Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
29 Cards in this Set
- Front
- Back
Twee stromingen over de lerende organisatie |
Propagandists en Sceptist |
|
Communities of practice (CoP) in het cursusraamwerk. |
Combinatie van de blokken ‘kennis- en leerprocessen’ en ‘sociale context |
|
Zes theoriën over leren |
Behaviorisme, cognitivisme, experiëntiële leertheorie,humanisme en sociaal cognitivisme |
|
Leren volgens behaviorisme |
Men leert (gedragsverandering) door stimuli in de omgeving. |
|
Leren volgens cognitivisme |
Focust op de cognitieve kant van kennis. Men leert door interne herstructurering. Men bouwt voort op bestaande kennis. |
|
Leren volgens humanisme |
Leren is persoonsverandering; belangrijke relatie tussen leren, identiteit en emotie. |
|
unselective experiential mode |
Leidt tot feitenkennis, handelingspatronen, eninstanties die bruikbaar zijn in de concrete context waarin de ervaring plaats vindt. (impliciete kennis die situationeelis en moeilijk onder woorden te brengen). Hebt gekozen voor gerecht A, niet lekker dus volgende keer niet meer. |
|
selective reflective mode |
Kan leiden totexpliciete kennis in de vorm van nieuwe inzichten, regels en strategieën (Alles wat je op school doet). |
|
Belangrijke stromingen voor de sociale leertheorie van Lave en Wenger. |
=Communities of practice (CoP) Sociaal constructivisme en expertimenteel leren. |
|
Wat is een community of practice? |
“A group of people who have a particular activity in common, and as a consequence have some common knowledge, a sense of community identity, and some element of overlapping values. Vermogen om elkaar te snappen. |
|
3 soorten geheugen |
Sensory memory ; working memory; (deze twee belangrijk voor leren) ; long-term memory |
|
Aan de hand van welke drie onderwerpen behandelt Hislop het leren |
Learning modes; learning types en learninglevels |
|
Learning modes |
Onderscheidt wat leren eigenlijk is. (Cognitive/Cultural/Behavioral). |
|
Learning types |
Doelen van het leren Single loop/Double/Deutro |
|
Learning levels |
Onderscheid tussen leren van en leren in organisaties. Individual/group/organizational/inter-organizational. |
|
3 soorten leerstijlen |
Feedback (analyseren van figuren en data), cognitief (eerst begrijpen - kijken voor en nadelen), sociaal (luisteren naar anderen) |
|
Verschil Kolb en Nonaka |
Kolb: model voor individueel leren + directe verwijzing naar de leerstijlen. Nonaka: sociale leertheorie; aandacht groepsprocessen en rol van sociale context. |
|
Verschil sociale context en sociale voorwaarden |
Context: neutraal, het gebeurt gewoon. (social kapitaal; community of practice) Voorwaarden: wanneer je iets wilt leren, moet je een bepaalde vorm van kwaliteit en hoeveelheid laten zien. (nadrukkelijke relatie) |
|
Objective based |
Kennis is los van kenner op te slaan |
|
Pratice based |
Je hebt subjecten nodig om te weten wat kennis is. Community of practice |
|
Sociale condities |
Kenmerken van individuen en groepen die invloed hebben op individuen en gropen. |
|
Wat is kennis volgens het social constructivisme? |
Betekenisverlening |
|
Waarom ben je volgens de community of practices na je studie nog geen consultant? |
Je hebt nog geen activity (ervaring). |
|
Community of practices (apart) |
Community: Snappen doe je als lid van groep
Practices: Je leert pas als je het echt doet. |
|
Sociale leertheorie van Wenger |
Community - Practices - Meaning - Identity |
|
Identity (sociale leertheorie van wenger) |
Leren is volgens wenger een vorming van je persoon. |
|
Landscapes of practice |
Er zijjn meerdere community's die jouw leerproces beinvloeden. Het geheel van communities die zich op een of andere manier met hun domein bezighouden= landscape of practices |
|
Modes of identification |
Kiezen voor bepaalde communities. |
|
Identity in a landscape of practices |
Je vormt je identiteit door een plek in te nemen in de community |