• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/58

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

58 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)
De huidige systeemtherapie wordt gekenmerkt door
een integratieve tendens. Niettemin zijn de theoretische elementen en inzichten van de verschillende systeemtheoretische benaderingen nog duidelijk herkenbaar.
De volgende systeemtheoretische benaderingen kunnen onderscheiden worden:

- de t
- de s
- de c
- de e

- de l
- de c
- de p
- de transgenerationele systeembenadering.
- de structurele benadering.
- de communicatietheoretische systeembenadering.
- de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
- de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
- de cybernetische benadering.
- De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie.
De volgende systeemtheoretische benaderingen kunnen onderscheiden worden:

1. de transgenerationele systeembenadering.
2. de structurele benadering.
3. de communicatietheoretische systeembenadering.
4. de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
5. de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
6. de cybernetische benadering.
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie


- de transgenerationele systeembenadering.
Interacties in het gezin worden gedomineerd door relaties die de ouders hadden in hun gezin van herkomst. Het therapeutisch model is erop gericht de onbewuste loyaliteiten naar de ouders op te sporen en het losmakingsproces alsnog op een positieve manier af te ronden.
- de structurele benadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat er pathogene gezinsstructuren zijn. Coalities tussen een ouder en een of meer van de kinderen, waardoor de andere ouder buitengesloten wordt, worden als een potentiële bron van een psychische stoornis beschouwd.

- de communicatietheoretische systeembenadering.
In duurzame systemen willen gezinsleden, al dan niet bewust, hun invloed uitoefenen. Het blootleggen, analyseren en doorbreken van dit soort processen (met behulp van gerichte opdrachten) is het belangrijkste doel in deze benadering.

- de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat een tekort aan ‘awareness’ de belangrijkste oorzaak is van psychische stoornissen. Er wordt getracht dit tekort aan awareness aan te vullen met behulp van concepten en technieken uit de individuele gestalttherapie.
- de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
Deze benadering ziet psychiatrische symptomen voornamelijk als uitvloeisel van de systematische bekrachtiging van ongewenst gedrag. Hierbij richt men zich met name op irrationele opvattingen van de gezinsleden.

- de cybernetische benadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat psychische stoornissen meestal een homeostatische functie hebben en het systeem behoeden voor desintegratie. De therapie richt zich op het positief heretiketteren van symptomen.

- De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie.
Hierbij wordt niet per defi nitie de symptomen van de patiënt toegeschreven aan het gezin. Gezinnen informatie geven over de ‘ziekte’ van hun gezinslid, draagt bij tot herstel of stabilisatie van de patiënt.
De volgende systeemtheoretische benaderingen kunnen onderscheiden worden:

1. de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de transgenerationele systeembenadering.
Interacties in het gezin worden gedomineerd door relaties die de ouders hadden in hun gezin van herkomst. Het therapeutisch model is erop gericht de onbewuste loyaliteiten naar de ouders op te sporen en het losmakingsproces alsnog op een positieve manier af te ronden.
-de transgenerationele systeembenadering.
2. de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de structurele benadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat er pathogene gezinsstructuren zijn. Coalities tussen een ouder en een of meer van de kinderen, waardoor de andere ouder buitengesloten wordt, worden als een potentiële bron van een psychische stoornis beschouwd.
-de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
3. de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de communicatietheoretische systeembenadering.
In duurzame systemen willen gezinsleden, al dan niet bewust, hun invloed uitoefenen. Het blootleggen, analyseren en doorbreken van dit soort processen (met behulp van gerichte opdrachten) is het belangrijkste doel in deze benadering.
-de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
4. de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat een tekort aan ‘awareness’ de belangrijkste oorzaak is van psychische stoornissen. Er wordt getracht dit tekort aan awareness aan te vullen met behulp van concepten en technieken uit de individuele gestalttherapie.
-de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
5. de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
Deze benadering ziet psychiatrische symptomen voornamelijk als uitvloeisel van de systematische bekrachtiging van ongewenst gedrag. Hierbij richt men zich met name op irrationele opvattingen van de gezinsleden.
-de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
6. de cybernetische benadering.
-De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- de cybernetische benadering.
Deze benadering gaat ervan uit dat psychische stoornissen meestal een homeostatische functie hebben en het systeem behoeden voor desintegratie. De therapie richt zich op het positief heretiketteren van symptomen.
-de transgenerationele systeembenadering.
-de structurele benadering.
-de communicatietheoretische systeembenadering.
-de experiëntiële emotion-focused systeembenadering.
-de leertheoretische en cognitieve systeembenadering.
-de cybernetische benadering.
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
- De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie.
Hierbij wordt niet per defi nitie de symptomen van de patiënt toegeschreven aan het gezin. Gezinnen informatie geven over de ‘ziekte’ van hun gezinslid, draagt bij tot herstel of stabilisatie van de patiënt.
Diagnostiek en behandelingsindicatie

Gezinstherapie is geïndiceerd bij moeilijkheden tussen gezinsleden, maar geeft ook een extra dimensie bij
het behandelen van individuele psychopathologie.

De eerste stap bij een verantwoorde diagnostiek is de taxatie van het probleem. Ofschoon er uitzonderingen zijn, is het gebruikelijk om het gehele gezin uit te nodigen voor het taxatiegesprek.

Het taxeren in rondes biedt hierbij een goede structuur; de therapeut vraagt ieder probleemgebied uit en vat dit samen voor hij overstapt naar een ander probleem.
De eerste stap bij een verantwoorde diagnostiek is
de taxatie van het probleem. Ofschoon er uitzonderingen zijn, is het gebruikelijk om het gehele gezin uit te nodigen voor het taxatiegesprek.

