Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
64 Cards in this Set
- Front
- Back
Psychodynamische benadering |
Onbewuste wordt bewust gemaakt Problemen komen uit kindertijd |
|
ES (id) |
- driften/drijfveren - gericht op behoefte bevrediging - met verborgen wensen en verlangens |
|
EGO |
-ik, de baas over es - scheidsrechter - wensen, verlangens vs. Regels |
|
Superego |
- bewust - geweten - info over wat wel en niet mag |
|
Ontkenning |
De realiteit niet onder ogen zien |
|
Verdringing |
Slechte gedachten wegstoppen |
|
Regressie |
Terugvallen op kinderlijk gedrag |
|
Projectie |
Onacceptabele impuls geprojecteerd op een ander |
|
Rationalisering |
Iets slechts doen en het goedpraten |
|
Verplaatsing |
Gevoels uiten op iemand die er niks mee te maken heeft |
|
Reactievorming |
Onacceptabele gevoelens verdringen en met acceptabele gevoelens uiten |
|
Sublimeren |
Je driften en gevoelens uiten op iets goeds |
|
Identificatie |
Angst etc. tegen de dader omzetten tot sympathie voor de dader |
|
Isolering |
Gebeurtenis wordt wel gezien, maar je gevoel is ervanaf gesplitst |
|
Intelectualisering |
Moeilijke inerlijke zaken met veel interessante en moeilijke woorden wegpraten |
|
Splitsen |
Iets of iemand als helemaal goed of helemaal slecht zien |
|
Therapie vanuit het driftmodel |
-vrije associatie in de therapie - praten over dromen - overdracht en tegenoverdracht - doel: onbewuste bewust maken |
|
Overdracht |
Emoties uit het verleden uitten op de zorgverlener |
|
Tegenoverdracht |
Zorgverlener uit emoties op zorgvrager |
|
Objectrelatie |
- innerlijke representatieve van de relatie met een ander - object is een persoon - innerlijk beeld: manier waarop relatie is beleefd |
|
Objectrelatie model |
Beschrijft het ontwikkelingsproces van seperatie-individuatie en de problemen die dit met zich mee kan brengen |
|
Innerlijke representaties |
Hoe relaties in elkaar zitten, eerste relaties verinnerlijkt, leiden tot model voor omgaan met anderen |
|
Seperatie-individuatie proces |
Als kind leren omgaan met seperaties en het ontwikkelen van een eigen identiteit |
|
Voorwaarden seperatie-individuatie proces |
- genoeg 'holding' (je beschermd en veilig voelen, niet aan het lot overgelaten) |
|
Emotionele objectconstantie |
- het vermogen krijgen om met tegenstrijdige gevoelens om te gaan |
|
Mahler |
- rond drie maanden 'ik' ontwikkeld -emotionele objectconstantie - gestoorde ontwikkeling = gespleten ik |
|
Klein |
- bij scheiding/verwaarlozing verdwijnt 'ik' - later tegenstrijdige gevoelens in persoonlijkheid - gestoorde ontwikkeling = gesplinterd ik |
|
Winnicott |
- good enough mother - holding environment - kind leert omgaan met frustraties |
|
Zelfpsychologie Kohut en stern |
- Narcisme = veel zelfwaardering nodig hebben, zwak ik - oorzaak: als kind te weinig bevestiging door primakre verzorger |
|
Stern |
- observatie spiegelen - present moment - verbal self |
|
Observatie spiegelen |
Terugspiegelen, aandachtig contact en reageren |
|
Present moment |
Aanwezig zijn op het moment van contact |
|
Verbal self |
Persoon die kan vertellen hoe hij zich voelt |
|
Baby tijd |
Vertrouwen - wantrouwen |
|
Peutertijd |
Overdreven autonomie - schaamte en overdreven gehoorzaamheid |
|
Kleutertijd |
Ongebreidelde fantasie - schuldgevoel |
|
Schoolleeftijd |
Overdreven ijverig - faalangst |
|
Puberteit |
