Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
12 Cards in this Set
- Front
- Back
|
Overheidssturing omvat: (3 antwoorden) |
- ordening - conflictbeheersing - probleem-oplossend gedrag |
|
|
Andere partijen die kunnen sturen: (3 antwoorden) |
1. Maatschappelijke zelfsturing: geen tussenkomst van de overheid 2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld 3. Marktmechanisme: werking van de markt is goed als er voldoende concurrentie is |
|
|
Redenen voor overheidsingrijpen en hun risico's (2 antwoorden) |
- Reguleren van de uitoefening van geweld (machtsmisbruik) - Opvangen van marktimperfecties (beleidsfiasco's) |
|
|
Vijf mogelijke marktimperfecties en hun problemen |
1. Preventie van monopolies en kartels (overheid is hier tegenover soms dubbelhartig) 2. Productie van collectieve goederen (er zijn maar weinig zuiver collectieve goederen, hier heeft de overheid soms zelfs een monopolie) 3. Regulering van externe effecten (kost bedrijven geld en enerige, kunnen zichzelf uit de internationale markt prijzen en hoge administratieve lasten en bureaucratisering) 4. Beheersing van 'merit goods' (onvoorspelbaar overheidsoptreden) 5. Compenseren van verdelingseffecten (ingewikkelde regelgeving en uitvoeringsarrangementen) |
|
|
Definitie beleid |
Alle voornemens, keuzes en acties van één of meer bestuurlijke instanties gericht op de sturing van bepaalde maatschappelijke ontwikkeling. |
|
|
Beleid als gefaseerd proces |
- Agendavorming - Beleidsvoorbereiding - Beleidsbepaling - Beleidsuitvoering - Beleidsevaluatie - Beleidsterugkoppeling |
|
|
De essentie van beleid (analytische & politieke visie) |
A: Beleid als doelgericht, weloverwogen handelen P: Beleid als strijd en conflictbeheersing |
|
|
Het beleidsproces (analytische & politieke visie) |
A: Reeks van min of meer opeenvolgende fases, logisch verband. P: Scherpe scheiding tussen fasen |
|
|
Agendavorming (analytische & politieke visie) |
A: omgevingsanalyse door expertisecentra P: politieke strijd om probleemdefiniëring |
|
|
Beleidsvorming (analytische & politieke visie) |
A: 1. Analyseren van beleidsproblemen, oorzaken en gevolgen hiervan (veldmodel). 2. Ontwikkelen van beleidsvoorstellen, de doelen en middelen. 3. Beleidsbepaling door politieke besluitvormers. P: Incrementeel proces (stukje voor stukje). Politiek krachtenveld is van groot belang. |
|
|
Beleidsuitvoering (analytische & politieke visie) |
A: keuze van instrumenten die het meest doeltreffend zijn, kosten-baten analyse P: krachtenspel met/tussen uitvoeringsorganisaties en burgers |
|
|
Beleidsevaluatie |
A: leermoment P: politiek gemotiveerd 'impressiemanagement' |