Het taxeren in rondes biedt hierbij een goede structuur; de therapeut vraagt ieder probleemgebied uit en vat dit samen voor hij overstapt naar een ander probleem.
Bij het taxeren dienen in ieder geval de volgende gebieden aan de orde te komen:
-de individuele achtergrond van de aangemelde cliënt,
-omgang met deze cliënt door andere gezinsleden,
-individuele achtergrond van relevante anderen uit het gezin,
-omgang van gezinsleden met elkaar,
-functie van het probleemgedrag,
fase in de levenscyclus van het gezin,
-relatie tussen het gezin en de omgeving,
-manier van praten,
-omgang met geld en vrije tijd en ten slotte
-seksualiteit en affectieve betrokkenheid.
Lange ontwikkelde een model voor intake en taxatie binnen de systeemtherapieën.

Hierbij wordt getracht om de taxatiegesprekken door de behandelaar te laten voeren.

Daarnaast zijn de cliënten ervan op de hoogte dat gezinleden bij deze taxatie betrokken kunnen worden.

Het model bestaat uit zes stappen:
-aanmelding,
-eerste taxatiegesprekken, -taxatiesessies met subsystemen,
-het opstellen van een voorlopig behandelingscontract,
-de behandeling zelf, waarin verdere taxatie ligt opgesloten en ten slotte
-de evaluatie en zo nodig
-de bijstelling van het behandelingscontract.

Andere diagnostische methoden die tijdens de taxatiefase aanvullende informatie kunnen opleveren, zijn specifieke observatiemethodieken en gestandaardiseerde vragenlijsten.

Deze bieden ook de mogelijkheid om de behandeling te evalueren.
Lebow (2003) vat systeemtherapie als volgt samen:
'gezinstherapie is niet gericht op wonderbaarlijke confrontaties, snelle paradoxen en dramatische interventies met gebruik van de eenrichtingsspiegel.

De nadruk licht veeleer op het opbouwen van werkbare allianties, oplossen van problemen, aandacht voor psychopathologie en de combinatie van individueel gerichte technieken met op interacties gerichte interventies.'
Er zijn verschillende benaderingen te onderscheiden binnen de systeemtherapie:

• De t
• De s
• De c
• De e
• De l
• De c
• De p
• De transgenerationele systeembenadering
• De structurele systeembenadering
• De communicatie-theoretische systeembenadering
• De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
• De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
• De cybernetische systeembenadering
• De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
1. De transgenerationele systeembenadering

2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De transgenerationele systeembenadering

In de visie van deze benadering domineren de relaties die de ouders hadden in hun gezin de interacties tussen de gezinsleden.

Het begrip 'loyaliteit' speelt hierbij een belangrijke rol. Niet goed verlopende processen van losmaking met betrekking tot het gezin hebben negatieve gevolgen voor de relaties in het huidige gezin.
Onbewuste loyaliteiten ten opzichte van ouders kunnen intimiteit en een volwassen relatie met een partner in de weg staan.

Het transgenerationele gezinstherapeutisch model is er dan ook vooral op gericht deze onbewuste loyaliteiten op te sporen en het losmakingsproces alsnog op positieve wijze af te ronden, of het mislukken daarvan te verwerken
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering

3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De structurele systeembenadering

De vertegenwoordigers van deze benadering gaan ervan uit dat er pathogene gezinsstructuren zijn. Zowel gezinnen met een overmaat aan onderlinge betrokkenheid als gezinnen met een tekort aan betrokkenheid beschouwen zij als ziekmakend, in het bijzonder voor de kinderen.

Voorts hechten zij veel waarde aan de aard van de coalities binnen het gezin en de grenzen tussen de subsystemen.
Wanneer de ouders samen een hecht, goed afgegrensd subsysteem vormen, is dat een sterk punt. Coalities tussen een ouder en één kind of meer kinderen, waarvan de andere ouder is buitengesloten, vormen een potentiële bron van psychische stoornissen
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering

4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De communicatie-theoretische systeembenadering

Het accent in deze benadering ligt op het blootleggen van wetmatigheden in de manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan.

In duurzame systemen speelt, al of niet bewust, het willen uitoefenen van invloed een grote rol. Conflicten die schijnbaar een inhoudelijk meningsverschil betreffen, blijken vaak gebaseerd op de behoefte een stempel te druk­ken op de onderlinge verhouding.
Het kan ook gebeuren dat personen psychische of lichamelijke symptomen ontwikkelen, waarmee zij hun invloed vergroten op wat er in het gezin gebeurt.

Het analyseren en doorbreken van dit soort processen met behulp van gerichte opdrachten is binnen deze benadering de belangrijkste taak van de systeemtherapeut.
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering

5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De experiëntiële emotion-focused systeembenadering

Deze benadering gaat ervan uit dat een tekort aan 'awareness' (het bewust zijn van de eigen gevoelens) de belangrijkste bron is van psychische stoornissen.

Om die awareness te vergroten, past de therapeut principes van de individuele gestalttherapie toe op de manier waarop gezinsleden met elkaar omgaan.
Stevige confrontaties werden in eerste instantie hierbij niet geschuwd. De populariteit van deze benadering ligt dan ook vooral in het charisma van de leiders van het eerste uur: Satir (1964), Whitaker (1975), Keith, Connell en Whitak er (1991) .

De huidige exponent en zijn Greenberg en Johnson (Greenberg, 2002; John son, 2002; Pos, Greenberg & Goldman, 2003).

Tegenwoordig is de ervaringsgerichte therapie minder gericht op dramatische confrontaties en m eer op reflectie ten aanzien van hechtingspatronen, de eigen emoties en de in vloed hiervan op de andere gezinsleden.
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering

6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De leertheoretische en cognitieve systeembenadering

Deze benadering ziet psychiatrische symptomen of problemen tussen gezinsleden voornamelijk als een uitvloeisel van de systematische bekrachtiging van ongewenst gedrag.

