Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
44 Cards in this Set
- Front
- Back
Stoffelijk/fysiek product |
Verzameling van ingrediënten en eigenschappen |
|
Het uitgebreide product |
Producenten proberen hun product meer waarde te geven door eigenschappen toe te voegen. Zoals vormgeving, kleur, service en reclame |
|
Het totale product |
De waarde die een koper geeft aan een product |
|
Wat is een product levens cyclus (PLC) |
Afzet ontwikkeling van een product in de tijd Ene product gaat langer mee dan de ander Geen enkel product / bedrijfsformule heeft het eeuwige leven |
|
Waar van is de lengte van een cyclus afhankelijk |
Veranderende behoefte patroon consument Activiteiten concurrentie Technologische ontwikkeling en vernieuwing Product ontwikkeling en marketingactiviteiten |
|
Welke fasen kent PLC |
1 introductie fase nieuw product op de markt, hoge kosten 2 doorgroeifase product succesvol afzet groeit snel , lage kosten minder moeite om te verkopen 3 verzadigingsfase groei komt tot stilstand , afzet stabiliseert 4 neergangsfase afzet daalt, geen belangstelling meer voor product |
|
Hoe verleng je de plc |
Huidige gebruikers zover krijgen dat ze product meer gebruiken Huidige doelgroep het product op een ander gebruiksmoment laten consumeren Nieuwe doelgroep vinden Ontdek manieren om het product anders te gebruiken Product aanpassen aan eisen van deze tijd |
|
Wat is koopvoorkeur |
Favoriet van de consument |
|
Wat zijn product addities |
Toegevoegde eigenschappen aan het product om je te onderscheiden van je concurrenten |
|
Voorbeelden product addities |
Vormgeving Kleur Merk Verpakking Service Garantie |
|
Hoe kan een verpakking de verkoop van een product stimuleren |
Reclame op verpakking Kleur gebruik Herkenbaarheid verpakking |
|
Wat is een merk |
Naam , groep letters, symbool of combinatie |
|
Merknaam |
Een uitspreekbaar gedeelte van een merk |
|
Beeldmerk |
Logo |
|
Eisen merknaam |
Kort , eenvoudig, gemakkelijk te spellen, te lezen en uit te spreken Herkenbaar Onderscheidend |
|
Voordelen merk |
Onderscheid van concurrent Reclame mooi imago Herkenbaarheid Nieuwe producten onder zelfde naam makkelijk op markt Sterk merk werkt als klantenbinder |
|
Relatie markering |
Regelmatig in contact komen met vaste gasten dmv speciale openingsavonden en persoonlijk gerichte brieven |
|
Thema reclame |
Vorm van reclame waarbij gebruik word gemaakt van een steeds terugkerend thema of slogan |
|
Soorten service |
Service voor de koop: reclame Service tijdens de koop; voorlichtingen Service na de koop: gemakkelijke betaling, thuisbezorgd |
|
Garantie |
Verzekering van de fabrikant |
|
Assortiment |
Totaal aantal goederen dat word aangeboden |
|
Factoren samenstellen assortiment |
Wensen Kosten Bedrijfsformule Seizoensinvloeden Aanbod leveranciers |
|
Smal assortiment |
1 of enkele product groepen |
|
Breed assortiment |
Veel product groepen |
|
Diep assortiment |
Veel variatie |
|
Ondiep assortiment |
Weinig variatie |
|
Lang assortiment |
Veel op voorraad |
|
Kort assortiment |
Weinig op voorraad |
|
Hoog assortiment |
Hoge prijs en kwaliteit |
|
Laag assortiment |
Lage prijs en kwaliteit |
|
Prijsladder |
Verschil in de prijs tussen duurste en goedkoopste product in een productgroep |
|
Trading up |
Als de ondernemer besluit een andere doelgroep aan te trekken, dan zal hij zijn prijsladder moeten gaan aanpassen |
|
Consistentie assortiment |
Assortiment goed op elkaar afstemmen |
|
4 soorten verwantschap |
Consumptieverwantschap: fastfood Productieverwantschap: wok Productverwantschap: vis/kip/vlees restaurant Distributieverwantschap: buffet restaurants |
|
20-80 regel |
20 % van de producten zorg voor 80% omzet |
|
Verkoopfrequentie |
Hoeveelheid verkochte producten |
|
Brutowinst marge |
Percentage brutowinst wat voor een gerecht berekend word |
|
Winnaar |
Gerecht met hoge verkoopfrequentie en hoge brutowinst marge |
|
Hardloper |
Gerecht dat veel verkocht word |
|
Slaper |
Word niet veel verkocht wel hoge bruto winst marge |
|
Verliezer |
Lage verkoopfrequentie en lage brutowinst marge |
|
Kwaliteit |
Mate waarin een horecaondernemer in de behoeften van de gasten kan voorzien |
|
Product in de horeca |
Leveren van kwalitatieve dingen centraal |
|
Valkuilen goede dienstverlening |
Consument verwacht iets anders dan was ingeschat Goed ingeschat wat gast wil maar maakt het niet waar Meer beloven dan je waar kan maken Te veel service betekend geen winst |