• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/5

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

5 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Welke criteria hanteert de DSM-IV voor paniekstoornis (met/zonder agorafobie):
A. Herhaalde onverwachte paniekaanvallen. B. Minimaal één van de aanvallen is gevolgd door min. 1 maand met minstens 1 van de volgende criteria: aanhoudende zorg over nieuwe aanvallen/zorg over implicaties of gevolgen van de aanval (bijvoorbeeld de macht over zichzelf verliezen, een hartaanval krijgen, gek worden)./een verandering in gedrag in relatie tot de aanvallen. C. De paniekaanvallen zijn niet het gevolg van een lichamelijke aandoening of van het innemen van een substantie (bijvoorbeeld drugs of medicijnen). D. De paniekaanvallen zijn niet uitsluitend het gevolg van een andere psychische aandoening, bijvoorbeeld de sociale fobie (bijvoorbeeld blootstelling aan gevreesde sociale situaties), specifieke fobie (bijvoorbeeld blootstelling aan een specifiek fobische situatie), obsessieve-compulsieve stoornis (bijvoorbeeld blootstelling aan vuil van iemand met smetvrees), posttraumatische stressstoornis (bijvoorbeeld als gevolg van prikkels die gekoppeld zijn aan een ernstige stressfactor) of separatieangst (bijvoorbeeld als reactie op het verlaten van huis of gezinsleden).

Eventueel: Het optreden van agorafobie.
Wat is het verschil tussen een paniekstoornis met en zonder agorafobie?
Patiënten met een paniekstoornis met agorafobie kunnen bepaalde situaties identificeren waarin de kans op een paniekaanval groter is of een paniekaanval bijzonder ramzalig zou zijn. Zij zijn geneigd deze situaties te vermijden. Patienten zonder agorafobie identificeren deze situaties niet vertonen geen opvallend/substantieel vermijdingsgedrag.
Wat is een sociale fobie?
Een hardnekkige angst voor sociale of prestatie situaties, ten gevolge van de overtuiging van de persoon dat hij of zij iets zal doen dat beschamend of vernederend is. Sociale fobici vermijden deze situaties vaak, of doorstaan ze met een oncomfortabel gevoel. Men krijgt alleen de diagnose Sociale Fobie als de sociale angst significante hinder oplevert in de dagelijkse routine, het beroepsmatig of sociaal functioneren.
Wat waren de bevindingen van correlationele en experimentele studies die het cognitieve model voor paniekstoornis onderzochten?
Model wordt ondersteund....
Wat waren de bevindingen van correlationele en experimentele studies die het cognitieve model voor sociale fobie onderzochten?
Model wordt ondersteund....