De behandeling richt zich vooral op het opsporen van dergelijke bekrachtiging spatronen en op het aanbrengen van veranderingen in deze patronen (Holtzworth-Munro e & Jacob­ son, 1991; Margolin & Fernandez, 1985; Stuart, 1980).
De gedragstherapeutische gezinstherapie is de laatste jaren veelzijdiger geworden. Onder invloed van cognitieve theorieën is er ook aandacht ontstaan voor het beïnvloeden van irrationele opvattingen die de interacties tussen gezinsleden schade berokkenen (Bedrosian & Bozicas, 1994; Da ttilio, 2005; Dattilio en Epstein, 2005).
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering

7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De cybernetische systeembenadering

Hoewel deze benadering teruggaat naar de basis van de systeemtheorie, is zij pas later populair geworden. Het orthodoxe uitgangspunt dat psychische stoornissen meestal een homeostatische functie hebben en het systeem behoeden voor desintegratie, gaat gepaard met een onorthodox therapiemodel.

De therapeut zou het rigide homeostatische gezinssysteem moeten doorbreken door de symptomen van de patiënt positief te etiketteren.

Bijvoorbeeld door erop te wijzen dat de patiënt ertoe bijdraagt de eenheid in het gezin te handhaven . In aansluiting daarop krijgt de patiënt vaak het advies om voorlopig niet te veranderen . Hierbij is de veronderstelling dat een dergelijk advies juist de krachten oproept om wél te veranderen.
In de afgelopen de­cennia is er op deze aanpak steeds meer kritiek gekomen omdat cliënten zich vaak onbegrepen voelden (Roff man, 2005; TrIn de afgelopen de­ cennia is er op deze aanpak steeds meer kritiek gekomen omdat cliënten zich vaak onbegrepen voelden.
1. De transgenerationele systeembenadering
2. De structurele systeembenadering
3. De communicatie-theoretische systeembenadering
4. De experiëntiële emotion-focused systeembenadering
5. De leertheoretische en cognitieve systeembenadering
6. De cybernetische systeembenadering
7. De psycho-educatieve vorm van gezinstherapie
De psycho educatieve vorm van gezinstherapie

In de jaren tachtig van de vorige eeuw is de psycho-educatieve vorm van gezinstherapie in opkomst gekomen. Er ontstond de overtuiging dat symptomen van de patiënt niet altijd zijn toe te schrijven aan het gezin (Anderson, Hogarty & Reiss, 1981; Konstantareas, 1990).

Maar wanneer gezinnen informatie ontvingen over de 'ziekte' van hun gezinslid, bleek dit bij te dragen aan herstel of stabilisatie van de patiënt.

Gezinsgerichte psycho-educatie omvat meestal een combinatie van het bieden van ondersteuning, gedetailleerd voorlichting geven en ontwikkelen van een op het gezin gericht advies op maat.
Het psycho-educatieve model werd aanvankelijk vooral toegepast bij schizofrenie maar de afgelopen decennia zijn er ook diverse psycho-educatieve programma's ontwikkeld voor andere stoornissen zoals eetstoornissen en stemmingsstoornissen.

Psycho educatie kan worden aangeboden in verschillende vormen, zoals gesprekken met aangemelde patiënten, complete gezinnen en de wijdere omgeving van de patiënt zoals leraren en artsen. Deze gesprekken bevatten, naast systemische elementen, vaak ook cognitief gedragstherapeutische en belevingsgerichte elementen (McFarlane et al., 2003).

Psycho-educatie is dus niet louter een vorm van voorlichting, maar ook een serieuze behandel vorm.
4.3 Diagnostische methoden en indicatie voor behandeling

4.3. 1 Indicatiestelling

Gezinstherapie is geïndiceerd bij moeilijkheden tussen
gezinsleden ouders en kinderen, kinderen onderling, scheefgegroeide gezinsstructuur maar blijkt ook een belangrijke extra dimensie te geven bij de behandling van individuele psychopathologie, zoals angsten en gedragsstoornissen bij kinderen.

Daarnaast kan het ook voorkomen dat een (echt)paar zich aanmeldt, of wordt verwezen, omdat er problemen zijn in de relatie. In dergelijke gevallen is relatiethera pie geïndiceerd. Beide partners worden dan uitgenodigd voor therapie, waaraan net als bij gezinstherapie een taxatiefase voorafgaat (Lange, 2006).
4.3.2 Taxatie

Voor het formuleren van een behandelplan is goede diagnostiek noodzakelijk. De eerste stap bij een verantwoorde diagnostiek is
de taxatie van het probleem .

De taxatie vindt plaats tijdens de eerste gesprekken en zonodig ook later in de therapie (bijvoorbeeld als een nieuw probleem­ gebied aan de orde komt). Al wanneer iemand zich voor therapie aan­ meldt, is de therapeut gericht op de taxatie.

Meestal is het één persoon die zichzelf of een ander gezinslid aanmeldt. In beide gevallen verdient het aanbeveling om naast een aantal biografische kenmerken (als leef tijd, geslacht, beroep) ook naar de samenstelling van het gezin te vragen. De intaker moet dan beslissen wie hij uitnodigt.
Bij de meeste klachten, zoals: depressies, impulsstoornissen, angsten en gedragsstoornissen, is het een gouden regel om het gehele gezin voor het eerste (taxatie)gesprek uit te nodigen.

