Open Water Diver

Front 1

Een voorwerp heeft een positief drijfvermogen als het:

Back 1

Een hoeveelheid water verplaatst die meer weegt dan het voorwerp zelf. (het drijft dus)

Front 2

Welke twee uitrustingsstukken gebruik je om je drijfvermogen te regelen?

Back 2

Trimvest en lood.

Front 3

Waarom is controle over je drijfvermogen een van de belangrijkste vaardigheden?

Back 3

Omdat je hiermee invloed hebt op waar je je in het water bevindt.

Front 4

Wat is het verschil in drijfvermogen tussen zoet en zout water?

Back 4

Een voorwerp heeft in zout water meer drijfvermogen dan in zoet water. (zout water weegt meer door opgeloste zout)

Front 5

Hoe regel je met je ademhaling je drijfvermogen?

Back 5

Wanneer je uitademt, neemt je longvolume af. Hierdoor heb je minder drijfvermogen.

Front 6

Waarom voel je veranderende druk meestal alleen in de luchthoudende holtes van je lichaam?

Back 6

Omdat je lichaam hoofdzakelijk uit niet-samendrukbare vloeistoffen bestaat, maar lucht wel samendrukbaar is en van volume verandert wanneer de druk verandert.

Front 7

Waarom zijn drukveranderingen in water groter dan in lucht?

Back 7

Omdat water meer weegt (dichter en zwaarder is).

Front 8

Wat is de absolute druk, het volume en de dichtheid op 10, 20, 30 en 40 meter?

Back 8

10 m = 2 bar, 1/2, x2
20 m = 3 bar, 1/3, x3
30 m = 4 bar, 1/4, x4
40 m = 5 bar, 1/5, x5

Front 9

Wat zijn de drie belangrijkste luchthoudende holtes, die tijdens een afdaling door de druk worden beïnvloed?

Back 9

Masker, oren en bijholtes.

Front 10

Wat is een squeeze?

Back 10

Een drukverschil waarbij de druk in een luchthoudende holte kleiner is dan de omgevingsdruk, met pijn of een onaangenaam gevoel als gevolg.

Front 11

Wat is klaren?

Back 11

Tijdens de afdaling lucht aan luchthoudende holtes toevoegen om ervoor te zorgen dat de druk in de holte gelijk wordt aan de omgevingsdruk.

Front 12

Welke technieken zijn er om je oren te klaren?

Back 12

Je neus dichtknijpen en er zachtjes door proberen uit te ademen, slikken en je kaak heen en weer bewegen, deze twee dingen tegelijk.

Front 13

Wanneer moet je je oren klaren?

Back 13

Elke meter voordat het onaangenaam wordt.

Front 14

Wat moet je doen als je een ongemakkelijk gevoel hebt en niet kunt klaren?

Back 14

Opstijgen tot het vervelemde gevoel weggaat en opnieuw proberen te klaren. Vervolgens langzamer afdalen. De duik beindigen als je niet kunt klaren.

Front 15

Wat is de belangrijkste regel bij het duiken?

Back 15

Door blijven ademen en nooit je adem inhouden.

Front 16

Wat kan er gebeuren als je je adem inhoudt bij het opstijgen?

Back 16

Dit kan longoverdrukverwondingen veroorzaken, waardoor er lucht in je bloedsomloop op borstkas terecht kan komen (= ernstige verwondingen veroorzaken waaronder verlamming en dood = verwondingen die eenvoudig te voorkomen zijn door je adem niet in te houden).

Front 17

Wat is een omgekeerd blok?

Back 17

Pijn of ongemak vanwege ingesloten lucht die zich uitzet tijdens de opstijging.

Front 18

Wat moet je doen bij een omgekeerd blok?

Back 18

Je opstijging vertragen of onderbreken om de ingesloten lucht de kans te geven te ontsnappen.

Front 19

Welke invloed heeft een grotere diepte op hoe lang je met je lucht doet?

Back 19

Als je dieper duikt wordt de lucht in je fles sneller verbruikt.

Front 20

Wat is de meest efficiente manier om onder water te ademen?

Back 20

Diep en langzaam.

Front 21

Waarom heb je onder water een masker nodig om te kunnen zien?

Back 21

Omdat het menselijk oog onder water niet kan scherpstellen.

Front 22

Waarom moet je neus door het masker ingesloten zijn?

Back 22

Om je masker te kunnen klaren.

Front 23

Wat zijn de kenmerken waarop je een masker uitzoekt?

Back 23

Klein volume, uitsparing voor de neus of voorde vingers, groot gezichtsveld.