Identiteitsverwarring - te snel vastleggen van eigen identiteit |
|
Jong volwassenheid |
Sociaal emotioneel isolement - symbiotische relaties |
|
Volwassenheid |
Generativiteit - stagnatie in ontwikkeling |
|
Ouderdom |
Integriteit - wanhoop |
|
Gedragstherapie |
- problemen door verkeerd aangeleerd gedrag - exposure |
|
Klassieke conditionering |
Aangeleerd gedrag dmv stimulus en respons |
|
Operante conditionering |
Beloning en straf |
|
Modelleren |
Leren door imitatie |
|
Sociale vaardigheidstechnieken |
- operante technieken - modelleren - transfertraining - SOVA - Sociale competentietraining |
|
Cognitieve psychologie |
- mens is informatieverwerkend systeem - verklaringen/gedachten over wat we meemaken - gedrag en emoties beinvloed door interne software - door schema's begrip voor situaties - therapie = functionele manieren van denken dmv metacognitie en experimenteren met nieuw gedrag |
|
Ellis en Beck |
-bewustwording van automatische onbewuste gedachten - bijstellen van slechte gedachten met opdrachten |
|
Abc en g schema |
A= aanleiding B= Beliefs (feitelijke gebeurtenis) C= Consequenties Therapie: D= uitdagen (B) E = formuleren betere gedachten F= nieuw gedrag |
|
Cognitieve gedragstherapie |
- stoornis is een denk en een gedragsprobleem - veranderen van denken en stimuleren tot nieuw gedrag - stamt af van behaviorisme |
|
Clientgerichte benadering |
- aangeboren kracht om jezelf te ontwikkelen -Zelfontplooiing -onvoorwaardelijke acceptatie -voorwaardelijke acceptatie - incongruentie |
|
Incongruentie |
Vervreemd van anderen en onszelf |
|
Maslow |
- Primaire biologische behoeften - bestaanszekerheid - sociale behoefte - erkenning - Zelfontplooiing |
|
Systeemtherapeutische benaderingen |
- communicatietheoretische benadering - structurele benadering - intergenerationele, contextuele benadering |
|
Systeemleer |
Bestaat uit elementen die met elkaar in verbinding staan en niet los van elkaar gezien kunnen worden |
|
Systeem benadering |
- sociale systeem belangrijkste invalshoek - geleid door regels - circulaire causaliteit - homeostase - circulaire feedbackprocessen |
|
Structurele benadering |
Bestaat uit Hiërarchie en betrokkenheid |
|
Ziekmakende structuren |
- kluwen gezinnen - los zand gezinnen |
|
Communicatietherapeutische benadering |
- onmogelijk niet te communiceren - inhouds en betrekkingsniveau - interpunctie - inconsistentie - interactiepatronen - psychische problemen als vorm van communicatie |
|
Intergenerationele of contextuele benadering |
- accent op geschiedenis van gezin en patronen die zich herhalen - vier dimensies: feiten, psychologisch, familisysteem, exisentieel etisch |
|
Oplossingsgerichte benadering |
- probleem is niet het uitgangspunt - geen uitvoerige diagnostiek - oorzaak problemen zegt nikd over oplossing - client is expert - aversie tegen etikettering - succesvol eind als uitgangspunt |
|
Positieve psychologie |
- accent op positieve eigenschappen - in moeilijke omstandigheden lukt het vaak toch verder te leven - veerkracht -negatieve ervaringen horen erbij |
|
Oplossingsgerichte therapie |
- Wondervraag - zoeken naar uitzonderingen - schalen - opstellen van doelen - therapeutische houding |
|
Neg. Oplossingsgerichte benadering |
- probleem wordt te weinig erkent -clienten kunnen adviezen of uitleg nodig hebben - te veel positiviteit is vermoeiend |