In de volgende situaties kan de therapeut echter afwijken van deze gouden regel:
- Als een ouder is aangemeld en de kinderen zijn niet op de hoogte van de klachten.
- Als het gaat om de relatie tussen de ouders onderling, en de kinderen zijn jonger dan twaalf jaar .
- Als iemand wordt aangemeld tijdens een crisis waarin onmiddellijk handelen nodig is (bijvoorbeeld bij psychose of suïcidaliteit).
- Als een adolescent zich aanmeldt en de ouders zijn (nog) niet op de hoogte van zijn of haar problemen. Het is verstandig dan eerst te pro­ beren de desbetreffende ouder toch erbij te betrekken, maar als deze blijft weigeren, kan de behandeling niet worden uitgesteld.
Meestal is het voldoende om de aan melder uit te leggen dat het van belang is dat de andere gezinsleden meekomen omdat dit noodzakelijke extra informatie kan geven over de verhoudingen in het gezin.

Daarbij kan de therapeut erop wijzen dat dit niet betekent dat de anderen op enigerlei wijze schuldig zijn aan de problematiek, en dat hun komst bij de eerste zitting niet betekent dat ze verder altijd moeten meekomen.

Het gaat om een eerste kennismaking Het is beter om eerst iedereen te leren kennen en dan te beslissen in welke samenstelling de behandeling word t voortgezet.

Zo volgt er na een eerste gezinsgesprek vaak
een taxatiegesprek met alleen de ouders.
Die kunnen dan, met respect voor hun privacy en zonder dat de kinderen erbij zijn, informatie geven over hun onderlinge verhouding en hun zienswijze op de problematiek.
In een gezinstaxatiezitting moet de behandelaar in relatief korte tijd informatie over verschillende gebieden krijgen. Het taxeren in ronden biedt hiervoor een goede structuur.

Dit houdt in dat de therapeut:
• de cliënten eerst informeert over het doel van de zitting: hij moet een globaal beeld krijgen met betrekking tot de verschillende facetten van de gezinsleden en de gezinsstructuur.

• Vervolgens vraagt hij bij elk probleemgebied dat aan bod komt door, tot hij enige duidelijkheid heeft, laat anderen in het gezin zo nodig reageren en vat het probleemgebied samen.

• Daarna gaat hij over op een daaraan gekoppeld ander probleem of vraagt naar nog niet genoemde probleemgebieden. De therapeut vat het gesprek over een onderwerp eerst samen alvorens hij overstapt op een nieuw onderwerp. Hierdoor zal hij niet ongemerkt van het ene in het andere worden meegetrokken om

• daarna tot de conclusie te moeten komen dat hij over veel facetten nog helemaal geen informatie heeft gekregen. Het samenvatten (in eigen woorden) heeft ook als voordeel dat de therapeut al enige positieve herstructurering kan aanbrengen en kan checken of hij goed begrepen heeft wat de cliënten hebben gezegd.
Tijdens de taxatiegesprekken moeten in ieder geval de volgende gebieden aan bod komen:

- De i
- Hoe de a
- In
- Hoe de and
- Functie van
- Fase in
- Rela
- Mani
- Om
- Se
- De individuele achtergrond van de aangemelde patiënt.
- Hoe de anderen in het gezin met de aangemelde patiënt omgaan.
- Individuele achtergrond van relevante anderen in het gezin.
- Hoe de andere gezinsleden met elkaar omgaan.
- Functie van het probleemgedrag.
- Fase in de levenscyclus van het gezin.
- Relatie gezin/omgeving .
- Manier van praten.
- Omgang met geld en vrije tijd.
- Seksualiteit en affectieve betrokkenheid.
Lange ontwikkelde een model voor de intake en taxa­tie binnen de systeemtherapieën.

Daarbij zijn twee principes van belang.
1. Ten eerste wordt er zo veel mogelijk getracht om de tax tiegesprekken door de behandelaar te laten voeren.
2. Ten tweede moet vanaf het begin aan cliënten duidelijk worden gemaakt dat een zinvolle taxatie van hun problematiek impliceert dat gezinsleden hierbij betrokken kunnen worden.

Volgens dit model is de intake en de taxatie een continu proces binnen de behandeling. Het model bestaat uit zes stappen: aanmelding, eerste taxatiegesprekken, taxatiesessies met subsystemen, het opstellen van een voorlopig behandelingscontract , de behandeling zelf, waarin verdere taxatie ligt opgesloten en ten slotte de evaluatie en zonodig de bijstelling van het behandelingscontract.
Intake en taxatiemodel van Lange


1 a
- r
- i
- u

2 e

- i
- i
- i
- f
- i
- u

3 t

- v
- t
- l


4 v
5 t
6 e
1 aanmelding
- reden hulpvraag
- informatie over de verwijzer biografische gegevens leefsituatie
- uitnodigen geïdentificeerde patiënt + relevante omgeving

2 eerste taxatiegesprekken
(geidentificeerde patiënt + omgeving)

- inventarisatie probleemgebieden
- inzicht in individuele problematiek en psychopathologie
- inzicht in de huidige gezinsstructuur inzicht in gezin van herkomst
- functie van klachten bekrachtigingspatronen invloed klacht op anderen
- inzicht in mogelijke weerstanden motiveren
- uitdelen en uitleg vragenlijsten

3 taxatiesessies met subsystemen (indien nodig)
(bijvoorbeeld ouders of de aangemelde patiënt)

- vragenlijsten
- testen van individuen
- lichamelijk onderzoek


4 voorlopig behandelingscontract

5 taxeren van reacties op behandeling

6 evalueren en bijstellen van behandelingscontract
4.3.3 Diagnostische instrumenten en methoden

Gestandaardiseerde vragenlijsten en specifieke observatiemethoden in de taxatiefase kunnen informatie verschaffen die aanvulling geef t op wat in de taxabegesprekken naar voren komt. Door afname na afloop van de behandeling bestaat bovendien de mogelijkheid de behandeling te evalueren.

