Ipma C 10.06 Financieel Management (Ncb 3.10)

Front 1

Wat is de kerncompetentie van de paragraaf 10.06 Financieel management?

Back 1

Het vermogen om het project te kunnen managen binnen de financiele context waar binnen de staande organisatie actief is.

Front 2

Definitie Balans?

Back 2

Een staat die de omvang en de samenstelling van de bezittingen en verplichtingen in geld aangeeft op een bepaald moment.

Front 3

Definitie Winst- en verliesrekening?

Back 3

Een samenvattend overzicht van alle kosten en opbrengsten gedurende een bepaalde periode.

Front 4

Waarom is een organisatie gebonden aan de wijze waarop de financiele verslaglegging tot stand komt?

Back 4

- verslaglegging heeft een verantwoordingsfunctie;
- verslaglegging is een bron voor het nemen van beslissingen in een organisatie.

Front 5

Wat is een van de belangrijkste documenten bij de externe verslaglegging?

Back 5

De jaarrekening

Front 6

Waar bestaat de jaarrekening uit?

Back 6

- een balans;
- een winst- en verliesrekening;
- een kasstroomoverzicht;
Plus een toelichting op alle onderdelen.

Front 7

Wat staat aan de debetzijde van een balans?

Back 7

De bezittingen van een organisatie.

Front 8

Wat staat aan de creditzijde van een balans?

Back 8

De vermogensvormen waarmee de bezittingen zijn gefinancierd.

Front 9

Wat wordt meestal ook meegenomen in een balans?

Back 9

De bezittingen en financiering van het vorige jaareinde.

Front 10

Waarom worden de bezittingen en financiering van het vorige jaareinde ook meegenomen in een balans?

Back 10

Daarmee wordt in 1 overzicht duidelijk wat de consequenties van de winst- en verliesrekening van het afgelopen jaar zijn op de balans.

Front 11

Welke posten omvat de balans meestal?

Back 11

- vaste activa
- vlottende activa
- eigen vermogen
- vreemd vermogen

Front 12

Wat zijn de vaste activa?

Back 12

De activa die niet binnen een jaar in liquide middelen omgezet kunnen worden.

Front 13

Wat omvat de vaste activa?

Back 13

- de materiële vaste activa;
- de immateriële vaste activa;
- financiële vaste activa

Front 14

Wat zijn materiele vaste activa?

Back 14

De tastbare duurzaame productiemiddelen die de onderneming in haar bezit heeft.

Front 15

Worden duurzame productiemiddelen die gehuurd zijn vermeld op de balans?

Back 15

Nee

Front 16

Noem voorbeelden van materiele vaste activa:

Back 16

- gebouwen
- machines
- infrastructuur

Front 17

Wat zijn immateriele vaste activa?

Back 17

De niet-tastbare vaste activa die de onderneming in haar bezit heeft.

Front 18

Noem voorbeelden van immateriele vaste activa:

Back 18

- concessies
- vergunningen
- intellectuele rechten
- in het verleden betaalde goodwill

Front 19

Wat is Goodwill.

Back 19

De meerwaarde van een onderneming boven het eigen vermogen.

Front 20

Wanneer komt de Goodwill op de balans?

Back 20

Als de onderneming in het verleden een andere firma heeft overgenomen en daarbij een bepaald bedrag voor goodwill heeft betaald.

Front 21

Wat zijn financiële vaste activa?

Back 21

Dit zijn deelnemingen en effecten in het bezit van de onderneming.

Front 22

Wanneer is er sprake van deelneming?

Back 22

- als het aanhouden van aandelen in een andere onderneming (dochtermaatschappij) duurzaam is;
- voor eigen rekening geschiedt;
- ten dienste staat van de werkzaamheden van de werkzaamheden van de eigen onderneming.

Front 23

Wat zijn de vlottende activa?

Back 23

De liquide middelen en activa die (normaliter) binnen jaar in liquide middelen omgezet kunnen worden. Van voorraden wordt verondersteld dat deze daarmee vallen onder de vlottende activa.

Front 24

Wat omvat voorraden.

Back 24

- grondstoffen;
- onderdelen;
- halffabricaten;
- nog niet verkochte eindproducten

Front 25

Welke voorraden worden niet gewaardeerd?

