• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/135

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

135 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)
foutre
doen
uitspoken, uitvoeren
context
2
geven
context
3
gooien
flikkeren, leggen
context
4
neuken
naaien
¶ idioom
foutre le camp
opdonderen, oprotten, opflikkeren, oplazeren, opsodemieteren
foutre qqn dedans
iemand verlinken
je t'en fous!
daar geloof ik geen snars van!
va te faire foutre!
krijg de klere!
ça la fout mal
dat is geen stijl, dat is een schande, dat maakt een klote-indruk
foutez-moi la paix!
laat me met rust!
se foutre
de spot drijven (met)
op de hak nemen, de draak steken (met), geen barst geven (om)
context
2
zich werpen
springen
context
¶ idioom
se foutre à (+ onbepaalde wijs)
beginnen te
se foutre en l'air
zich van kant maken
se foutre dedans
zich lelijk vergissen, miskleunen
se foutre sur la gueule
elkaar op het gezicht timmeren
verduiveld
verdomd
foutre
fracassant, fracassante
1
oorverdovend
2
(figuurlijk) opzienbarend
veel indruk makend, overweldigend
cocu1, cocue [kcky] (m., v.) (informeel)
1
hoorndrager / hoorndraagster (bedrogen echtgenoot / echtgenote)
context
2
kloothommel
oetlul, zeikerd, zak
¶ idioom
avoir une veine de cocu
geweldig mazzelen, een bofkont zijn
hij wordt bedrogen waar hij bij staat en slikt alle smoesjes
il est cocu, battu et content
cocu2, cocue [kcky] (bijvoeglijk naamwoord)
(van een echtgenoot / echtgenote) bedrogen
gehoornd
context
il est cocu, battu et content
hij wordt bedrogen waar hij bij staat en slikt alle smoesjes
beheren
gérer [kere] (overgankelijk werkwoord; )
context
gérer son avenir
zijn toekomst plannen
gérer son corps
zijn lichaam goed verzorgen
(politiek) gérer la crise
met de crisis opgezadeld zitten
difficile à gérer
moeilijk op te lossen, aan te pakken
gérer un problème
een probleem aanpakken
gérer son temps
efficiënt met zijn tijd omgaan
Snijdend, scherp
âpre
Onverschillig, iemand die zijn schouders overal voor ophaalt
a-quoi-bon-tiste
iemand heel veel narigheid bezorgen
donner du fil à retordre à qqn
se vautrer
1
zich wentelen
zich (lui) uitstrekken
2
(figuurlijk) zich geheel overgeven (aan)
zwelgen (in)
se vautrer dans la boue
zich in de modder wentelen
se vautrer dans un fauteuil
zich in een stoel nestelen
débander
(informeel) een slappe krijgen
2
er geen zin meer in hebben
(figuurlijk) ça fait débander
dat drukt de pret

¶ idioom
(informeel) sans débander
zonder te verslappen
Tekort
Pénurie
Aai
câlin, câline
ten einde raad zijn
être aux abois
nog nieuws? alles goed?
quoi de neuf?
kwaad zijn
être fâché (contre / avec qqn)
Due/verwacht
devoir
Het was te verwachten
il fallait s'y attendre
Inderdaad
tout a fait, en effet, belle et bien
Zich geweldig voelen
Avoir la banane
Avoir la peche
Verzuren, sfeer verslechteren
tourner au vinaigre
Ik begrijp het, ik ben er achter
j'y suis
caïd
1
(informeel) bolleboos
bollebof, baas, bonze, chef
2
(informeel) bolleboos
uitblinker, crack
faire son caïd, jouer au caïd
de baas willen spelen
de slimme jongen uithangen
zich opmaken, makeup opdoen
se maquiller
hartelijk, gastvrij, warm, gezellig
accueillant, accueillante
famille accueillante
gastvrij gezin
hôtel accueillant
gezellig / gemoedelijk hotel
un(e) accueillant(e)
een opvangwerk(st)er
gunstig gestemd jegens ,welwillend tegenover, positief tegenover, open staand voor
accueillant a
netwerken
réseauter
1
draad
vezel, nerf, garen, snoer, lijn
context
2
leidraad
le fil
suivre le fil de ses pensées
de lijn van zijn gedachten volgen
fil rouge
rode draad, richtsnoer
tekort
Pénurie
aai
câlin, câline
geblaf
l’aboi
ten einde raad zijn
être aux abois
Nog nieuws, alles goed?