In het diagnostische proces kunnen verschillende soorten vragenlijsten gebruikt worden , die in de praktijk hun bruikbaarheid al bewezen heb­ben. Enkele voorbeelden zijn:
- Diagnostische instrumenten gericht op de verhoudingen in de algemene gezinssituatie en de verhouding tussen ouders/partners. Voorbeelden zijn respectievelijk de
- Level of Expressed Emotion-schaal (LEE; Gerlsma, 1998) en
- de Maudsley Marital Questionnaire (MMQ; Arrindell, 1987).

- Diagnostische instrumenten gericht op de verhouding tussen ouders en kinderen. Een voorbeeld is de Ouder-Kind Interactie Vragenlijst­ Revised (OKIV-R; Lange, 2001)
- Diagnostische instrumenten gericht op de sfeer in het gezin van herkomst. Een voorbeeld is het Parental Bonding Instrument (PBI; Parker, 1990).
- Diagnostische instrumenten gericht op individuele psychopathologie. Voorbeelden zijn de
- Symptom Checklist 90-revised (SCL-90-R; Arrindell et al., 2003),
- de Korte Klachtenlijst (KKL; Lange & Appelo, 2007) en de
- Children Behavioral Checklist (CBCL; Verhuist , Van der Ende & Koot, 1996).

Aangezien psychopathologie in sommige gevallen in verband gebracht kan worden met seksuele trauma's in het verleden, is het nuttig ook instrumenten mee te nemen in het diagnostisch proces die gericht zijn op seksueel misbruik. Een voorbeeld is de Vragenlijst Seksuele Trauma's in het verleden (VST-V ; Lange, 2004).
In gezinstherapie is het bewerkstelligen van een goede therapeut-cliënt relatie soms wat ingewikkelder dan in individuele therapie, aangezien
meestal niet alle gezinsleden op dezelfde manier tegenover de therapie staan. Toch is ook in de gezinstherapie een goede therapeutische relatie van groot belang voor het succes van de behandeling.
Zo is het bijvoorbeeld van belang dat de therapeut zich aanpast aan de hiërarchie die er in het gezin behoort te zijn.

Zelfs al maken ouders fouten in hun houding ten aanzien van de kinderen of ten aanzien van de partner, de therapeut moet er dan in zijn commentaar of opdrachten toch voor zorgen de basisstructuur te respecteren: hij moet
respect tonen voor de verantwoordelijkheid van de ouders.
Het belangrijkste doel van een goede therapeutische relatie is het gezin
te motiveren voor de behandeling. De therapeut kan dit onder andere bevorderen door een positieve sfeer te creëren waarin een aantal aspecten centraal staat, zoals: het positief etiketteren van het gepresenteerde probleem, het geven van complimenten en het uitstralen van vertrouwen en hoop. Het is in dit kader ook van belang da t de therapeut de visie van de cliënten respecteert, ook al is die rijp voor verandering (Lange, 2006) .

Het motiveren van de cliënten heeft niet alleen een goede invloed op de sfeer, maar verschaft bovendien informatie die voor de behandeling nodig is.
De houding van de gezinstherapeut dient ondubbelzinnig uit te stralen dat steun aan de één niet duidt op
coalitievorming en geen veroordeling van de ander inhoudt, en dat confrontatie van de één geen coalitie met de ander inhoudt. De therapeut moet zich vrij kunnen voelen commentaar te geven op wat hij meen t waar te nemen, zonder daardoor partij te worden.

De basishouding van de gezinstherapeut is niet anders dan die van de
individuele therapeut, en kenmerkt zich door een mengeling van respect, acceptatie, empathie, goed luisteren, waar nodig doorvragen en het geven van adviezen die soms in huiswerkafspraken kunnen uitmonden.
De basishouding van de gezinstherapeut is niet anders dan die van de
individuele therapeut, en kenmerkt zich door
een mengeling van

respect,
acceptatie,
empathie,
goed luisteren,
waar nodig doorvragen en
het geven van adviezen die soms in huiswerkafspraken kunnen uitmonden.
Maar meer dan in individuele therapie kan in gezinstherapie het zogenaamde 'eruit en erin stappen' een belangrijke rol spelen .

De gezinstherapeut kan zich soms als het ware terugtrekken door cliënten tegen elkaar te laten praten, en zelf alleen maar te luisteren naar wat zij tegen elkaar zeggen en het non-verbale gedrag te observeren. Hij kan zich dan optimaal concentreren op wat er gebeurt.

Op het moment dat het hem geschikt lijkt 'stapt hij er weer in' en geeft zijn commentaar op wat er heeft plaatsgevonden.

Interventies die op die manier totstandkomen, hebben vaak
extra veel impact.

Deze aanpak wijst in zekere zin op een mengeling van non-directiviteit en directiviteit. Daarbij is het van belang dat de therapeut zijn inzichten niet opdringt. Als de cliënten het op een bepaald punt niet met hem eens zijn, dient hij zo veel mogelijk hun ziens­ wijze te accepteren.

Mocht zijn commentaar toch belangrijk zijn geweest, dan komt het effect later toch wel.
Behandelingscontracten

In het algemeen worden de taxatiegesprekken expliciet afgerond met een voorlopig behandelingscontract. In deze fase van de behandeling hebben cliënten al enig inzicht in de werkwijze en zijn zij bereid en gemotiveerd om aan de behandeling mee te werken (Lange, 2006).

In een dergelijk behandelingscontract worden duidelijke afspraken tussen therapeut en cliënten vastgelegd, zoals:
het doel van de behandeling, de interventies waaruit de behandeling zal bestaan en op welke tijdstippen de behandeling geëvalueerd zal worden (Korrelboom & Ten Broeke, 2004).

De therapeut, maar vooral ook de cliënten verbinden zich ertoe dit behandelingscontract na te leven. Het vastleggen van duidelijke afspraken geeft de therapeut bovendien de mogelijkheid gezinsleden op hun verantwoordelijkheid te wijzen als ze zich niet aan hun afspraken hou­ den.

