• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/8

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

8 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Macht bepaald voor een groot deel hoe hulpmiddelen onder groepsleden worden verdeeld en welke doelen een groep nastreeft.

Macht kan omschreven worden als het vermogen van B om het gedrag van A zo te beïnvloeden dat A iets zal doen wat hij/zij anders nooit zal doen.

Deze definitie impliceert dat macht twee belangrijke facetten bevat:
-er moet een afhankelijkheidsrelatie zijn en
-daarnaast is het niet noodzakelijk dat het potentiële vermogen niet geactiveerd hoeft te worden om effectief te zijn.

Macht hoeft niet per definitie gebruikt te worden.
Leiderschap en macht verschillen van elkaar op een aantal vlakken:
-er is een verschil in onderzoeksfocus,
-een verschil in de verenigbaarheid van doelen
-en een verschil in de richting van invloed.
Macht kan worden onderscheiden in
persoonlijke macht en formele macht.

Binnen deze categorieën zijn er ook weer verschillen te onderkennen.

Formele macht kent onder meer legitieme macht, afgedwongen macht en beloningsmacht.
Persoonlijke macht kent de volgende vormen: referentiemacht en expertisemacht.

Kenmerkend voor persoonlijke macht is dat de macht van de persoon voortkomt uit de unieke kenmerken waarover hij/zij beschikt.
Naast machtsbronnen kunnen mensen ook gebruik maken van machtstactieken.

Het verschil tussen machtsbronnen en machtstactieken is dat de bronnen op korte termijn redelijk vastliggen, terwijl machtstactieken door iedereen in iedere situatie gebruikt kunnen worden.

Negen verschillende machtstactieken kunnen worden onderscheiden:
-coalities,
-druk,
-legitimiteit,
-rationele overreding,
-innemendheid,
-appels op basis van inspiratie,
-persoonlijk appel,
-uitwisseling en
-consultatie.
Een coalitie kan omschreven worden als een informele groep mensen die bijeen blijft door het actieve nastreven van een bepaald doel.

Coalities willen vaak zo groot mogelijk worden in tegenstelling tot dat wat politicologen beweren.

Daarnaast kan er veronderstelt worden dat er meer coalities gevormd zullen worden als taken en bedrijfsmiddelen van een organisatie sterk interdependent zijn.

Daarnaast beïnvloeden de taken van werknemers ook het ontstaan van coalities.

De kans op coalities is
groter als het werk van de werknemers in sterke mate routinematig is.
Mensen kunnen in organisaties politiek gedrag vertonen. Politiek gedrag kan omschreven worden als
het uitvoeren van activiteiten die niet vereist zijn voor iemands officiële rol binnen de organisatie, maar die wel de verdeling van nadelen en voordelen binnen de organisatie probeert te beïnvloeden.

Het vertonen van politiek gedrag heeft niets met functie-eisen te maken. Het gaat om het gebruiken van de eigen machtsbronnen om de besluitvorming binnen de organisatie te beïnvloeden.

Er zijn bepaalde factoren te benoemen die ervoor zorgen dat politiek gedrag wel of niet tot uiting komt: individuele factoren of organisatiefactoren.

Het spelen van politieke spelletjes kan van invloed zijn op de prestaties van de werknemer. Voor mensen die niet weten hoe ze de spelletjes moeten spelen geldt, dat politieke spelletjes vaak een negatieve invloed hebben op hun gedrag, terwijl voor mensen die er wel mee om kunnen gaan dit niet geldt.
Mensen die niet weten om te gaan met politiek zullen
defensief gedrag vertonen. Hoe werknemers met politiek gedrag omgaan is afhankelijk van het land waar ze wonen.

Mensen die in landen wonen waar de politieke situatie minder stabiel is, staan toleranter tegenover de machtsstrijd die gevoerd wordt, omdat ze hier beter mee om weten te gaan.
Hoe anderen over jou denken is erg belangrijk. Ook binnen organisaties blijkt dit een belangrijk onderwerp te zijn.

Impressiemanagement kan worden omschreven als het proces waarmee individuen proberen de indrukken te sturen die anderen van hen krijgen.

Niet iedereen binnen de organisatie houdt zich hiermee bezig. Het gaat vooral om die mensen die hoog scoren op self-monitoring.

Mensen doen zich in veel situaties vaak anders voor. Voorbeelden zijn
-het sollicitatiegesprek en
-de prestatiebeoordelingen.

In deze twee situaties wordt vaak veelvuldig gebruik gemaakt van impressiemanagement.