• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/28

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

28 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Onderwerpen van psychologisch onderzoek specifiek bij ouderen zijn:
• Angststoornissen
• Depressie
• Eenzaamheid
• zingeving
19.1 Angststoornissen
In de praktijk rapporteren psychologen weinig angst problemen onder ouderen maar grootschalig bevolkingsonderzoek wees iets heel anders uit:
-Bij Nederlanders vanaf 55 jaar komen angststoornissen meer voor dan depressie en dementie.
-10 procent van de ouderen heeft last van een angststoornis.
-11 procent heeft angstklachten maar voldoet niet aan de criteria voor een stoornis. De zogenaamde: ‘subthreshold anxiety’.


Angst is blijkbaar in de praktijk lastig te herkennen. Wordt angst herkend dan volgt meestal en langdurige behandeling met benzodiazepinen (zoals Temesta) een categorie ‘tranquilizers’ waarvan we weten dat ze verslavend is.
Wat is: ‘subthreshold anxiety’.
‘subthreshold anxiety’:
Men heeft angstklachten maar voldoet niet aan de criteria voor een stoornis.

Angst is blijkbaar in de praktijk lastig te herkennen. Wordt angst herkend dan volgt meestal en langdurige behandeling met benzodiazepinen (zoals Temesta) een categorie ‘tranquilizers’ waarvan we weten dat ze verslavend is.
Ouderen duiden angst vaker
lichamelijk in hartkloppingen, trillen en duizeligheid, kortom zich onwel voelen. Gevolg is dat ze naar medisch specialisten worden gestuurd.
De meeste ouderen zijn afkerig van psychische problemen te melden omdat
daar vroeger een taboe op lag. Huisartsen moeten ook voorzichtig zijn met het stellen van een psychische diagnose. Ouderen mankeren nu eenmaal vaker wat fysiek.
Vermijding van angst gerelateerde objecten of situaties is voor ouderen vaak veel makkelijker. Ze hebben vaak weinig verplichtingen, dus
de omgeving accepteert al gauw dat een ouder iemand bepaalde dingen niet meer doet, bijvoorbeeld naar verjaardagen gaan ed.

Ouderen die al angstproblematiek kenden, zijn geneigd om dat als onderdeel van hun persoonlijkheid te zien. Als iets dat ‘er bij hoort’.
Ouderen die al angstproblematiek kenden, zijn geneigd om dat als onderdeel van hun persoonlijkheid te zien. Als iets .....
dat ‘er bij hoort’.

2/3e van de ouderen hadden de angsten al voor het 65e levensjaar een 3e pas erna. Als de angst vroeger nooit voldoende is behandeld melden ouderen de angst meestal niet meer.
Ageism

Bij behandeling va ouderen ligt er een gevaar op de loer:
Ageism:
Leeftijds discriminatie.

Angst en vermijdingsgedrag worden door hulpverleners vaak als normaal gezien. De angst op te vallen op straat valt daar onder.

Hulpverleners vinden het niet opvallend dat een oudere veel binnenshuis blijft en niet meer met het openbaar vervoer reist.
Bij ouderen komen meer gegeneraliseerde angst en dwangstoornissen voor. Deze angsten kenmerken zich door:
Voortdurend zorgen maken, schrikachtig zijn, steeds controleren, bijv. of het gas wel uit is.

De oorzaken van angststoornissen bij ouderen worden gezocht in psychologische en lichamelijke veranderingen die met ouderdom gepaard gaan. Lichamelijke ziekten gaan vaak samen met angststoornissen.
De oorzaken van angststoornissen bij ouderen worden gezocht in
psychologische en lichamelijke veranderingen die met ouderdom gepaard gaan. Lichamelijke ziekten gaan vaak samen met angststoornissen.

Er is nog veel te doen op het gebied van ouderen en angstproblematiek.
Er zijn voor ouderen 2 angstvragenlijsten in omloop:

• Worry Scale
• Fear Questionaire
Er is nog veel te doen op het gebied van ouderen en angstproblematiek.

Er zijn voor ouderen 2 angstvragenlijsten in omloop:
• Worry Scale
• Fear Questionaire

Er loopt onderzoek naar de kwaliteit.
19.2 Depressie
Naar schatting lijdt .... van de ouderen aan een depressie
2% van de ouderen aan een depressie. Klachten en symptomen liggen hoger, namelijk op 13%.

