• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/8

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

8 Cards in this Set

  • Front
  • Back


7.3.2 Taal- en spraakstoornissen


7.3.2.1 Stoornissen in het auditief taalbegrip



Zelfs bij een intacte primaire auditieve cortex kan het auditief taalbegrip gestoord zijn.



In ernstige gevallen zal een persoon zich gedragen alsof hij het woord niet gehoord heeft (woorddoofheid) of alsof enkel fragmenten van het woord werden waargenomen.



Meestal uit het deficit zich echter in de onmogelijkheid om aan het gehoorde woord een

betekenis te verlenen.

In sommige gevallen blijkt het auditief taalbegrip vooral gestoord wanneer woorden geïsoleerd worden aangeboden en minder wanneer zij in de context van een zin zijn geplaatst.



Bij andere afatici is het begrip van individuele woorden intact maar worden

grammaticale constructies onvoldoende begrepen .

In theorie kunnen verbale taalbegripsstoomissen worden opgedeeld in problemen met



f


s


s

-fonetische,


-semantische en


-syntactische begripsverlening (Bachman & Albert, 1988).



Auditief verbaal begrip veronderstelt



o


f


L&S


S

-de ontvangst van het verbale signaal,


-het onder­scheiden van geluidseenheden met een linguïstische betekenis (fonetische perceptie),


-de identificatie van korte fonetische reeksen met een specifieke betekenis (lexicaal en semantisch begrip) en


-de complexe interactie van semantische eenheden die een meervoudige betekenis duiden (syntactisch begrip).


Onderzoek heeft aangetoond dat hoewel sommige afatici problemen hebben met fonetische discriminatie, een gsstoorde foneti­sche perceptie niet het kernprobleem vormt van de taal begripsstoornis (met woorddoof­ heid als mogelijke uitzondering), maar wel

de lexicale en semantische begripsvorming (Bachman & Albert, 1988).

Het feit dat sommige afatici selectieve begripsstoornissen vertonen voor sommige semantische categorieën maar niet voor andere (letters, kleuren, cijfers, objecten, lichaamsdelen, enzovoort), is een opmerkelijke klinische vaststelling.



Deze selectieve stoornissen blijken neuroanatomisch lokaliseerbaar en zijn meestal geassocieerd met

beperkte laesies in de taaldominante perisylviaanse taalregio's.


Een juiste inschatting van de taalbegripsstoomissen bij afatici is een moeilijk diagnostisch probleem omdat

de evaluatie vertroebeld kan worden door zowel spraakproductieve als apraxische/motorische beperkingen van de patiënt.



Bovendien wordt de anatomische lokalisatie van deze disfunctie bemoeilijkt door de grote klinische verscheidenheid van taalbegripsstoornissen.



De evaluatie van het syntactisch taalbegrip bij patiënten met semantische taalbegripsstoornissen is uiteraard moeilijk.



Het feit dat ook patiënten met voornamelijk taalproductiestoomissen (Broca-afatici) problemen vertonen met het be­grijpen van syntactisch complex materiaal, suggereert dat taalbegrip ...

geen unitair feno­meen is, maar dat de semantische en syntactische aspecten van taalbegrip verschillend getroffen kunnen zijn.