Back 25

Niet duurzame voorraden, zoals kantoorartikelen.

Front 26

Waartegen worden de voorraden gewaardeerd?

Back 26

Tegen kostprijs.

Front 27

Wat omvatten vorderingen?

Back 27

Het totaal aan debiteuren minus de voorziening van oninbare debiteuren.

Front 28

Wat zijn debiteuren?

Back 28

Facturen die klanten nog aan de onderneming moeten betalen.

Front 29

Worden vorderingen incl. of excl. BTW gewaardeerd?

Back 29

Exclusief BTW

Front 30

Wat omvatten de liquide middelen?

Back 30

De saldi van kas, bank en giro plus de bedragen die op spaarrekeningen e.d. zijn geplaatst, welke binnen een jaar in liquide middelen omgezet kunnen worden.

Front 31

Wat zijn de totale activa?

Back 31

Het totaal van de vaste en de vlottende activa en het is daarmee het totaal van de bezittingen en de vorderingen van de onderneming.

Front 32

Wat is het eigen vermogen?

Back 32

- Het totaal van het aandelenkapitaal en de algemene reserves;
- het totaal van het gestorte kapitaal en de niet opgenomen winsten
[en daarmee het totale bedrag waarmee de eigenaren van de onderneming risico lopen]

Front 33

Wat is het aandelenkapitaal?

Back 33

De nominale waarde van het geplaatste kapitaal dat door de aandeelhouders is gestort.

Front 34

Wat is de (algemene) reserve?

Back 34

- het niet aan de aandeelhouders uitbetaalde deel van de winst;
- eigendom van de aandeelhouders.

Front 35

Hoe kan de algemene reserve worden opgesplitst?

Back 35

- reserve
- toevoeging reserve

Front 36

Wat is de reserve?

Back 36

De reserve van dit jaar is de algemene reserve van het vorig jaar.

Front 37

Wat is de toevoeging reserve?

Back 37

De toevoeging reserve is het niet uitgekeerde deel van de winst van dit jaar.

Front 38

Wat is het vreemd vermogen?

Back 38

Het totaalbedrag wat de onderneming van derden heeft geleend of nog niet aan derden heeft betaald?

Front 39

Hoe wordt het vreemd vermogen meestal opgesplitst?

Back 39

Het korte termijn vermogen en het lange termijn vermogen.

Front 40

Wat omvat het kort termijn vermogen?

Back 40

- de schulden;
- bankkrediet;

Front 41

Wat omvat het lange termijn vermogen?

Back 41

- de voorzieningen;
- de leningen;

Front 42

Wat omvatten de Voorzieningen?

Back 42

Reserveringen voor toekomstige verplichtingen of reserves.

Front 43

Voorzieningen mogen slechts worden gevormd?

Back 43

Tegen concrete of specifieke risico's en verplichtingen die op de balansdatum werkelijk bestaan.

Front 44

Noem voorbeelden van voorzieningen?

Back 44

- concreet voorzien groot onderhoud;
- reorganisaties;
- pensioenen;

Front 45

Wat zijn langetermijnschulden?

Back 45

Alle schulden die niet binnen een termijn van een jaar ten laste komen van de liquide middelen.

Front 46

Wat zijn voorbeelden van langetermijnschulden?

Back 46

- hypothecaire leningen;
- obligatieleningen;
- pandbrieven

Front 47

Wat is een bankkrediet?

Back 47

Een tijdelijk vermogen dat in principe binnen een jaar opeisbaar is.

Front 48

Hoe wordt bankkrediet beschouwd?

Back 48

Als korte termijn vreemd vermogen.

Front 49

Wat omvatten de overige schulden?

Back 49

Alle bedragen die de onderneming nog aan derden moet betalen, zoals crediteuren, belastingen en premies (< 1 jaar)

Front 50

Wat is de totale passiva?

Back 50

Het totaal aan vermogen dat de onderneming verschuldigd is aan de verschaffers van dat vermogen, en omvat zowel het eigen vermogen als het vreemd vermogen.

Front 51

Waaraan is de totale passiva altijd gelijk aan?

Back 51

De totale activa.