Ouderen die aan een depressie lijden hebben meestal eerder in hun leven aan een depressie geleden.
Ook bij depressie zijn ouderen minder geneigd dan jongeren dat te meden. Ze zoeken dus minder snel hulp..
Ouderen die aan een depressie lijden hebben meestal
eerder in hun leven aan een depressie geleden.
Ook bij depressie zijn ouderen minder geneigd dan jongeren dat te melden. Ze zoeken dus minder snel hulp..

Wat kan een depressie bij ouderen ‘triggeren’?
• Chronische ziekte,
• Verlies van zelfstandigheid
• Gebrek aan sociale steun
• Confrontatie met sterfelijk zijn

Bij psychologisch onderzoek bij ouderen moeten ook de context en de omgeving worden meegenomen. Die verschilt ten opzichte van die van jongeren.

Er dient speciale aandacht te gaan naar:
• Depressie van rouw
• Dementie
• Lichamelijke aandoeningen en
• eenzaamheid
Wat kan een depressie bij ouderen ‘triggeren’?
• Chronische ziekte,
• Verlies van zelfstandigheid
• Gebrek aan sociale steun
• Confrontatie met sterfelijk zijn

Bij psychologisch onderzoek bij ouderen moeten ook de context en de omgeving worden meegenomen. Die verschilt ten opzichte van die van jongeren.

Er dient speciale aandacht te gaan naar:
• Depressie van rouw
• Dementie
• Lichamelijke aandoeningen en
• eenzaamheid
Bij psychologisch onderzoek bij ouderen moeten ook de context en de omgeving worden meegenomen. Die verschilt ten opzichte van die van jongeren.

Er dient speciale aandacht te gaan naar:
• Depressie van rouw
• Dementie
• Lichamelijke aandoeningen en
• eenzaamheid
Een vragenlijst voor depressie onderzoek bij ouderen is de:
GDS Geriatric Depression Scale.
Deze vragenlijst is goed.
19.3 Eenzaamheid
Eenzaamheid komt vaak voor bij ouderen.

Er zijn 2 soorten eenzaamheid:
1. Gevoelsmatig isolement
2. Sociaal isolement

Gevoelsmatig isolement
Gevoelsmatig isolement bestaat uit verlies van relaties. Ouderen worden daardoor rusteloos, verlangen terug naar vroeger, voelen angst, hebben gebrek aan concentratie, slapen slecht, zijn snel geïrriteerd en voelen zich zelfs in gezelschap eenzaam.

Wat kan helpen is praten over vroeger en bijv. foto’s van verloren relaties.


Sociaal isolement
Sociaal isolement ontstaat als er geen mensen meer zijn die de zelfde interesses en levenshouding hebben. Er is gebrek aan wisselwerking met anderen en gezelligheid. De symptomen zijn ook rusteloosheid en terugverlangen naar vroeger, maar ook verveling, doelloosheid, een gevoel van marginaliteit en geen feedback op de dagelijkse bezigheden.

Wat een remedie is is het opbouwen van een netwerk van kennissen en vrienden voor gezamenlijke activiteiten.
Er zijn 2 soorten eenzaamheid:

1. Gevoelsmatig isolement
2. Sociaal isolement
-Gevoelsmatig isolement
Gevoelsmatig isolement bestaat uit verlies van relaties. Ouderen worden daardoor rusteloos, verlangen terug naar vroeger, voelen angst, hebben gebrek aan concentratie, slapen slecht, zijn snel geïrriteerd en voelen zich zelfs in gezelschap eenzaam.

Wat kan helpen is praten over vroeger en bijv. foto’s van verloren relaties.


-Sociaal isolement
Sociaal isolement ontstaat als er geen mensen meer zijn die de zelfde interesses en levenshouding hebben. Er is gebrek aan wisselwerking met anderen en gezelligheid. De symptomen zijn ook rusteloosheid en terugverlangen naar vroeger, maar ook verveling, doelloosheid, een gevoel van marginaliteit en geen feedback op de dagelijkse bezigheden.