Front 24

Wat is de belangrijkste overweging bij aanschaf van duikuitrusting waaronder een masker?

Back 24

Pasvorm en comfort.

Front 25

Wat moet je doen als je een nieuw masker voor het eerst gaat gebuiken?

Back 25

De door de fabriek aangebrachte coating verwijderen, het maskerbandje afstellen.

Front 26

Hoe moet je je masker onderhouden?

Back 26

Na gebruikt afspoelen met kraanwater, opslag in droge koele ruimte.

Front 27

Waarom heb je bij het duiken een snorkel nodig?

Back 27

Om perslucht te sparen als je aan de oppervlakte zwemt, om bij golfslag makkelijker aan de oppervlakte te kunnen ademen, indien je met een lege fles een grotere afstand moet afleggen.

Front 28

Welke kenmerken heeft een snorkel met een geringe ademweerstand?

Back 28

Een grotere diameter en gelijkmatige, flauwe bochten.

Front 29

Wanneer is een snorkel goed afgesteld?

Back 29

Als hij bij een ontspannen kaak in je mond blijft zitten en zich aan de linkerkant van je masker bevindt.

Front 30

Waarom kun je met vinnen effectiever bewegen?

Back 30

Ze hebben een groot oppervlak, zodat je je beenspieren kunt gebruiken om je door het water te bewegen. Dit is veel effectiever dan met je armen.

Front 31

Welk type vin gebruik je doorgaans bij neopreen duikschoenen?

Back 31

Vinnen met open hiel.

Front 32

Welke kenmerken van een vin zijn ontworpen om de prestaties te verkogen?

Back 32

Gaten, gleuven en ribben (niet vleugels).

Front 33

Wat moet je doen als je je vinnen voor het eerst gaat gebruiken?

Back 33

Niets speciaals, behalve het bandje afstellen bij een vin met open hiel.

Front 34

Welke overwegingen spelen bij de aanschaf van vinnen?

Back 34

Je lichaamsgrootte, je spierkracht en de omgeving waarin je wilt gaan zwemmen.

Front 35

Waarom heb je een trimvest nodig?

Back 35

Je drijfvermogen onder wter te regelen en boven water positief drijfvermogen te hebben.

Front 36

Wat zijn de 5 noodzakelijke kenmerken van een trimvest?

Back 36

Slang met een grote diameter voor het ontluchten en vullen, lagedrukinflator, overdrukventiel, groot genoeg voor voldoende drijfvermogen, comfortabel harnas en backpack. H

Front 37

Hoe moet je je trimvest onderhouden?

Back 37

Afspoelen (binnen en buitenkant), drogen en uit de zon opbergen met wat lucht erin (zodat de blaas niet aan de binnenkant vastplakt).

Front 38

Van welke twee metaalsoorten zijn duikflessen doorgaans gemaakt?

Back 38

Aluminium en staal.

Front 39

Wat voor markeringen staan er op een fles?

Back 39

Datum van hydrostatische test, werkdruk, serie nummer.

Front 40

Wat is het verschil tussen een K kraag en een J kraan?

Back 40

Een J kraan heeft een reserve en een K kraan niet.

Front 41

Wat is het verschil tussen een DIN kraan en een internationale kraan?

Back 41

Bij een DIN kraan wordt de ademautomaat in de kraan geschroeft en bij een internationale kraan gaat er een beugel overheen. Bij een DIN kraan zit de o-ring op de automaat en bij de internationate op de kraan.

Front 42

Waarvoor is een breekplaatje?

Back 42

Dit laat lucht ontsnappen als de vuldruk te hoog is of de fles oververhit raakt.

Front 43

Wat moet je doen als je duikflessen vervoerd?

Back 43

Ze neerleggen en vastzetten (soms moeten ze blijven staan) zodat ze niet om kunnen rollen, ze nooit onbeheerd achterlaten.

Front 44

Hoe voorkom je dat er water in je fles komt?

Back 44

Door de fles nooit helemaal leeg te alten lopen.

Front 45

Waarom is een jaarlijske visuele inspectie van je fles nodig?

Back 45

Om te controleren op roestvorming binnen in de fles.

Front 46

In hoeveel stappen verlaagt de automaat de druk van de lucht in de fles?

Back 46

Twee.

Front 47

Wat is de tweede trap?

Back 47

Mondstuk en daaromheen.

Front 48

Waar moet je bij het spoelen van je automaat aan denken?

Back 48

Dat je de stofkap van de 1e trap terugplaatst, niet de waterloosknop indrukt, een zachte straal gebruikt.

Front 49

Wat is een manometer?

Back 49

Verplicht uitrustingsstuk dat je vertelt hoeveel lucht je nog over hebt.

