• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/6

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

6 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Aanwijzend voornaamwoord
Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Voorbeeld: deze, die,dat. zo'n, zulke.
Achtervoegsel
Een letter of groep letters achter een woord met een bepaalde betekenis. Voorbeeld: -en, -s, -loos, -zuchtig.
Afleiding
Een nieuw woord gevormd door een vrij morfeem en een gebonden morfeem. Voorbeeld: onschuld= on + schuld, gelach= ge + lach.
Anakoet = ontspoorde zin
je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur. voorbeeld: zij beweerden dat het aantal woorden was klein.
Anakoloet = ontspoorde zin
Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur. Voorbeeld: zij beweerden dat het aantal moeilijke woorden klein was.
Beknopte bijzin
Een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. Voorbeeld: Vrolijk zingend....