quoi de neuf?
kwaad zijn
être fâché (contre / avec qqn)
Kortgezegd, samengevat
bref
moeten
behoren, verplicht zijn om, afgesproken hebben (om)
devoir
cela devait arriver
het moest wel gebeuren, het kon niet anders
nous devons nous rencontrer à la gare
we hadden afgesproken elkaar op het station te ontmoeten
nous devons respecter nos parents
we moeten onze ouders eerbiedigen
het moest wel gebeuren, het kon niet anders
cela devait arriver
het was te verwachten
il fallait s'y attendre
inderdaad
tout a fait
en effet
belle et bien
in een goede stemming zijn, goedgeluimd zijn
être luné
draaien
wringen, omdraaien
tordre
appuyer
1
steunen
leunen, rusten
2
drukken
3
beklemtonen
duidelijk / nadrukkelijk uitspreken
4
de nadruk leggen (op)
aandringen (op)
appuyer contre le mur
leunen / steunen tegen de muur
appuyer sur un mot
een woord nadrukkelijk uitspreken
Verzuren, sfeer verslechteren
tourner au vinaigre
Ik begrijp het, ik ben er achter
j'y suis
ziezo, dat is dat
ca y est
in een goede bui, goedgeluimd, goedgehumeurd
de bon poil
boe!, weg met hem / haar!
à poil!
op het nippertje, kielekiele
au poil
verdomd, verduveld, godver, allemachtig
(tussenwerpsel)
fichtre
jij hebt verdomd veel lef!
tu as un sacré culot!
tieten
koplampen, memmen
les rotoplots
stoom
vapeur (v.)
stoom afblazen
libérer le trop-plein
(het) overtollige
teveel
le trop-plein
druk
la pression
de druk is van de ketel
on respire de nouveau
la tension se relâche
van de ene dag op de andere
du jour au lendemain
door rood licht rijden
brûler un feu
griller un feu
knipperlichten
feux clignotants
alle aandacht voor, de schijnwerpers gericht op
pleins feux sur
zonnestelsel
système solaire
meeslepen,
meevoeren
entraîner
raad 'ns?
Define quoi?
heuvel
la colline
schadelijk
nocif, nocive
nuisible
L’effet de serre est nocif.
gebrekkig Frans spreken
parler (le) français comme une vache espagnole
vleugel (van vis, vogel, vliegtuig, plant, leger, sportploeg, organisatie, brug)
aile (v)
lik, bak, cel
le gnouf
voor de kat zijn kut
pour les couilles du pape
ballen hebben, lef hebben
avoir des couilles (au cul)
nat worden (van regen),
geil worden
mouiller
Jij mag het zeggen, jij hebt het woord
Tu as la parole
uit handen nemen
onttrekken (aan)
dessaisir
een omhaal maken
faire un ciseau arrière
omheen
(tout) autour
omkopen
acheter
soudoyer , payer , corrompre
(juridisch) suborner
achterlopen, achter de feiten aanlopen, pas laat een grap begrijpen
avoir un métro de retard
(fig., informeel)
snappen (informeel)
begrijpen
piger
ik snap er geen bal van!
je pige que dalle!
mond-tot-mond reclame
bouche à oreille
Ik ben doodsbang
J'ai la frousse/la trouille
regelen, zich bezighouden met
prendre soin de
raining cats and dogs
vache qui pisse
zoals gebruikelijk
comme d'hab
het is gebruikelijk om
il est d'usage de (+ onbepaalde wijs), c'est l'usage de (+ onbepaalde
wijs)
Il est tellement sympa
Hij is zo aardig
sortir de l’œuf
naief zijn; een groentje zijn
prends garde à toi
let goed op
susurrer
fluisteren
moche
lelijk; gemeen
c'est là que gît le lièvre
daar zit 'm de kneep
le lièvre
de haas
gîter
overnachten, verblijven, onderdak hebben
où pourrais-je gîter pour la nuit?