Front 52

Wat wordt verstaan onder het Onderhanden Werk (OHW)?

Back 52

Datgene van de uitgevoerde werkzaamheden wat nog niet is gefactureerd.

Front 53

Wat is het OHW van mijn eigen projecten in uitvoering?

Back 53

Het totaal aan bestedingen en verplichtingen van het project, zolang het project nog niet is opgeleverd en gekapitaliseerd.

Front 54

Waaronder dient het OHW welke nog niet is gefactureerd gewaardeerd te worden?

Back 54

Onder de vlottende activa.

Front 55

Waaronder dient het OHW van de eigen projecten onder gewaardeerd te worden?

Back 55

Onder de vaste activa.

Front 56

Wat zijn Transitoria?

Back 56

Posten waarvan de financiele handeling in een ander jaar plaatsvindt dan de feitelijke boeking.

Front 57

Waar maken Transitoria (of overlopende posten) onderdeel van uit?

Back 57

Van de vlottende activa en kortlopende schulden op de balans.

Front 58

Noem voorbeelden van Transitoria welke onder de vlottende activa geboekt worden?

Back 58

- de huur van januari die al in september betaald is;
- teveel betaalde verzekeringspremies;

Front 59

Noem voorbeelden van Transitoria welke onder de kortlopende schulden geboekt worden?

Back 59

- bedragen die we nog moeten betalen, maar waarvoor we nog geen factuur hebben ontvangen;
- vooruit ontvangen bedragen voor werkzaamheden die nog moeten worden verricht;

Front 60

Wat is het (netto) werkkapitaal?

Back 60

Het deel van de vlottende activa, dat niet nodig is voor het dekken van het kort vreemd vermogen.

Front 61

Noem de twee formules voor het werkkapitaal?

Back 61

1. werkkapitaal = Vlottende activa - vlottende passiva;
2. werkkapitaal = EV + Lang vreemd vermogen - Vaste activa

Front 62

Wat is er aan de hand als het werkkapitaal te laag of zelfs negatief is?

Back 62

Dan kan de onderneming niet aan zijn korte termijn verplichtingen voldoen.

Front 63

Wat is er aan de hand als het werkkapitaal te hoog is?

Back 63

Dan heeft de firma te veel niet renderend kapitaal en is zij niet effectief.

Front 64

Wat is de winst- en verliesrekening?

Back 64

Een overzicht van alle kosten en opbrengsten van een onderneming tussen twee balansmomenten in.

Front 65

Welke periode omvat de winst- en verliesrekening?

Back 65

Vrijwel altijd een periode van een jaar, en dit noemen we een boekjaar.

Front 66

Wat zijn andere namen voor de winst- en verliesrekening?

Back 66

Resultatenrekening of exploitatierekening.

Front 67

Wat wordt met het saldo van de winst- en verliesrekening gedaan?

Back 67

Winst of verlies van een periode wordt overgeboekt naar de balans en komt terecht in het eigen vermogen.

Front 68

De posten van de winst- en verliesrekening worden onderverdeeld in?

Back 68

- baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering;
- buitengewone baten en lasten.

Front 69

De baten en lasten uit de gewone bedrijfsvoering worden verder onderverdeeld in ?

Back 69

- operationele baten en lasten;
- financiele baten en lasten.

Front 70

Waarin worden de operationele lasten in de verlies- en winstrekening in onderverdeeld?

Back 70

Volgens een categorische of volgens een functionele kostensplitsing.

Front 71

Hoe worden de kosten uitgesplitst in een categorische kostensplitsing?

Back 71

Naar hun soort.

Front 72

Noem voorbeelden van een categorische kostensplitsing?

Back 72

- kosten voor grond- en hulpstoffen;
- kosten uitbesteed werk;
- personeelskosten;
- afschrijvingskosten.

Front 73

Bij de functionele kostensplitsing worden de kosten toegekend aan?

Back 73

De kostprijs van de omzet, verkoopkosten en algemene beheerskosten.

Front 74

Wat dient er te gebeuren indien er een functionele kostensplitsing wordt toegpast?

