Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
56 Cards in this Set
- Front
- Back
Psychologie |
wetenschap van gedrag en mentale processen. |
|
psychiatrie |
een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale stoornissen |
|
Bias |
een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen en waarden. |
|
Emotionele Bias |
de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal. |
|
Confirmation Bias |
De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent. |
|
Biologisch perspectief |
Het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en hormoonstelsel |
|
empirisch onderzoek |
onderzoeksbenadering waarbij gegevens worden verzameld door middel van objectieve informatie uit de eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en observatie. |
|
prenatale periode |
Ontwikkelingsperiode voorafgaande aan de geboorte |
|
Zygote |
Bevruchte eicel |
|
Embryo |
Het ongeboren kind gedurende de eerste acht weken na de conceptie |
|
Foetus |
Het ongeboren kind in de periode tussen het embryonale stadium en de geboorte |
|
Placenta |
orgaan dat het embryo en later de foetus scheidt van de moeder. De placenta vormt een barrière tussen de bloedbanen, maar laat wel voedingsstoffen en afvalstoffen door. |
|
Teratogeen |
Substantie uit de omgeving (bijv. virus, drug of andere chemische stoffen) die schade kan toebrengen aan het ongeboren kind. |
|
Foetaal alcohol syndroom (FAS) |
een aantal fysieke en mentale problemen die voorkomen bij kinderen van wie de moeders excessieve hoeveelheden alcohol drinken tijden de zwangerschap |
|
neonatale periode |
de eerste maand na de geboorte |
|
spiegelneuron |
zenuwcel die geactiveerd wordt als er een handeling wordt uitgevoerd, maar ook als je iemand anders een handeling ziet uitvoeren. de ontdekking van spiegelneuronen wordt beschouwd als een van de belangrijkste recente ontdekkingen in de neurowetenschap. |
|
imitatie |
Het imiteren van het gedrag van andere mensen |
|
synchroniciteit |
de nauwkeurige coördinatie van de kijkrichting, het stemgebruik, de aanrakingen en glimlachen van baby en moeder of een andere verzorger. |
|
aangeboren reflex |
reflexieve reactie die al aanwezig is vanaf de geboorte |
|
zuigelingen tijd (wat voor tijd is dit?) |
De periode tussen het einde van de neonatale periode (de geboorte) en het moment dat het kind kan praten, meestal rond achttien maanden of twee jaar |
|
synaptic pruning |
een proces waarbij ongebruikte verbindingen in de hersenen verloren gaan en neuronen beschikbaar komen voor toekomstige ontwikkeling |
|
adolescentie |
ontwikkelingsperiode die begint met de puberteit en (minder duidelijk) eindigt bij aanvang van de volwassenheid |
|
Puberteit |
seksuele rijping |
|
Overgangsritueel |
sociaal ritueel dat de overgang tussen twee ontwikkelingsstadia markeert, vooral die tussen de kindertijd en de volwassenheid |
|
menarche |
eerste menstruatie, begin van de puberteit bij meisjes |
|
lichaamsbeeld |
de perceptie van en gevoelens over de eigen lichamelijke verschijning |
|
seksuele oriëntatie |
de richting van iemands seksuele belangstelling (meestal voor mensen van het andere geslacht, hetzelfde geslacht of beide geslachten). |
|
ziekte van alzheimer |
een degeneratieve aandoening van de hersenen, waardoor het denkvermogen achteruitgaat, geheugenproblemen ontstaan en de patiënt uiteindelijk overlijdt. |
|
psychopathologie |
elk patroon van emoties, gedragingen of gedachten dat niet bij de situatie past en dat persoonlijk lijden veroorzaakt of het individu ervan weerhoudt om belangrijke doelen te realiseren. |
|
hallucinaties |
zintuigelijke beleving die niet overeenkomt met de werkelijkheid, kan op een psychische stoornis wijzen. hallucinaties kunnen ook een andere oorzaak hebben, zoals drugs of langdurige afwezigheid van sensorische input. |
|
Waan (wanen) |
