• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/74

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

74 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Wat wordt er bedoeld met data-invoer?
maken van computerbestand met daarin de ruwe data van de vragenlijst.
Hoe wordt het invoeren van data ook wel genoemd?
Datacodering.
Waaruit bestaat een datamatrix?
Uit gecodeerde ruwe data van een survey, verdeeld over kolommen.
Wat omvat een beschrijvende analyse?
Enkele maten die worden gebruikt om de datamatrix van de steekproef op een bepaalde manier te beschrijven zodat er een beeld wordt gevormd van typische respondenten.
Wat voor proces is een inferentiële analyse?
proces waarbij marktonderzoekers statistische procedures gebruiken om de steekproefuitkomsten te generaliseren naar de doelpopulatie die ze representeren.
Waarvoor wordt een analyse van verschillen gebruikt?
Om te bepalen in welke mate er generaliseerbare verschillen in de populatie bestaan.
Waarbij helpt een analyse van verbanden?
In de bepaling of er systematische verbanden bestaan tussen variabelen.
Wat is een voorspellende analyse?
analyse waarmee voorspellingen kunnen worden gedaan over toekomstige gebeurtenissen.
We kennen twee instrumenten om data mee te beschrijven. Welke? → CS
Centrummaten en spreidingsmaten.
Wat meet een centrummaat?
Typerende antwoord van de gemiddelde respondent.
Wat meet een spreidingsmaat?
Hoe ongelijk of gelijk respondenten zijn.
Noem drie centrummaten. → MMG
Modus, mediaan en gemiddelde.
Wat is een modus?
waarde die in een reeks getallen het meest voorkomt.
Wat verstaan we onder de mediaan?
Centrummaat die staat voor de waarde die in het midden van een geordende verzameling ligt.
Noem drie spreidingsmaten. → F W S
Frequentieverdeling, waardebereik en standaardafwijking.
Wat is een frequentieverdeling?
optelling van het aantal keren dat een waarde voorkomt binnen een bepaalde verzameling waarden.
Hoe noemen we de afstand tussen de laagste en de hoogste waarde?
waardebereik.
He noemen we de mate van variatie, spreiding en- of diversiteit in de waarden?
standaardafwijking.
Hoe noemen we waarden die worden berekend op basis van informatie die uit een steekproef komt?

Steekproefgrootheden.

Wat zijn parameters?
waarden berekend op basis van een onderzoek onder de hele populatie.
Wanneer is er sprake van inferentie?
Wanneer we een vorm van logica hanteren die generaliseert op basis van wat je hebt waargenomen bij een kleine deelverzameling.
Wat is inferentiële statistiek?
verzameling aan procedures waarbij de steekproefomvang wordt gebruikt om populatieparameters te schatten.
Wat is de standaardfout?
maat voor de variabiliteit in de steekproefverdeling.
Waarop is de standaardfout gebaseerd?
Op wat er gebeurt wanneer we een zeer groot aantal onafhankelijke steekproeven uit dezelfde populatie zouden trekken.
Wat geven betrouwbaarheidsintervallen aan?
mate van nauwkeurigheid die een onderzoeker gebruikt als betrouwbaarheidsniveau in de vorm van een percentage.
Wat verstaat men onder een verband?
consistente en systematische koppeling tussen de waarden van twee variabelen.
We onderscheiden vier soorten verbanden - welke? → N M L C
Niet-monotone verbanden, monotone verbanden, lineaire verbanden en curvilineaire verbanden.
Waarnaar verwijst een niet-monotoon verband?
Naar een situatie waarbij de aanwezigheid van de ene variabele systematisch wordt gerelateerd aan de afwezigheid van de ander.
Wat is een monotoon verband?
verband waarbij een onderzoeker de algemene richting van samenhang tussen de twee variabelen kan aanduiden.
Welke twee soorten monotone verbanden kennen we? → S D
Stijgende verbanden en dalende verbanden.
Wat is een curvilineair verband?
verband waarbij de ene variabele samenhangt met de ander, maar waarbij het verband de vorm heeft van een kromme lijn in plaats van een rechte.
Op welke drie manieren kunnen verbanden worden gekarakteriseerd? → A S R
Door de aanwezigheid, door de sterkte van het verband en door de richting van het verband.
Waarnaar verwijst de term aanwezigheid?
Naar de vraag of er al dan niet een verband bestaat tussen twee variabelen.
Wat houdt de richting van een verband in?
Of deze stijgend dan wel dalend is.
Wanneer zet men een kruistabel in?
Wanneer men wil bepalen of er een niet-monotoon verband bestaat tussen twee nominale variabelen.
Wanneer passen we de chi-kwadraatanalyse toe?
Wanneer we de frequentie van twee nominale variabelen in een kruistabel bestuderen om te bepalen of er tussen de variabelen een niet-monotoon verband bestaat.
Wanneer spreken we van verwachte frequenties?
Wanneer we spreken over theoretische frequenties, afgeleid van een hypothese die geen verband verwacht tussen de twee variabelen.
De chi-kwadraatverdeling omvat een scheve verdeling. Leg uit.
verwerpingsgebied ligt altijd aan het rechteruiteinde van de verdeling.
Wat verstaan we onder de correlatiecoëfficient?
Een indexgetal, gelegen tussen de -1,0 en de +1,0.
Wat geeft de correlatiecoëfficiënt aan?
Sterkte van het verband tussen twee variabelen.
Hoe wordt het verband tussen twee variabelen ook wel aangeduid?
Als de mate van covariantie tussen twee variabelen.
Hoe kunnen we ruwe data voor twee variabelen weergeven?
Door middel van een spreidingsdiagram.
Wat meet de product-momentcorrelatiecoëfficiënt van Pearson?
Een lineair verband tussen twee variabelen van interval- en/of rationiveau.
Wat is een voorspelling?
uitspraak over wat er naar verwachting in de toekomst gaat gebeuren.
Waarop is een voorspelling gebaseerd?
Op een observatie uit het verleden.
We onderscheiden twee manieren van voorspellen. Welke? → E Vm
Extrapolatie en voorspellend model.
Wat is extrapolatie?
gebruik van een ervaring uit het verleden als middel om de toekomst te voorspellen.
Wat doe je wanneer je vergelijkt hoe ver de voorspelde waarden van elkaar afliggen?
Dan houd je een analyse van residuen.
Wat omvat een enkelvoudige regressieanalyse?
gecompliceerde statistische techniek waarbij één variabele wordt gebruikt om het niveau van een andere variabele te voorspellen.
Welke twee variabelen worden bij een enkelvoudige regressieanalyse opgenomen in een voorspellend model?

