Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
20 Cards in this Set
- Front
- Back
1. Een voor bloedfobici specifieke behandeltechniek is:
|
toegepaste aanspanning
|
|
2. Welk onderdeel van cognitieve therapie bij paniekstoornis is belangrijk:
|
herlabelen lichamelijke symptomen, interoceptieve exposure, opstellen van een idiosyncratische paniekcirkel
|
|
3. Wat is een effectieve sessie voor iemand die lijdt aan een paniekstoornis met een agorafobie:
|
de net zo lang met de bus laten reizen totdat hij niet meer angstig is.
|
|
4. Effectiefste behandeling voor sociale fobie =
|
exposure in vivo.
|
|
5. Stelling: bij de behandeling van OCD problematiek is het uitlokken van een zo hoog mogelijke angst de effectiefste methode ->
|
onjuist
|
|
6. Stelling: bij en met controledwang is het belangrijk dat de de oefeningen zo uitvoert dat hij zich verantwoordelijk voelt ->
|
juist
|
|
7. Onderscheid twee soorten en met gegeneraliseerde angststoornis ->
|
een die piekeren over allerhande zaken in het dagelijks leven en en die piekeren over het piekeren.
|
|
8. Veelgebruikte behandeling voor PTSS:
|
imaginaire exposure
|
|
9. Herhaling van gedrag door middel van een rollenspel is belangrijk ingrediënt van:
|
vaardigheidstraining.
|
|
10. Meest aangewezen behandeling voor paniekstoornis zonder agorafobie:
|
cognitieve therapie
|
|
11. Gangbare strategie om piekeren van gegeneraliseerde angststoornis onder controle te krijgen:
|
gedachtestop.
|
|
12. Behandeling waarbij niet eindeloos piekeren maar terugtrekken en later een uur oplossingen bedenken =
|
zelfcontrole
|
|
13. Aangewezen behandeling voor fobische angst spinnen =
|
exposure in vivo
|
|
14. Speciale techniek voor toepassen bloedfobici =
|
toegepaste aanspanning
|
|
15. PTSS na overval winkel, behandeltechniek =
|
imaginaire flooding
|
|
16. Enkelvoudige fobie effectiefst behandeld =
|
graduele exposure in vivo
|
|
17. Stelling: voor diagnostiek van angststoornissen zijn zelfrapportagelijsten uitermate geschikt =
|
onjuist
|
|
18. Stelling: de farmacologische behandeling van angststoornissen is het meest effectief =
|
onjuist.
|
|
19. Wat wil de therapie exposure in vivo bij OBC voorkomen =
|
rituelen
|
|
20. Welke therapie heeft net zoveel effect als exposure met responspreventie bij OBC ->
|
cognitieve therapie
|