• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/20

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

20 Cards in this Set

  • Front
  • Back

De jongen rijdt naar huis. (ow)

De jongen

Hij geeft de vliegenmepper aan zijn moeder. (mv)

Aan zijn moeder

Hij geeft de vliegenmepper aan zijn moeder. (lv)

de vliegenmepper

Morgen ga ik weer naar voetbaltraining. (bwb)

Morgen

Weet jij al wie er zaterdag optreedt?(bwb)

zaterdag

Heb je gister Chinees gegeten? (pv)

Heb

Heb jij weleens Chinees gegeten? (wg)

Heb gegeten

In de klas is het vaak net een kippenhok. (bwb)

In de klas

In de klas is het vaak net een kippenhok. (ow)

het

Broederliefde treedt op tijdens het schoolfeest. (bwb)

tijdens het schoolfeest

Broederliefde treedt op tijdens het schoolfeest. (ow)

Broederliefde

Broederliefde treedt op tijdens het schoolfeest. (wg)

treedt op

Broederliefde treedt op tijdens het schoolfeest. (pv)

treedt

Heb jij weleens Chinees gegeten? (ow)

jij

Heb jij weleens Chinees gegeten? (bwb)

weleens

De jongen rijdt naar huis. (pv)

rijdt

De jongen rijdt naar huis. (bwb)

naar huis

Hij geeft de vliegenmepper aan zijn moeder.(wg)

geeft

Morgen ga ik weer naar voetbaltraining. (pv)

ga

Morgen ga ik weer naar voetbaltraining. (ow)

ik