Wat een remedie is is het opbouwen van een netwerk van kennissen en vrienden voor gezamenlijke activiteiten.
-Gevoelsmatig isolement
Gevoelsmatig isolement bestaat uit verlies van relaties. Ouderen worden daardoor rusteloos, verlangen terug naar vroeger, voelen angst, hebben gebrek aan concentratie, slapen slecht, zijn snel geïrriteerd en voelen zich zelfs in gezelschap eenzaam.

Wat kan helpen is praten over vroeger en bijv. foto’s van verloren relaties.
-Sociaal isolement
Sociaal isolement ontstaat als er geen mensen meer zijn die de zelfde interesses en levenshouding hebben. Er is gebrek aan wisselwerking met anderen en gezelligheid. De symptomen zijn ook rusteloosheid en terugverlangen naar vroeger, maar ook verveling, doelloosheid, een gevoel van marginaliteit en geen feedback op de dagelijkse bezigheden.

Wat een remedie is is het opbouwen van een netwerk van kennissen en vrienden voor gezamenlijke activiteiten.
Oorzaken van eenzaamheid bij ouderen kun je zoeken in:
• De omgeving (bijv. verhuizing)
• Persoonskenmerken (afwachtende houding, zelfmedelijden)
Uit onderzoek blijken twee verschillen tussen eenzame en niet eenzame ouderen:
• Te veel op jezelf gericht zijn en
• de neiging om op ongepaste manieren jezelf prijs te geven in interacties met anderen.

Op basis van de omgeving en de persoonskenmerken komt men vaak tot de oplossing voor eenzaamheid. Bijv. ‘de lat’ qua relaties lager leggen, bemiddeling in relaties en cursussen. Dit gebeurt vaak in gesprek met de oudere.
Eenzaamheid wordt beschouwd als een:
Aan sociale steun gerelateerd begrip.

Een vragenlijst om eenzaamheid onder ouderen te onderzoeken is de:
SSL-D Sociale Steun Lijst-Discrepanties.

De lijst meet de mate waarin de gekregen sociale steun overeenkomt met de behoefte.

De vragen gaan over:
• Alledaagse emotionele ondersteuning
• Emotionele ondersteuning bij problemen
• Waarderingssteun
• Instrumentelle interacties
• ‘social companionship’
• informatieve steun

De kwaliteit van de SSL-D is goed, maar er ontbreken voldoende normgroepen.
19.4 Zingeving

Zingeving is sterk gerelateerd aan eenzaamheid.
Onderscheid is dat
zingeving te maken heeft met wat er wel gebeurd in het leven van een oudere en eenzaamheid met het gebrek aan gebeurtenissen.
Zingeving is erg persoonlijk.

Het is de vraag
welke betekenis iemand geeft aan wat er in zijn of haar leven gebeurd en het gevoel heeft ‘ergens voor te leven’. Zonder sociale en culturele omgeving kan er geen zingeving zijn.

De ‘zin’ ontwikkeld zich in de loop van de tijd door de dingen die er in het leven zijn. Mensen geven hun leven zin door terug te kijken naar de nuttige dingen die ze gedaan hebben en door vooruit te kijken wat ze nog kunnen gaan doen.
De ‘zin’ ontwikkeld zich in de loop van de tijd door de dingen die er in het leven zijn. Mensen geven hun leven zin door terug te kijken naar de nuttige dingen die ze gedaan hebben en door vooruit te kijken wat ze nog kunnen gaan doen.

Voor een oudere ligt zingeving natuurlijk anders dan voor jongeren. Waarom?
Omdat de oudere een ander toekomstperspectief heeft dan de jongere. Darintegen staat een langer verleden. Een oudere kan dus heel anders kijken tegen zingeving aan kijken dan een jonge psychologisch onderzoeker.
Bedreigingen voor zingeving bij ouderen zijn:
• Gezondheid
• Sociale contacten

Ouderen hebben meer te maken met lichamelijke problemen en het wegvallen van relaties.

Oplossingen voor geen zin meer zien in het leven zijn doelen stellen en terugblikken op vroeger en daar een nieuw perspectief in vinden.
Zingeving is lastig psychologisch te onderzoeken.
Wat werkt het beste?
Gespreksvoering werkt hierbij het beste.