femoris) en het uitvoeren van activiteiten (bijv. lopen, knielen).


• De zwelling neemt niet af.


• De knie wordt niet dunner, ondanks bewegen en/of oefenen.

Bewegingsonderzoek menisectomie

Aanbevolen meetinstrumenten, vragenlijst en tests.

Pijn


• Visuele analoge schaal (VAS) voor pijn




Functies


- Lysholmscore: o.a. pijn en zwelling


- Ganganalyselijst Nijmegen (GALN): flexie, extensie,gangpatroon




Activiteiten/participatie


- Patiënt Specifieke Visuele Analoge Schalen (VAS, voorheen Patiënt Specifieke Klachten, PSK);


- Lysholmscore (o.a. lopen,traplopen);


- Tegnerscore (adl, werk, sport);


- Factor Operational Rating System Scale (FORSS) voor adl-activiteiten;


- Sports Activity Rating Scale

Fases menisectomie

Fase 1a doelen

Fase 1a kenmerken

Na een meniscectomie wordt vrijwel direct begonnen met het bevorderen van de mobiliteit van de knie en de opbouw van de belasting van het kniegewricht, al dan niet met loophulpmiddelen. De nadruk ligt op het informeren en oefenen. Informatie wordt gegeven over de mate van belastbaarheid na de operatie en het geven van adviezen over hoe hiermee moet worden omgegaan.Bij het oefenen ligt de nadruk op bewegen binnen de grenzen van de belastbaarheid. Indien nodig wordt het gebruik van krukken geïnstrueerd. In deze fase wordt geadviseerd twee krukken te gebruiken (vanwege de dynamiek van het gaan) en 10 tot 50 procent te belasten. Fase 1a duurt in principe 0 tot 5 dagen, maar kan bij sommige patiënten langer duren (tot 10 dagen). Bij de start van fase 1 kan nog geen onderscheid worden gemaakt tussen normaal en vertraagd herstel. Aan het einde van fase 1 kan dat wel.




Kenmerken van patiënten in fase 1a zijn:


• De knie is pijnlijk en gezwollen;


• Er is sprake van een verminderde bewegingsuitslag;


• De patiënt kan/durft nog niet volledig steun te nemen op het geopereerde been.

Fase 1b

Fase 1b is gericht op het informeren van de patiënt over het normale, dynamische gaan en het oefenen daarvan. Z




Kenmerken van de patiënt bij een normaal herstel (‘functies en activiteiten nemen toe, pijn neemt af’) zijn:




- zwelling en pijn zijn afgenomen;


- actief bewegen knie is mogelijk;


- belastbaarheid neemt toe;


- kwaliteit bewegen met krukken neemt toe (50-100% belast).




Het kenmerk van patiënten met een vertraagd herstel is dat zij te lang met krukken blijven lopen en langdurig niet-dynamisch lopen. Wees alert op een eventuele synoviitis. Bij een synoviitis moet de fysiotherapeut eventueel overleggen met de medisch behandelaar/arts. Patiënten moeten dan juist wel (verminderd belast) met krukken lopen. Pas in tweede instantie moet bij een vertraagd herstel rekening worden gehouden met de aanwezigheid van bewegingsangst.

Doelen fase 1b

Fase 2

De overgang van fase 1b naar fase 2 wordt bepaald door de kwaliteit van bewegen (dynamisch gaan) en niet door de tijd. Het criterium om te starten met fase 2 is de aanwezigheid van een dynamisch gangpatroon zonder krukken. Bij normaal herstel kan participatie in werk, sport en hobby gemiddeld in vier tot zes weken worden bewerkstelligd.In elke fase van de behandeling dient aandacht te zijn voor het bijstellen van de diagnose, het behandelplan en eventueel overleg met verwijzer.

Doelen Fase 2 (belast)

Behandelduur en frequentie menisectomie

Over het algemeen beslaat de totale behandelduur niet meer dan zes weken tot drie maanden. De behandelfrequentie bij een normaal beloop is laag (1 tot 3 behandelingen inclusief het controleconsult). De behandelfrequentie wordt mede bepaald door specifieke behandeldoelen en problemen, en de leerbaarheid en trainbaarheid van de patiënt. Ook de behandelduur kan zich, afhankelijk van specifieke behandeldoelen over een langere tijd uitstrekken dan bij een normaal herstel.

Hoe dien je de Lysholmscore te interpreteren?

De Lysholmscore bevat 8 items: pijn, door de knie zakken, blokkades/slotverschijnselen, afwijkend looppatroon / mank lopen, traplopen, hurkzit, zwelling en steun. Elk item heeft 3 tot 6 antwoordmogelijkheden. De totaalscore is de somscore van alle items. Deze varieert van 0 (volledig beperkt) tot 100 (geen beperking) met als beoordeling:


- 95-100 punten: uitstekend;


- 84-94 punten: goed;


- 65-84 punten: matig;


- 65 punten: slecht.