Ipma C 10.01 Primair Proces (Ncb 3.06)

Front 1

Waar gaat de paragraaf 10.01 Primair proces op in?

Back 1

Op de relatie tussen projecten en processen, waaraan de organisatie haar bestaansrecht ontleent.

Front 2

Waar wordt vooral naar gekeken in de paragraaf 10.01?

Back 2

De besturing van het primaire proces en de wijze waarop de verschillende besturingsniveaus invloed uitoefenen op het project en andersom. Vooral door helder te zijn over de bijdrage van het project aan de verbetering van het primaire proces, kan deze communicatie eerlijk en duidelijk gevoerd worden.

Front 3

Welke kerncompetentie leert de PM in de paragraaf 10.01 Primair proces?

Back 3

Het vermogen om het project te kunnen managen binnen de context van het primaire proces.

Front 4

Definitie Primair proces?

Back 4

De processen in de staande organisatie waarmee toegevoegde waarde wordt gecreeerd waarmee de organisatie haar klanten bediend.

Front 5

Waar heeft het primaire proces invloed op?

Back 5

- de context van het project;
- eisen en doelen van het project;
- de projectdefinitie;
- de projectorganisatie;
- de aanpak;
- de beschikbaarheid van mensen en middelen;
- de planvorming;
- de business case;
- de communicatie en rapportages;

Front 6

Waarbinnen vindt de uitvoering van het project plaats?

Back 6

- binnen de vastgestelde bedrijfsstandaarden;
- bnnen de bedrijfsrichtlijnen;
- binnen de wet- en regelgeving.

Front 7

Aan wie rapporteert de PM?

Back 7

Aan het bedrijfs- of programmamanagement.

Front 8

Aan wie worden de resultaten aan het einde van het project opgeleverd?

Back 8

Aan de organisatie, waarbij de leerpunten teruggekoppeld worden aan de betreffende organisatieondedelen.

Front 9

Wat omschrijven de regelende activiteiten?

Back 9

De activiteiten die nodig zijn om verstoringen te beheersen.

Front 10

Wat omschrijven de onderhoudende activiteiten?

Back 10

De activiteiten gericht op het instand houden.

Front 11

Welke processen omvat het primaire proces?

Back 11

- transformatieprocessen;
- transactieprocessen;

Front 12

Wat zijn transformatieprocessen?

Back 12

Processen die veranderingen van (fysieke) kenmerken teweegbrengen, inclusief veranderingen in plaats en tijd.

Front 13

Wat zijn transactieprocessen?

Back 13

Processen die een ruil teweegbrengen. Transactieprocessen verankeren het primaire proces in de omgeving en in het bijzonder aan de markt.

Front 14

Hoe kunnen we het primaire proces beschouwen?

Back 14

Als een systeem, dat vervolgens weer op te splitsen is in verschillende subsystemen.

Front 15

Wanneer is het opsplitsen van het primaire proces in verschillende subsystemen zinvol?

Back 15

Indien de strategische posities en de onderlinge relaties tussen de verschillende subsystemen ter discussie staan.

Front 16

Wie hebben een besturingskarakter binnen het primaire proces.

Back 16

Inkoop en verkoop.

Front 17

Behoort de besturing van de kasstromen vanuit de definitie in het primaire proces?

Back 17

Nee.

Front 18

Welke uitgangspunten dien je te hanteren bij het tekenen van de processen?

Back 18

De besturende organen moeten boven de bestuurde systemen worden getekend.
De onderhoudende organen altijd eronder.
Teken besturende, primaire en onderhoudende systemen niet door elkaar.

Front 19

Wat is een waardeketen (value chain) zoals gedefinieerd door Porter?

Back 19

De gekoppelde set van waardevermeerderende activiteiten in een organisatie om toegevoegde waarde te realiseren.

Front 20

Wanneer wordt de waardeketen vooral gebruikt?

Back 20

Om bestaande werkprocessen kritisch door te lichten met als doel ded efficiency en effectiviteit te vergroten.

Front 21

Porter definieert de vijf primaire activiteiten als?

Back 21

Die activiteiten die direct betrokken zijn in de creatie of levering van een product of dienst.

Front 22

Definieer de primaire activiteit "inkomende logistiek":

Back 22

De activiteiten om input te ontvangen en te verwerken, zodanig dat de productie of dienstverlening gerealiseerd kan worden.

Front 23

Definieer de primaire activiteit "operaties":

Back 23

De activiteiten om input te verwerken tot een product of dienst.