Back 74

In de toelichtingen aanvullende informatie verstrekken t.a.v. de categorische kostensoorteren, waaronder het totaalbedrag van de in de winst- en verliesrekening verwerkte afschrijvingen en lonen en salarissen.

Front 75

Wat is de netto omzet?

Back 75

De opbrengst uit levering van goederen en diensten onder aftrek van kortingen en omzetbelasting (BTW)

Front 76

De omzet is gelijk aan?

Back 76

De afzet maal de (officiële) verkoopprijs.

Front 77

Wat is de kostprijs van de omzet?

Back 77

Het bedrag aan de grondstoffen, goederen en diensten, dat direct is toe te rekenen aan de omzet.

Front 78

Hoe wordt de kostprijs van de omzet ook wel genoemd?

Back 78

De inkoopwaarde van de omzet of gewoon inkoop.

Front 79

Wat is het bruto omzetresultaat?

Back 79

De netto omzet verminderd met de kostprijs van de omzet.

Front 80

Hoe wordt het bruto omzetresultaat ook wel genoemd?

Back 80

De bruto toegevoegde waarde, bruto marge of bruto winst.

Front 81

Wat is het bedrijfsresultaat?

Back 81

Het bruto omzetresultaat minus de bedrijfskosten en is daarmee het totaal van de operationele baten en lasten.

Front 82

Wat omvatten de financiele baten en lasten?

Back 82

De rentebaten minus de rentekosten en de kosten voor financiering.

Front 83

Wat is het resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor belasting?

Back 83

Het bedrijfsresultaat minus de financiële baten en lasten.

Front 84

Wat wordt als buitengewone lasten beschouwd?

Back 84

De baten en lasten die niet uit de gewone bedrijfsvoering voortvloeien.

Front 85

Wat valt onder de buitengewone baten en lasten?

Back 85

Incidentele resultaten zoals uitkering bij schade boven de boekwaarde, herstelboekingen.

Front 86

Het resultaat voor belasting (nettowinst voor belasting)

Back 86

Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor belasting plus de buitengewone baten en lasten.

Front 87

Als er geen buitengewone baten en lasten zijn dan is het resultaat voor belasting gelijk aan?

Back 87

Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor belasting.

Front 88

Welke belasting moet worden betaald over het resultaat voor belasting?

Back 88

Vennootschapsbelasting.

Front 89

Waaraan is het resultaat na belasting (nettowinst na belasting) gelijk?

Back 89

Het resultaat voor belasting minus de te betalen belasting.

Front 90

Hoe kan het resultaat na belasting worden uitgekeerd?

Back 90

- Als dividend aan de aandeelhouders;
- toevoegen aan de reserves;

Front 91

Wat wordt in een categorische indeling wel en in de functionele indeling van de winst- en verliesrekening niet afzonderlijk vermeld?

Back 91

De afschrijvingen.

Front 92

Wat is de netto toegevoegde waarde?

Back 92

De opbrengst na aftrek van alle kosten, met uitzondering van de personeelskosten, de financiele baten en lasten en de te betalen vennootschapsbelasting.

Front 93

Waarvoor is het bedrag van de toegevoegde beschikbaar?

Back 93

- de beloningen aan de werknemers;
- de verschaffers van vreemd vermogen;
- de overheid;
- de eigenaren;

Front 94

Zijn ondernemingen verplicht de toegevoegde waarde in de winst- en verliesrekening op te nemen?

Back 94

Nee

Front 95

Waar staat de afkorting EBITDA voor?

Back 95

Earnings before interest, Tax, Depreciation and Amortization

Front 96

Wat is de nederlanse vertaling van de EBITDA?

Back 96

Resultaten voor Rente, Belasting en Afschrijving.

Front 97

Waar staat de Depreciation voor?

Back 97

Voor afschrijving op materiele vaste Activa.

Front 98

Waar staat Armotization voor?

Back 98

Afschrijving op goodwill en andere immateriele vaste activa.

Front 99

Waarom wordt er een onderscheid gemaakt tussen Depreciation en Armotization?

Back 99

Afschrijvingen op immateriele vaste activa mogen niet worden meegenomen voord e vaststelling van de vennootschapsbelasting en de materiele vaste activa wel.

