Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
28 Cards in this Set
- Front
- Back
Wat is de feodale ordening? |
De hogeren hebben zeggenschap over de lageren. Boven de piramide zitten de denkers onderin de piramide zitten de doeners. |
|
Òrganisaties worden gezien als een gesloten systeem dat losstaat van de omgeving. Welke paradox kan zich hierin voordoen bij organisaties? |
De manier van magenen loopt vast doordat de werkelijkheid alsmaar complexer wordt moet ook het model waarbinnen dit wordt georganiseerd complexer worden. Het is een bron van alsmaar toenemende, verstarrende regelgeving. |
|
Wat maakt van een bureaucratie een belerend systeem? |
Het door externe sturing van bovengeschikte aan ondergeschikten |
|
Waar is het marketing denken op gericht? |
Het is er op gericht beter te weten hoe producten aan de man moeten worden gebracht. |
|
Veranderingen zijn niet ingrijpender dan vroeger waar zit tegenwoordig dan wel een verschil in? |
De snelheid waarmee veranderingen worden doorgevoerd. Dit zet het fundamentele basisprincipe va de bureaucratie op de helling: denk voordat je doet |
|
Wat is het uitgangspunt van sociaal constructionisme? |
Dat mensen in interacatie betekenis creeren. De werkelijkheid is betekenisloos tot deze door mensen betekenisvol wordt gemaakt. |
|
Wat is communicatieve zelfsturing (cornelis)? |
Als bedrijven niet meer voor haar mensen gaat zorgen doen zij dit voor zichzelf. |
|
Wat is institutioneel organisatiebegrip? |
Als we het hebben over het institutioneel organisatiebegrip gaat het over het een concreet waarneembaar verband van mensen die met elkaar samenwerken. |
|
Wat is instrumentele organisatiebegrip? |
Hier gaat het over de wijze waarop de te verrichten taken in het bedrijf, vereniging of afdeling verdeelt zijn. |
|
Welke 5 onderdelen maken deel uit van het instrumentele organisatiebegrip? |
1, missie 2. strategie 3. structuur 4. systemen 5. cultuur beinvloedingsrelatie is circulair van aard; het ene beinvloed het ander |
|
Benoem de twee soorten van beelden die men kan hebben van een organisatie. |
1. hark: snel geneigd zijn om te denken dat in de organisatie geldende regels op te vatten zijn als bevelen of voorschriften 2. netwerk: open lerende organisatie |
|
Wat valt onder de wet van Ashby? |
Varieteit. Interne varietiteit, externe varieteit en variteitshantering. |
|
Wat is tacit knowledge? |
Kennis die is opgedaan zowel formeel als informeel. |
|
Welke vier soorten van kennisoverdracht beschrijven Nonake en Takeuchi |
1. Socialiseren (imiteren, belonen, straffen) 2. Externaliserne (onbewust geleerde, kennis bewust maken en deze uitdrukken in expliciete begrippen) 3. Combineren (expliciete informatie vergeleken, aangevuld en gecombineerd met andere explicieete informatie 4. Internaliseren (zelf weer een eigen betekenis geven aan het in eigen handelen inpassen van deze kennis) |
|
Wat beschrijft Kolb? |
Het cyclisch proces van: Ervaringsleren & Learning by doing |
|
Benoem de 4 lagen van zelfkennis |
1. Kennis van wat men kan & durft 2. Kennis van wat men weet & begrijpt 3. Kennis van wat men wil 4. Kennis van wie men is |
|
Wat is metaleren? |
Het leren om te leren leren noemt men metaleren. Jezelf opleiden |
|
Wat is enkelslag leren? |
Enkelslag leren is gericht op verbetering De achter regels liggende teorieen, inzichten, redenerningen en veronderstelling staan daarbij niet of nauwelijks ter discussie |
|
Wat is dubbelslag leren? |
Dubbelslag leren is gericht op vernieuwen Het vereist een hoger niveau van inzicht en de consequenties zijn veel ingrijpender. Het aantal betrokkenen is groter en het leerproces duurt langer. Vluchtgedrag zorgt voor mislukken |
|
Wat is drieslag leren? |
Drieslag leren is gericht op principes Er is sprake van drieslag leren als de essentiele principes waarop de organisatie is gebaseerd ter discussie komen te staan. Drieslag leren is dan ook wel ontwikkelen. Het ontwikkelen van nieuwe principes waarmee de organisatie kan overgaan naar de volgende fase |
|
Verbeteren, vernieuwen, ontwikkelen |
Enkelslag, dubbelslag, drieslag |
|
Wat doen trainers |
Zij helpen bij het doen. Bieden gedragsalternatieven en trainen nieuw gedrag |
|
Wat doen coaches |
Helpen bij reflecteren en werken aan bewustwording |
|
Wat doen docenten |
Gespecialiseerd in het ondersteunen van het denken |
|
Wat doen adviseuers |
ondersteunen in het proces van beslissen |
|
Waarop richten inhoudelijke interventies zich? |
Aanbieden van zienswijzen, concepten en theorieen. Doel is het rechtstreeks beinvloeden en verbeteren van de inhoudelijke kwaliteit |
|
Waarop richten procesmatige interventies zich? |
Dit zijn ingrepen in het samenwerkingsproces. Gericht op het blootleggen van functionele en disfunctionele aspecten in samenwerkingspatronen |
|
Waarop richten procedurele interventies? |
Alle middelen gericht op aanpak van een probleem of opgave: methoden technieken en regels |