Front 24

Definieer de primaire activiteit "distributie":

Back 24

De activiteiten om het product of dienst af te leveren bij de klant.

Front 25

Definieer de primaire activiteit "Marketing en verkoop":

Back 25

De activiteiten om de meerwaarde van de producten of diensten aan de klanten te laten zien en opdrachten te verwerven.

Front 26

Definieer de primaire activiteit "service":

Back 26

De ondersteunende activiteiten die direct de waarde van het product of dienst vergroten.

Front 27

Porter definieert de vier ondersteunende activiteiten als?

Back 27

Die activiteiten die helpen de efficiency en effectiviteit van de primaire activiteiten te vergroten en daarmee indirect de waarde van het product of dienst vergroten.

Front 28

Definieer de ondersteunende activiteit "Financiele zaken en planning":

Back 28

Activiteiten om de benodigde mensen en middelen beschikbaar te stellen.

Front 29

Definieer de ondersteunende activiteit "Technologische ontwikkeling":

Back 29

Activiteiten die de processen, methoden en technieken verbeteren, nodig voor de waardetoevoeging.

Front 30

Definieer de ondersteunende activiteit "HRM":

Back 30

Activiteiten van werving en selectie, training, ontwikkeling en beloning van medewerkers.

Front 31

Definieer de ondersteunende activiteit "organisatorische infrastructuur":

Back 31

De systemen voor planning, financien, kwaliteitszorg, informatiemanagement en dergelijke, maar ook de organisatiestructuur en -cultuur.

Front 32

Waarom is vanuit project- en programmamanagement de waardeketen van belang?

Back 32

Omdat veranderingstrajecten en investeringen steeds meer hun oorsprong vinden in de waarde-optimalisatie en dit het doel is wat de klant met het project- c.q. programmaresultaat wil bereiken.

Front 33

Waar moet onderscheidt in gemaakt worden bij het definieren van de raakvlakken tussen bedrijfsvoering en projecten en programma's?

Back 33

- strategisch niveau;
- tactisch niveau;
- operationeel niveau;

Front 34

Wat bepalen de omgeving waarin projecten en programma's op strategisch niveau worden uitgeveord?

Back 34

De bedrijfsmatige en juridische context van de staande organisatie.

Front 35

Wat geldt nog meer als strategisch niveau?

Back 35

- hoe kosten en opbrengsten worden vastgesteld;
- hoe de toewijzing en ontwikkeling van projectcapaciteit wordt georganiseerd;
- hoe een project, programma of portfolio aan eht hoger management moet rapporteren.

Front 36

Wat is op tactisch niveau de schakel tussen het project of programma en de bedrijfsvoering?

Back 36

De business case.

Front 37

Wat staat in de business case?

Back 37

De verwachtingen t.a.z. van het programma of project in termen:
- kosten;
- opbrengsten;
- risico's;
- kansen;
- de vereiste functionaliteit van de resultaten;
- het tijdsbestek;
- vereiste capaciteiten.

Front 38

Noem de drie rollen die gedefinieerd moeten worden in de organisatie van een project/programma/portfolio?

Back 38

- de eigenaar/sponsor;
- de leverancier;
- de gebruiker;

Front 39

Waar is de eigenaar/sponsor verantwoordelijk voor?

Back 39

De business case

Front 40

Waar is de leverancier verantwoordelijk voor?

Back 40

Realiseren van de resultaten.

Front 41

Waar zijn de gebruikers verantwoordelijk voor?

Back 41

Werken met de resultaten en opleveren van de baten.

Front 42

Wat is Business Process Redesign?

Back 42

Het herontwerpen van het bestaande bedrijfsproces.Hiermee zijn radicale veranderingen door te voeren.

Front 43

Bussiness Process Improvement?

Back 43

Stap voor stap verbetering

Front 44

Bussiness Process Redesign?

Back 44

Herontwerp van de bedrijfsprocessen, waarbij de effectiviteitsverbetering van de bedrijfsprocessen de belangrijkste drijfveer is.

Front 45

Bussiness Process Re-engineering?

Back 45

Herontwerp van de bedrijfsprocessen waarbij de technologische ontwikkeling de belangrijkste drijfveer is.

Front 46

Bussiness Process Innovation (BPI)

Back 46

Hierbij wordt de BPR gekoppeld aan het vergroten van de toegevoegde waarde voor de organisatie.