Front 100

Noem een tweede reden waarom er een onderscheid gemaakt wordt tussen Depreciation en Armotization?

Back 100

De afschrijving op de immateriele vaste activa vertoont (vaak) een veel grilliger verloop dan de omschrijving op de materiele vaste activa.

Front 101

Waarvoor staat de afkorting EBIT?

Back 101

Earnings before interest and Tax.

Front 102

De EBIT staat gelijk aan?

Back 102

Het bedrijfsresultaat.

Front 103

Wat geeft het kerncijfer EBIT weer?

Back 103

De winstgevendheid van een onderneming, zonder rekening te houden met de min of meer toevallige fiscaal-juridische situatie van een onderneming.

Front 104

Uitgaven zijn te onderscheiden naar?

Back 104

- Operationele kosten
- Kapitaalkosten

Front 105

Operationele kosten ofwel Operational Expenditures (OPEX) zijn?

Back 105

Alle gelduitgaven die worden gedaan voor productiemiddelen die binnen het jaar gebruikt gaan worden.

Front 106

Kapitaal kosten ofwel Capital Expenditures (CAPEX) zijn?

Back 106

Alle gelduitgaven die worden gedaan voor duurzame productiemiddelen die langer dan 1 jaar gebruikt gaan worden.

Front 107

CAPEX is een ander woord voor?

Back 107

Investeringen.

Front 108

Kosten aan de klantzijde nodig om het projectresultaat/investering te definieren en later in gebruik te nemen worden meestal tot de ...... gerekend?

Back 108

OPEX

Front 109

Wat moet allemaal in de business case worden meegenomen?

Back 109

In de investeringsbegroting zowel de CAPEX (investeringskosten) als de kosten aan de klantzijde nodig om het projectresultaat/investering te definieren en later in gebruik te nemen.

Front 110

Waaraan komen de Operationele kosten ten laste?

Back 110

Aan de winst- en verliesrekening van hetzelfde jaar.

Front 111

Waarom worden de operationele kosten meegenomen in de winst- en verliesrekening van hetzelfde jaar?

Back 111

Hierdoor wordt de winst direct lager en betaalt men voor het lopende jaar direct minder belasting.

Front 112

Waarover moeten investeringen worden afgeschreven?

Back 112

Over hun gebruiksduur.Hierdoor zijn investeringen gelduitgaven die niet direct ten laste komen van de lopende verlies- en winstrekening.

Front 113

Wordt door de investeringen de liquiditeitspositie in het jaar slechter of beter?

Back 113

Slechter

Front 114

Wordt door de investeringen de winst- en verliesrekening in het jaar slechter of beter?

Back 114

Niet slechter.

Front 115

Wanneer kunnen de afschrijvingskosten van de investering ten laste worden gebracht van de winst- en verliesrekening en wat heeft men dan.

Back 115

Gedurende de gebruiksperiode van de investering, en men heeft dan belastingvoordeel.

Front 116

Waarnaar moet men kijken als men zaken wil doen met de bank voor een financiering - is de onderneming goed voor haar geld

Back 116

- in wat voor markt is de onderneming actief;
- wat is de kwaliteit van de leiding;
- wat is de concurrentiepositie;
- wat zijn de kansen en bedreigingen;
- hoe staat de onderneming er financieel voor?

Front 117

Wat zijn de belangrijkste criteria om te kijken hoe een firma er financieel voor staat?

Back 117

- liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit;
- omloopsnelheid van het vermogen, debiteuren en voorraden.

Front 118

Wat zijn randvoorwaarden voor het te realiseren project?

Back 118

Eisen die de geldverstrekkende partijen stellen aan de financiering van de organisatie.

Front 119

Wat is liquiditeit?

Back 119

De mate waarin een onderneming in staat is aan haar direct opeisbare verplichtingen te voldoen, ofwel de mate waarin een onderneming in staat is op korte termijn (<3 maanden) haar betalingsverplichtingen na te komen.

Front 120

Wat zijn de belangrijkste indicatoren om de liquiditeit van een onderneming te bepalen?

Back 120

- de waarde van het werkkapitaal;
- de current ratio;
- quick ratio

Front 121

Wat is de current ratio?

Back 121

De vlottende activa gedeeld door de vlottende passiva.