Vooral bij relatietherapie is het sluiten van een behandelingscontract sterk aangewezen, aangezien het succes van de behandeling afhangt van de inzet van beide partners (Hermans, Eelen & Orlemans, 2007).
4.4.2 Systeemtherapeutische methoden en technieken

Het centrale element van de meeste gezinsbehandelingen is dat de gezinsleden leren op een constructieve wijze elkaar te la ten weten wat zij van elkaar nodig hebben.

Dit lijkt simpel, maar is het niet. Wanneer er machtsstrijd heerst en er conflicten zijn, grijpt men maar al te snel naar extreme verwijten, in plaa ts van te zeggen wat men wel wil op een manier waardoor de ander echt weet wat er van hem of haar verlangd wordt.
Wanneer het gaat om de verhouding tussen ouders en kinderen speelt de ongelijkheid een extra verwarrende rol. De ouders zijn verantwoordelijk en moeten hun kinderen soms bepaald gedrag opleggen.

Dit neemt niet weg dat ook in een ongelijke situatie als tussen ouders en kinderen, het in acht nemen van bepaalde communicatieregels helpt om aan elkaar over te brengen wat je van de ander wilt.
Overzicht van therapeutische technieken.

De belangrijkste therapeutische technieken uit de gezinstherapie zijn:
- gedragsoefening met feedback en modelling
- registratie
- gedragscontracten
- doorvragen en herformuleren
- zelfcontroleprocedures
- bekrachtigingspatronen wijzigen
- veranderen van cognities
- verandering in gezinsstructuur
- verwerken van het verleden
- gezinsrituelen
- het afscheidsritueel
- het overgangsritueel in de levenscyclus
- blijvende ritualisering
Het centrale element van de meeste gezinsbehandelingen is dat de gezinsleden leren om elkaar op een constructieve wijze te laten weten wat zij van elkaar nodig hebben.

Verschillende behandeltechnieken kunnen helpen om dat doel te bereiken:
• gedragsoefening met feedback (commentaar) en voorbeeldgedrag (modelling); bijvoorbeeld oefenen met “onderhandelen” en het voeren van een gesprek door een ouder met een kind

• registratie van probleemgedrag als basis voor verandering en keuze voor een bepaalde interventie (in een boekje bijvoorbeeld een steekwoord opschrijven)

• gedragscontracten met afspraken over het nieuwe gedrag, eventueel met een beloning voor het starten met het goede gedrag (na implementatie van een gewenste situatie zal deze extrinsieke beloning worden vervangen door een intrensieke beloning, namelijk tevredenheid met de nieuwe situatie).
• doorvragen en herformuleren totdat in gedragstermen is omschreven wat men verwacht van de ander (belangrijke taak voor de therapeut; kan leiden tot het formuleren van een nieuw behandeldoel).

• zelfcontroleprocedures: op een risicovol moment ander gedrag uitvoeren en niet in de oude gewoonte vervallen (die alleen tegemoet komt aan de eigen behoefte). Het registreren van het ongewenste gedrag is een eerste stap naar verandering.

• het wijzigen van bekrachtigingspatronen: positief gedrag belonen, bijvoorbeeld met aandacht

• veranderen van disfunctionele cognities, bijvoorbeeld door disfunctionele gedachten uit te dagen (onjuiste attributie of rigide standaard). Ook leren de eigen gedachten te evalueren. Door gedrag te heretiketteren kunnen andere gedachten ontstaan over de interactie tussen gezinsleden.
• verwerken van het verleden of van traumatische ervaringen alvorens de actuele problematiek aan te pakken, bijvoorbeeld via imaginaire confrontatie (cliënt confronteert zichzelf met pijnlijke beelden uit het verleden) of gestructureerde schrijfopdrachten (brief schrijven aan een overleden kind).
• gezinsrituelen helpen bij de overgang naar een nieuwe gezinslevensfase. Het afscheidsritueel symboliseert de afstand die de cliënt neemt tot een specifiek aspect uit het verleden (brief schrijven; graf bezoeken). Het overgangsritueel ter markering van de overgang in de levensgeschiedenis (biertje drinken van vader met zoon die 16 jaar is geworden). Hiermee alleen beginnen als alle noodzakelijke voorbereidingen zijn getroffen. Blijvende ritualisering staat in het teken van het op symbolische wijze bekrachtigen van nieuwe afspraken (vader en moeder brengen kinderen gezamenlijk naar bed).
Gedragsoefening, met commentaar (feedback) en voorbeeldgedrag ( 'modelling' )
Om cliënten inzicht te geven in de manier waarop zij op elkaar reageren, kan er gebruik worden gemaakt van gedragsoefeningen gevolgd door modelling door de therapeut en feedback.