Front 50

Wat zijn de redenen om met een buddy te duiken?

Back 50

Praktische overwegingen, veiligheid, plezier.

Front 51

Hoe zie je dingen onderwater?

Back 51

Je ziet alles groter en/of dichterbij.

Front 52

Hoe beinvloed water de intensiteit van kleur en licht?

Back 52

Water absorbeert licht, waardoor het donkerder wordt naarmate je dieper gaat en kleuren minder intens worden.

Front 53

Hoe verandert je gehoor onder water?

Back 53

Geluid plant 4x zo snel voort onder water, waardoor het moeilijk vast te stellen is waar het vandaan komt. Geluiden lijken meestal recht van boven te komen.

Front 54

Hoe snel neemt water warmte op?

Back 54

20 keer sneller dan lucht.

Front 55

Wat moet je doen als je onafgebroken begint te rillen?

Back 55

Onmiddelijk je duik beindigen, jezelf afdroken en de warmte opzoeken.

Front 56

Wat is de beste manier om je onder water voort te bewegen?

Back 56

Langzaam, gelijkmatig en ontspannen.

Front 57

Hoe moet je onder water ademen voor max efficientie?

Back 57

Langzaam en diep.

Front 58

Wat zijn 8 symtomen van overmatige inspanning?

Back 58

Vermoeidheid, zwaar ademen, het gevoel hebben dat je stikt, zwakte, benauwdheid, hoofdpijn, kramp, de neiging om in paniek te raken.

Front 59

Hoe kun je overmatige inspanning voorkomen?

Back 59

Het rustig aan doen, je eigen grenzen kennen, langdurige zware inspanning voorkomen.

Front 60

Wat moet je doen als je oververmoeid raakt?

Back 60

Elke vorm van inspanning staken en uitrusten.

Front 61

Wat zijn technieken om je ademhaling onder controle te houden?

Back 61

Langzaam inademen als er water in je automaat of snorkel komt, voorzichtig inademen als je net hebt geklaard, je tong als spatscherm gebruiken.

Front 62

Welke informatie lees je op je duikinstumenten af?

Back 62

Tijd, diepte, richting, temperatuur en luchtvoorraad.

Front 63

Waarom heb je een dieptemeter nodig?

Back 63

Omdat de tijdlimieten dieptegebonden zijn.

Front 64

Waarom heb je een onderwaterkompas nodig?

Back 64

Om te bepalen waar je het water kunt verlaten en een koers te volgen.

Front 65

Welke negen dingen moet je met je buddy bespreken bij het plannen van een duik?

Back 65

Spreek af waar je het water in en uit gaat en welke technieken je daarvoor gebuikt. Bepaal welke koers je gaat volgen, maak afspraken over tijd- en dieptelimieten, neem de communicatie door, spreek af bij welke flesdruk je terugkeert, bespreek hoe je bij elkaar blijft, wat je doet als je elkaar kwijtraakt, de noodprocedures, wat het doel van de duik is.

Front 66

VLSLO betekent:

Back 66

Vest - lood -sluitingen - lucht - ok

Front 67

Welke zes omgevingsfactoren kunnen in elke wateromgeving op je van invloed zijn?

Back 67

Temperatuur, zicht, waterbeweging, bodemgesteldheid, waterleven en zonlicht.

Front 68

Wat is een termocline?

Back 68

Een abrupte overgang naar een laag kouder water.

Front 69

Welke vier factoren beinvloeden het zicht?

Back 69

Het weer, waterbeweging, zwevende deeltjes en bodemgesteldheid.

Front 70

Waartoe kan beperkt zicht leiden?

Back 70

Buddy kwijtraken, desorientatie, richtingsgevoel verliezen.

Front 71

Waarom wordt ook in helder water aanbevolen een touw te gebruiken bij opstijgen en afdalen en een dieptemeter?

Back 71

De bodem kan dichterbij lijken dan hij is en je kunt gedesorienteerd raken.

Front 72

Waardoor worden stromingen veroorzaakt?

Back 72

De wind die over het oppervlak blaast, ongelijkmatige ongelijkmatige opwarming en afkoeling van het water, getijden en stromingen (golven..?)...

Front 73

Wat zijn overwegingen voor duiken in zoet water?

Back 73

Diep water, hoogte, termoclines en beperkt zicht.

Front 74

Opverwegingen voor zout water.

Back 74

Branding, getijden, zeeleven, golven.

Front 75

Hoe ontstaat golfslag en hoe vermijd je die?

Back 75

Doordat de wind over het oppervlak waait en golven produceert, vermijd je door dieper te duiken.