Front 122

Als de current ratio < 1 is betekent dit dat?

Back 122

De onderneming een slechte liquiditeitspositie heeft.

Front 123

Als de current ratio > 1,5 is betekent dit dat?

Back 123

er sprake is van overliquiditeit.

Front 124

Wat is de richtlijn voor een gezonde current ratio?

Back 124

Tussen 1.1 en 1.5

Front 125

Waarom wordt vaak de quick ratio aangehouden ipv de current ratio?

Back 125

Om het probleem van de (incourante) voorraad te omzeilen.

Front 126

Quick ratio is?

Back 126

(vlottende activa - voorraden) / vlottende passiva.

Front 127

Waar wordt de quick ratio voor gebruikt?

Back 127

Als indicatie voor de liquiditeit op heel korte termijn(1maand)

Front 128

Als de quick ratio <1 is, betekent dit dat?

Back 128

De onderneming niet ins staat is haar kortlopende schulden per omgaande te betalen. Dit is ecther vaak niet nodig, dus <1 is voldoende.

Front 129

Wat is de richtlijn voor een gezonde liquiditeit?

Back 129

Een quick ratio tussen 0,5 tot 1.

Front 130

Waar staat de solvabiliteit voor?

Back 130

De mate waarin een onderneming in geval van liquidatie in staat is aan haar verplichtingen tegenover de verschaffers van vreemd vermogen te voldoen.

Front 131

De solvabiliteitsratio's zijn?

Back 131

- solvabiliteitsverhouding;
- solvabiliteit
- dept ratio

Front 132

De solvabiliteitsverhouding is?

Back 132

Totale activa gedeeld door het vreemd vermogen.

Front 133

Waar staat de solvabiliteitsverhouding ratio voor?

Back 133

In hoeverre er tegenover de schulden een dekking van bezittingen staat. (richtlijn 1,5 tot 2)

Front 134

De solvabiliteit is?

Back 134

Eigen vermogen / totale vermogen.

Front 135

Als richtlijn voor deze ratio geldt?

Back 135

- handelsondernemingen: solvabiliteit > 0,2
- productieondernemoingen > 0,3

Front 136

Waarom moet de solvabiliteit van productieondernemingen hoger zijn dan in handelsondernemingen?

Back 136

Omdat de vaste activa bij verkoop meestal een lagere verkoopwaarde hebben dan de boekwaarde. Bij voorraden is dit vaak minder het geval.

Front 137

Wat is de dept ratio:

Back 137

vreemd vermogen gedeeld door totale vermogen. Dit is de reciproque van de solvabiliteitsverhouding.

Front 138

Wat geeft de rentabiliteit van een onderneming aan?

Back 138

Het rendement op het geinvesteerd vermogen.

Front 139

Omdat het geinvesteerd vermogen over het jaar nogal kan fluctueren, wordt gerekend met gemiddelde waarden. Er worden drie ratio's onderscheiden:

Back 139

- REV= rentabiliteit op Eigen Vermogen;
- RVV= rentabiliteit op Vreemd Vermogen;
- RTV= rentabiliteit op het Totale Vermogen.

Front 140

Formule van REV:

Back 140

Resultaat voor belasting gedeeld door het gemiddeld eigen vermogen.

Dit is dus: winst/gemiddeld EV x 100%

Front 141

Formule voor RVV:

Back 141

Interestkosten gedeeld door gemiddeld vreemd vermogen.

Dit is dus: rente/gemiddeld VV

Front 142

Formule voor RTV:

Back 142

(Resultaat voor belasting + Interestkosten) gedeeld door de gemiddelde Passiva (TV)

Dit is dus: (Rente + Winst) / gemiddeld TV

Front 143

Wat is de rentabiliteit over het eigen vermogen (REV)

Back 143

Het rendement dat de aandeelhouders over hun eigen vermogen realiseren (resultaat voor belasting) en is daarmee de key-factor voor de aandeelhouders in de onderneming.

Front 144

Wat is de rentabiliteit op het vreemd vermogen (RVV).

Back 144

De gemiddelde interestvergoeding over het vreemd vermogen, ofwel dit is de gemiddelde rente die over het vreemde vermogen wordt betaald.