Tijdens de zittingen laat de therapeut mijnheer en mevrouw Deventer regelmatig zelf 'onderhandelen met Mark. Hij geeft dan voorzichtig commentaar op hun negatie en niet concrete manier van praten, en laat hen zien hoe zij op een positieve manier hun opvattingen over wat er moet gebeuren aan Mark kunnen vertellen.
Op sommige momenten verwisselt de therapeut van plan met één van de gezinsleden, bijvoorbeeld de moeder, om voor te do hoe het gesprek constructiever gevoerd had kunnen worden . Maar sm wisselt hij ook van plaats met Mark om hem te laten zien hoe hij anders had kunnen reageren op zijn ouders of zijn zusje.
Registratie
In de eerste fase van de behandeling leggen de gezinsleden vast hoe vaak het negatieve gedrag voorkomt. In bijna alle (gezins)therapie verdient het aanbeveling op dergelijke wijze de basis vast te leggen van waarin verandering moet komen. Vaak blijft het registreren doorgaan tijdens de behandeling. De gegevens daaruit geven inzicht in de mate van verandering en vormen de basis voor de manier waarop de therapie wordt voortgezet.
Registreren moet zo veel mogelijk op het moment van waarnemen beuren. Cliënten kunnen daarvoor een boekje aanschaffen dat zij alt bij zich hebben. Het registreren kan vervolgens op verschillende man ren gebeuren. In het geval van Mark gaat het om turven van specifiek gedrag: een streepje is dan genoeg. Als het om complex gedrag o
Gedragscontracten
In gedragscontracten leggen de gezinsleden duidelijke afspraken v over nieuw uit te voeren gedrag. Daar staat een beloning tegenover. Dergelijke contracten kunnen in gezins- en relatietherapie veel aan bod komen. Het doet wat gekunsteld aan en soms denken ouders of partner in eerste instantie iets als 'waarom moet ik die ander nu belonen voor iets dat toch vanzelfsprekend is'. Hierbij vergeten ze echter dat het in deze situatie, in dit gezin, kennelijk niet vanzelfsprekend is, en dat men het proces een handje kan helpen met iets kunstmatigs als een gedragscontract.
Uiteraard is het de bedoeling dat na verloop van tijd, als het gedrag in gewenste richting is verschoven, de expliciete (extrinsieke) beloning niet meer nodig is, en dat de persoon in kwestie als het ware beloond wordt doordat hij plezier krijgt in de nieuwe situatie (intrinsieke beloning) .
Door vragen en herformuleren
Of het nu een gedragscontract betreft of niet, in gezinstherapie gaat het vaak over wat men van elkaar wil of nodig heeft. Ouders willen bijvoorbeeld meer rust; een kind wil positieve aandacht of juist meer met rust gelaten worden; een ouder heeft behoef te aan affectie van de ander.
Het probleem is dat de cliënten de misstand meestal wel kunnen aanduiden, maar niet helder kunnen formuleren wat de ander kan doen om de misstand te verhelpen (los nog van de vraag of de ander dat wil). Gericht doorvragen totdat in gedragstermen is omschreven wat men van de ander verwacht, is misschien wel één van de belangrijkste hulpmiddelen van de (gezins)therapeut.
Zelf controleprocedures
Veel problemen tussen gezinsleden hebben te maken met een al te impulsief reageren, op een ingesleten niet-productieve wijze, waardoor een keten van negatieve wederzijdse gedragingen op gang kan komen.

Het aanleren van zelfcontrole houdt in dat men op een risicovol moment ander gedrag uitvoert dat voorkomt dat men in de oude gewoonte vervalt, maar dat dit gedrag wel tegemoetkomt aan de eigen behoefte.
Het wijzigen van bekrachtigingspatronen
De essentie van het wijzigen van bekrachtigingspatronen is dat het problematische gedrag minder aantrekkelijk wordt.

Hierbij is het van belang dat de therapeut de interventies niet op een confronterende manier introduceert, maar dit doet met begrip voor zowel degene met het problematische gedrag als voor de andere gezinsleden.
Veranderen van cognities
De hierboven besproken technieken gaan vooral in op gedrag. Veel van wat er in (gezins)therapie gebeurt, heeft echter te maken met het veranderen van ideeën, opvattingen en gevoelens. Soms gebeurt dit door he uitproberen van nieuw gedrag, zoals hierboven is geïllustreerd, soms ook rechtstreeks.

Een dergelijke cognitieve gedragstherapeutische benadering kan ook binnen de gezinstherapie een belangrijke plaats innemen. Immers, cognities en dan met name disfunctionele gedachten, kunnen een centrale rol spelen binnen het systeem.
Verandering in deze cognities door bijvoorbeeld het uitdagen ervan, zal dan verandering binnen het systeem me zich meebrengen (Friedberg, 2006). Epstein en Baucom (2002) benoemer enkele cognities die een rol kunnen spelen bij partnerproblemen zoals onjuiste attributies omtrent oorzaken van gebeurtenissen binnen d{ relatie ('het ligt aan de ander, en niet aan de omstandigheden') of het hanteren van onrealistische en rigide standaarden met betrekking to1 relaties en partners.

Naast het aanleren van betere communicatie- en probleemoplossingsvaardigheden dient de behandeling zich ook te richten op het aanleren van vaardigheden om de eigen (disfunctionele) cognities te evalueren en, indien nodig, te veranderen.
Verandering in gezinsstructuur
In de eerste jaren van de structurele gezinstherapie propageerden aanhangers van deze stroming om al in het begin van de behandeling de nadruk te leggen op het veranderen van de gezinsstructuur. Dit ge­ beurde bijvoorbeeld door relatief weinig aandacht te schenken aan de problemen rondom de aangemelde patiënt en het gesprek snel te richten op problemen tussen de ouders, of op het functioneren van een ander gezinslid.

Naarmate de gezinstherapie volwassener werd, bleek meer en meer dat men hiermee voorzichtig moest zijn, aangezien gezinnen zich vaak slecht door de therapeuten begrepen voelden. Al te snel proberen om de gezinsstructuur te wijzigen, bleek strijdig te zijn met andere basisprincipes, namelijk dat de therapeut aansluit bij de behoeften en zienswijze van het gezin en dat de ouders als gezagsdragers gesteund dienen te worden.
In de eerste behandelingscontracten zien wij dan ook vaak dat de therapeut in eerste instantie de structuur van het gezin intact laat en pas geleidelijk aan, wanneer de tijd er rijp voor is doordat hij het vertrouwen heeft gewonnen, probeert de gezinsstructuur te veranderen.
Het verwerken van het verleden
In gezinstherapie ligt het accent vaak op verandering in huidige gedrags en denkpatronen. Maar als de huidige problematiek soms voor een deel gebaseerd blijkt op traumatische ervaringen uit het verleden, zal ook in gezinstherapie dat verleden verwerkt moeten worden, wil men zinvol in het 'hier en nu' veranderingen kunnen aanbrengen.
Er bestaan hiervoor technieken, zoals imaginaire confrontatie (Kakes & Lange, 2004), waarbij de cliënten zichzelf tijdens de zitting confronteren met de meest pijnlijke beelden uit het verleden. De systeemtherapie (maar ook individuele therapie) maakt vaak gebruik van gestructureerde schrijfopdrachten.
Gezinsrituelen
We zagen al eerder dat problemen vaak ontstaan in perioden waarin het gezin een overgang moet maken van de ene gezinslevensfase naar de volgende en waarbij het niet lukt de nieuwe taken en rollen die van ieder worden verwacht in de nieuwe situatie te integreren. In dergelijke gevallen zal de therapeut de cliënten moeten helpen de stap naar de volgende fase te maken .