Front 76

Waar duiden golven die voor de kust breken op?

Back 76

Een uit de kust liggend rif, wrak of zandbank (ondiepte waarop golven breken)

Front 77

Wat is een muistoom?

Back 77

Een muistroom ontstaat wanneer golven het water over een lange obstructie als een zandbank of rif duwen. Het water kan er aan de onderkant niet uit, dus stoomt het via een smalle opening terug de zee in. Je kunt een muistroom herkennen aan verstoring van de golven, een sterke landafwaardse stroming en troebel schuimend water.

Front 78

Als je in een muistroom terrecht komt moet je?

Back 78

Er parralel aan de kust uit zwemmen.

Front 79

Wat is een opwelling?

Back 79

Een langzame stroming die ontstaat als het oppervakte water door een aflandige wind van de kust wordt weggeduwd. Er komt dan diep water naar boven om het verlies te compenseren.

Front 80

Bij welk tij zijn de duikomstandigheden meestal het beste?

Back 80

Hoogtij.

Front 81

Uit welke 4 stappen bestaat een goede duikplannin?

Back 81

Planning vooraf, voorbereidingen, laatste voorbereigingen, en planning net voor de duik.

Front 82

Welke 5 stappen volg je tijdens de planning vooraf?

Back 82

buddy, duikdoel, duikstek, alternatieve plek, tijdstip

Front 83

Tijdens voorbereidingsfase:

Back 83

Check je je uitrusting en de omstandigheden

Front 84

Wat doe je bij de allerlaatste voorbereiding?

Back 84

weerbericht controleren, info aan thuisblijvers geven, laatste dingen pakken zoals koelbox en jas, spullen in tas en idiot check.

Front 85

Hoe kun je de meeste problemen aan de oppervlakte vermijden?

Back 85

Door te duiken binnen je grenzen, tijdens een duik te ontspannen en te zorgen voor positief drijfvermogen.

Front 86

Hoe kun je de meeste problemen onder water voorkomen?

Back 86

Door binnen je grenzen te duiken, je luchtvoorraad in de gaten te houden en te ontspannen.

Front 87

Welke problemen kunnen zich onder water voordoen?

Back 87

overmatige inspanning, zonder lucht komen te zitten, afblazende automaat, verstrikt raken.

Front 88

Wat is de procedure bij weinig of geen lucht hebben?

Back 88

Normale opstijging, met alternatieve luchtvoorziening, beheerst zwemmende noodopstijging, noodopstijging met positief drijfvermogen.

Front 89

Hoever moeten jij en boten van je duikvlag vandaan blijven?

Back 89

Jij 15 m, boten 30-60 m

Front 90

Wat zijn de twee gassen waaruit lucht hoofdzakelijk bestaat?

Back 90

Zuurstof 21 % en stikstof 79%.

Front 91

Wat zijn 5 mogelijke symptomen van verontreinigde lucht?

Back 91

hoofdpijn, misselijkheid, kersrode lippen en teennagels, duizeligheid, flauwvallen.

Front 92

Wat moet je doen als een duiker verontreinigde lucht heeft ingeademt?

Back 92

De duiker frisse lucht geven, indien aanwezig zuivere zuurstof en arts raadplegen.

Front 93

Hoe voorkom je problemen met verontreinigde lucht?

Back 93

Fles alleen laten vullen bij vulstation met goede reputatie met compressor die bedoelt is voor ademlucht.

Front 94

Hoe voorkom je problemen met zuurstof?

Back 94

Je fles nooit met zuivere zuurstof laten vullen, geen nitrox gebruiken zonder training, binnen de grenzen van sportduiken duiken.

Front 95

Wat zijn de symptomen van stikstofnarcose?

Back 95

Vreemd gedrag, misplaatst gevoel van veiligheid, onrust.

Front 96

Wat moet je doen bij stikstofnarcose?

Back 96

Naar geringe diepte opstijgen.

Front 97

Hoe kun je stikstofnarcose vermijden?

Back 97

Geen diepe duiken > 30 m maken.

Front 98

Wat heeft invloed op hoeveelheid stikstof in je lichaam?

Back 98

Diepte en tijd.

Front 99

Wat is decompressieziekte?

Back 99

De toestand die ontstaant wanneer een duiker de voorgeschreven tijd en dieptelimieten overschreid en er bellen in het lichaam vormen.

Front 100

Wat zijn tekenen van decompressieziekte?

Back 100

verlamming, shock, zwakte, duizeligheid, gevoelloosheid, een tintelend gevoel, moeite met ademhalen, pijn in ledematen en gewrichten.