waar zou ik kunnen overnachten?
agacer
ergeren
irriteren, op de zenuwen werken, boos maken
baxeux
1. kwijlend
2. onscherp, onzuiver
3. te zacht (van ei dat uitloopt)
lang weekend opnemen
faire le point
in één moeite door, meteen er achteraan
in aansluiting, direct erna
dans la foulée
coincer la bulle
helemaal niks doen,
pitten, maffen, op z'n rug liggen
helemaal niets
rien de rien
zich niet redden (met)
vastzetten, vastpraten
coincer
iemand in z'n lurven grijpen
mon pote
mijn maat, buddy
het nog eens overdoen
remettre ça
verlof aanvragen
reposer une conge
dat is knudde
ik geef het je te doen
ça craint
(het) slechtste
(het) ergste
le pire
au pire
in het ergste geval
s'attendre au pire
op het ergste voorbereid zijn
en mettant les choses au pire
in het ongunstigste geval
souffler
blazen,
hijgen, uitblazen, op adem komen
écume
schuim
kwijl
zever
flocons d'écume
schuimvlokken
percuter
stoten
botsen, vliegen
slaan tegen
botsen tegen
la voiture est allée percuter contre un camion
de wagen is tegen een vrachtwagen gevlogen
L'automobiliste, qui était ivre, a percuté deux passants - The driver, who was drunk, hit two pedestrians
ivre,
mûr, mûre
dronken (ook figuurlijk)
beschonken, zat
aangeschoten,
tipsy
éméché, éméchée
gris
dronken worden
s'enivrer
se mûrir
plein, pleine
volheid
(het) vol-zijn, (het) gevuld-zijn, volle tank
maximum
grens, (ook verzekeringswezen) limiet
vol
gevuld, rond, massief, drachtig
à plein
volledig, totaal
train qui roule à plein
volledig bezette trein
argument qui porte à plein
steekhoudend argument
battre son plein
in volle gang zijn
(ook van zeeën) op zijn hoogtepunt zijn
lune dans son plein
maan die vol is
plein de l'eau
vloed, hoogwater, springtij
en plein
volledig, totaal, te midden van, midden in, precies
stamelen
stotteren, brabbelen
balbutier
science, technique qui balbutie
wetenschap, techniek die in de kinderschoenen staat
moelleux, moelleuse
zacht, verend
aangenaam
fauteuil moelleux
zachte, zacht verende leunstoel
ligne moelleuse
bevallige / soepele lijn
vleien
flatter,
flagorner
Luc encense les femmes qu'il trouve jolies - Luc flatters women he finds attractive
le bricolage
doe-het-zelven, (het) knutselen
(pej.) prutswerk
récupérer
terughalen
terugkrijgen
weer op krachten komen
se mettre au boulot
aan de slag gaan
een hamer
un marteau
clé à molette
engelse sleutel
een schroef
une vis
vis cruciforme
kruiskopschroef
desserrer une vis
een schroef losdraaien
donner un tour de vis à qqch.
iets vaster aanschroeven
een zaag
une scie
scie alternative
heen-en-weergaande zaag
scie articulée
kettingzaag
scie à bois
houtzaag
scie à chantourner
draaizaag
être fait pour
geschapen zijn voor, geschikt zijn voor, geknipt zijn voor
mater
kijken, rondkijken
regarder
motor, brommer (inf.)
bécane
gek worden
devenir marteau
little birdie told me, ik heb gehoord dat
mon petit doigt m'a dit
average Joe, a nobody
un Tartempion
Je suis sûr que c'est un Tartempion quelconque qui a obtenu mon poste - I'm sure it was some average Joe / some nobody who got my job.
vat, tank
une cuve
fermenteren
cuver
wijnoogst
jaargang
une cuvée
une ânerie
stommigheid
fragment, flard
une bribe
altijd en eeuwig
uitentreuren
sempiternellement (bijw.)
verse knoflook
ail nouveau