Front 145

Waarvoor is het percentage RVV vooral een indicatie?

Back 145

De doeltreffendheid van de treasurer en de rating van de onderneming op de (internationale) markt.

Front 146

Wat is de rentabiliteit op het totale vermogen (RTV)

Back 146

Het gemiddelde rendement dat over het totale vermogen van de onderneming wordt gerealiseerd.

Front 147

Waarvoor is de rentabiliteit op het totaal vermogen vooral een indicatie

Back 147

De effectiviteit van de onderneming.
Voor de kwaliteit van de onderneming.
De prestatie van het management.

Front 148

Wanneer wordt de RTV gerekend?

Back 148

Over het resultaat voor belasting en interestkosten.

Front 149

Als de RTV groter is dan de RVV), dan..?

Back 149

Wordt er winst gemaakt op iedere euro vreemd vermogen die in de onderneming wordt geinvesteerd.

Front 150

De winst op het vreemd vermogen komt ten goede aan...?

Back 150

De verschaffers van het eigen vermogen en heeft zo een positief effect op de rentabiliteit op het eigen vermogen. Dit noemen we het hefboomeffect.

Front 151

Omschrijf het hefboomeffect.

Back 151

Het verbeteren van de opbrengst van het eigen vermogen door met geleend geld een opbrengst te halen die groter is dan de interest die over het geleende geld betaald wordt. {financiering}
Voorbeeld: Ik heb 1000 euro eigen geld en leen 1000 euro tegen 10% interest per jaar . Voor 2000 euro koop ik aandelen en deze zijn na 1 jaar 2500 euro waard.
Bij verkoop levert het mij dan een winst op van 2.500-2.000 = 500 - 100 interest = 400 netto op.
De opbrengst van het totale vermogen (Rentabiliteit Totaal vermogen/ RTV)= 500/2.000 = 25%
De opbrengst eigen geld: (rentabiliteit Eigen Vermogen/REV)= 400/1000 = 40%.
Rentabiliteit vreemd vermogen/RVV of IVV) is 100/1000 = 10%.

Front 152

Wat is de omloopsnelheid?

Back 152

De mate waarin met de ter beschikking staande activa omzet wordt gegenereerd.

Front 153

Waar zijn deze indicatoren een maatstaf voor?

Back 153

Voor de efficiency van de bedrijfsvoering.

Front 154

Welke indicatoren voor de omloopsnelheid zijn er?

Back 154

- omloopsnelheid debiteuren
- omloopsnelheid voorraad
- omloopsnelheid werkkapitaal
- omloopsnelheid vaste activa

Front 155

Wat is de formule voor de omloopsnelheid van de debiteuren?

Back 155

€ omzet op rekening / € debiteuren

Front 156

Wat is de formule voor de omloopsnelheid van de voorraad?

Back 156

€ kostprijs van de omzet / € voorraden

Front 157

Wat is de formule voor de omloopsnelheid van de werkkapitaal?

Back 157

€ omzet / € werkkapitaal

Front 158

Wat is de formule voor de omloopsnelheid van de vaste activa?

Back 158

€ omzet / € vaste activa

Front 159

Wat is de omlooptijd?

Back 159

Een reciproque van de omloopsnelheid, en deze geeft de tijd aan die ligt tussen het moment dat vermogen in een productiemiddel wordt vastgelegd en het moment waarop het daarin geïnvesteerde vermogen wordt terugontvangen.

Front 160

Wat is de formule voor de omlooptijd van de debiteuren?

Back 160

€ debiteuren / € omzet op rekening x 365

Front 161

Wat is de formule voor de omlooptijd van de voorraad?

Back 161

€ voorraden / € kostprijs van de omzet x 365

Front 162

Wat is de formule voor de omlooptijd van de werkkapitaal?

Back 162

€ werkkapitaal / € omzet x 365

Front 163

Wat is de formule voor de omlooptijd van de vaste activa?

Back 163

€ vaste activa / € omzet x 365

Front 164

Wat is de kasstroom?

Back 164

cash flow - het verschil tussen de geldontvangsten en gelduitgaven van een onderneming of investering gedurende een bepaalde periode.