Extreme verstoring van het denken, waaronder hardnekkige foutieve overtuigingen. Wanen vormen een belangrijk kenmerk van paranoïde stoornissen. |
|
Affect |
term die verwijst naar een emotie of stemming |
|
stemmingsstoornis |
abnormale verstoring in emoties of stemming, inclusief bipolaire en unipolaire stoornis, stemmingsstoornissen worden ook wel affectieve stoornissen genoemd. |
|
Affectieve stoornis met seizoensgebonden patroon (SAD) |
vorm depressie waarvan men aanneemt dat ze wordt veroorzaakt door een gebrek aan zonlicht |
|
Bipolaire stoornis |
Psychische afwijking die gepaard gaat met stemmingsschommelingen, van manie tot depressie. |
|
Angststoornis |
Psychisch probleem waarvan het belangrijkste kenmerk angst is. angststoornissen zijn onder meer paniekstoornissen, specifieke fobieën en obsessief- compulsieve stoornis |
|
gegeneraliseerde angststoornis |
Een psychologisch probleem dat wordt gekenmerkt door hardnekkige en algemene gevoelens van angst zonder externe oorzaak |
|
paniekstoornis |
verstoring die wordt gekenmerkt door paniekaanvallen die geen verband houden met gebeurtenissen die het individu op dat moment ervaart |
|
agorafobie |
angst voor openbare plaatsen en open ruimte, komt vaak voor bij patiënten met een paniekstoornis. |
|
fobie |
angststoornis die wordt gekenmerkt door een pathologische angst voor een specifiek object of een specifieke situatie |
|
Obsessief-compulsieve stoornis (OCD) |
aandoening die zich kenmerkt door patronen van aanhoudende ongewenste dwang-gedachten en/of gedragingen. |
|
psychose |
Stoornis die gepaard gaat met ernstige verstoringen in de perceptie, het rationele denken of het affect (de emoties) |
|
Schizofrenie |
psychotische stoornis die wordt gekenmerkt door verstoring van gedachten, percepties en/of emoties |
|
diathese-stresshypothese |
In verband met schizofrenie: de stelling dat genetische factoren een bepaald risico vormen, maar dat er stressfactoren uit de omgeving nodig zijn om deze mogelijkheid om te zetten in een werkelijke schizofrene stoornis. |
|
autisme |
een stoornis die ernstige belemmeringen van de aandacht, de cognitie (denken aan gerelateerde verstandelijke processen), de communicatie en het sociaal functioneren kan veroorzaken |
|
Dyslexie |
een leesstoornis, waarvan sommige deskundigen denken dat deze door een afwijking in de hersenen wordt veroorzaakt. |
|
Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) |
Een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door gebrekkige impulscontrole, problemen met het concentreren op een taak gedurende een langere tijdsperiode, snel afgeleid zijn en overmatig activiteit |
|
Persoonlijkheidsstoornis |
conditie waarbij de persoon chronisch persuasieve, inflexibele en slecht aangepaste denkpatronen, emoties, sociale relaties of impulsbeheersing heeft, die een normaal functioneren bemoeilijken of onmogelijk maken. |
|
etniciteit |
een algemene term die verwijst naar een gedeelde culturele achtergrond of erfenis |
|
allochtonen / migranten |
mensen van wie ten minste een van de ouders niet in Nederland geboren is. |
|
vooroordeel |
een rigide generalisatie over een persoon of een categorie mensen |
|
racisme |
de overtuiging dat een bepaalde raciale categorie van nature inferieur of superieur is aan een andere |
|
discriminatie |
de ongelijke behandeling van verschillende categorieën mensen. |
|
etnocentrisme |
is een attitude waarbij men een andere cultuur beoordeelt naar de maatstaven van de eigen cultuur |
|
attitude |
is het totaal van opvattingen, gevoelens en geneigdheid tot handelen ten opzichte van iets of iemand |
|
etnocentrisme |
is het standplaatsgebonden beoordelen van culturen. De eigen cultuur, of een andere van tevoren bepaalde cultuur, wordt gebruikt om andere culturen in een sociaal-cultureel opzicht te meten.
|