afhankelijke en onafhankelijke variabele.

Wat is de eerste stap in het beoordelen van uitkomsten van een regressieanalyse?
kiezen van te analyseren variabelen en het uitvoeren van een basale regressieanalyse.
Wat zijn outliers?
Datapunten die een heel stuk van de normale waarden vandaan liggen.
Wat wordt er opgenomen in een onderliggend conceptueel model?
Onafhankelijke en afhankelijke variabelen.
Hoe noemen we de uitgebreidere versie van de enkelvoudige regressieanalyse?
meervoudige regressieanalyse.
Wat houdt een assumptie van onafhankelijkheid in?
Dat onafhankelijke variabelen statistisch onafhankelijk zijn.
Hoe wordt de aanwezigheid van een gematigde of sterkere correlatie tussen onafhankelijke variabelen genoemd?
Multicollineariteit.
Wanneer past men de stapsgewijze meervoudige regressieanalyse toe?
Om een onafhankelijke variabele die statistisch significant is vast te stellen.
Noem drie waarschuwingen die gelden omtrent regressieanalyse.
1. Regressieanalyse is niets meer dan een statistisch instrument. 2. Pas regressieanalyse niet toe om bepaalde elementen te voorspellen die buiten de grenzen liggen van de data. 3. En zie de informatie over regressieanalyse als inleiding - niet als het gehele pakket aan informatie.
Voor welke twee doeleinden kan men een regressieanalyse gebruiken? → V S
Als middel om voorspellingen te genereren óf als screeningsinstrument.
Waar dienen onderzoekers altijd voor te zorgen?
Dat hun onderzoeksrapport van waarde is voor de cliënt.
Noem twee vragen die je jezelf kunt stellen vóór het schrijven van een rapport.
Welke boodschap wil je overbrengen? Wat is je doelstelling?
Noem drie onderdelen van een marktonderzoeksrapport. → V T O
Voorwerk, titelpagina en opdrachtbrief.
Wat omvat het voorwerk?
Alle pagina's voorafgaand aan de eerste pagina van het rapport.
Noem drie onderdelen van het voorwerk. → T A O
titelpagina, de autorisatiebrief en de overdrachtsbrief/-memo.
Wat zijn de vier elementen van een titelpagina?→ T Ob Oo dover
1. titel van het document, 2. de organisatie voor wie het rapport is bedoeld, 3. organisatie die het rapport heeft opgesteld, 4. datum van overhandiging.
Wat is een opdrachtbrief?
brief aan het marktonderzoeksbureau waarin de opdracht voor het project staat.
Is een opdrachtbrief verplicht?
Nee - deze is optioneel.
Wat staat er omschreven in een opdrachtbrief?
In een paar zinnen algemeen de aard van het onderzoek.
Waarvoor dient de inleiding?
Als wegwijzer voor de rest van het rapport.
Wat beschrijft het hoofdstuk over methodologie?
Hoe het onderzoek is uitgevoerd.
Wat valt er onder vorm en format van een rapport?
Koppen en subkoppen en afbeeldingen.
Wat valt er zoal onder een afbeelding?
Alle tabellen, figuren, diagrammen, grafieken en overige grafische hulpmiddelen die zijn gebruikt in het rapport.
Waar zorgen afbeeldingen voor, mits goed gebruikt?
Voor het vertellen van een verhaal.
Waarin kan stijl van formulering de doorslag geven?
In het feit of de lezer de boodschap ontvangt zoals deze is bedoeld.