Behalve het verschaffen van duidelijkheid en inzicht met behulp van technieken zoals hierboven beschreven, kunnen rituelen helpen om de noodzakelijke stappen te zetten. Imber-Black, Whiting & Roberts (2003) beschrijven vele voorbeelden van culturele rituelen, gezinsrituelen en therapeutische rituelen. We beperken ons hier tot drie soorten rituelen die een therapeut kan voorstellen om een verandering in een gezinssituatie kracht bij te zetten of op gang te helpen:
- het afscheidsritueel,
- het eenmalige overgangsritueel en
- het blijvend ritueel

dat in een gezin een vaste plaats krijgt en blijvend de nadruk legt op de nieuwe fase.
Het afscheidsritueel
Het afscheidsritueel is een ritueel dat symboliseert dat de cliënt afstand heeft genomen van specifieke aspecten uit het verleden. Het geritualiseerd schrijven van een brief kan hiervoor een aanzet geven. Mevrouw Brugsma, die brieven had geschreven aan haar overleden zoon Maarten, kreeg hulp van de therapeut om een brief te schrijven die zij bij het graf van Maarten zou begraven.

In deze brief lag het accent op afscheid. Zij schreef aan haar zoon dat zij nu accepteerde dat zij hem nooit meer zou zien, dat hij uit haar leven was verdwenen en da t ze zijn kamer zou 'ontmantelen'. Zij zou hem niet vergeten, maar ook niet blijven treuren, en zij zou haar energie gaan richten op het herstel van de goede verhoudingen in het gezin en op haar eigen ontplooiing.
Tot slot van de behandeling werd afgesproken dat ze met het hele gezin naar het graf van Maarten zouden gaan, wat nooit eerder was gebeurd. Verder werd afgesproken dat zij dit, zolang het mogelijk zou zijn, jaarlijks op Maartens sterfdag zouden herhalen.
Het overgangsritueel in de levenscyclus
Het overgangsritueel is gericht op de overgang naar een volgende fase in de levenscyclus van een gezin.

In het algemeen komen therapeutische overgangsrituelen niet vroeg in de behandeling aan bod. Meestal is er eerst een fase nodig waarin de therapeut en het gezin, na goed doorvragen door de therapeut over de huidige situatie en na het uitvoeren van registratieopdrachten, inzicht krijgen in de precieze aard van de problematiek en de gezinsverhoudingen.

Pas dan kan de therapeut naar een nieuwe ritualisering toewerken, die hij vaak nog moet voorbereiden door het gezin andere taken te laten uitvoeren.
Wanneer de therapeut te weinig aandacht aan het voorwerk besteedt, bestaat het gevaar dat hij de plank misslaat.

Maar zelfs al ziet hij het correct, dan nog is er het gevaar dat de cliënten niet aan het ritueel toe zijn en het kruit voortijdig wordt verschoten. Het is zelfs voorstelbaar dat de cliënten het ritueel dan zien als een goedkope truc. Anders dan bij andere opdrachten is er bij eenmalige rituelen meestal geen herkansing mogelijk.

Vandaar dat het van belang is dat de therapeut niet te hard van stapel loopt.
Blijvende ritualisering
Problemen van individuen en gezinnen hebben vaak te maken met onduidelijkheid over het rolgedrag dat van een persoon of meer personen wordt verwacht.

Verheldering daarvan en het maken van afspraken kan verbetering geven. Soms is dat niet genoeg en dienen nieuwe afspraken op symbolische wijze te worden bekrachtigd.
Effectonderzoek

Systeemtherapie laat zich niet zo gemakkelijk vertalen in een gedetailleerd behandelprotocol waarbij een behandelaar stap voor stap de behandeling uitvoert.

Standaardisatie is bij de behandeling van gezinnen moeilijker te verwezenlijken juist omdat
gezinstherapie zich expliciet richt op de complexiteit van relationele processen. Uit meta-analyses blijkt dat systeemtherapie minstens even effectief is als individuele therapie en in een aantal gevallen zelfs effectiever.

Het therapeutisch effect blijft ook op langere termijn bestaan, zo blijkt uit diezelfde meta-analyses.

Gezinstherapie bij kinderen en adolescenten is met name effectief bij angst, depressie, anorexia, overmatig alcoholgebruik. Onderzoek (RCT) richt zich op de gemiddelde patiënt, terwijl de praktijk zeer complex is en comorbide stoornissen bij onderzoek zijn uitgesloten. Protocollen bieden wel de mogelijkheid tot maatwerk. Ook moet er ruimte zijn voor good clinical practice.
Gezinstherapie bij kinderen en adolescenten is met name effectief bij
angst, depressie, anorexia, overmatig alcoholgebruik.

Onderzoek (RCT) richt zich op de gemiddelde patiënt, terwijl de praktijk zeer complex is en comorbide stoornissen bij onderzoek zijn uitgesloten. Protocollen bieden wel de mogelijkheid tot maatwerk. Ook moet er ruimte zijn voor good clinical practice.