Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
27 Cards in this Set
- Front
- Back
eigen ingezetenen
|
alle economische eenheden die een permanent belangencentrum in een land hebben
|
|
vreemde ingezetenen
|
alle economische eenheden die een permanent belangencentrum in een ander land hebben
|
|
economische kringloop
|
financiële stromen van de ene economische huishouding naar de andere
|
|
imputeren
|
de monetaire waarde van een transactie ramen
(wanneer financiële transacties niet gepaard gaan met echte betaling en men toch alle transacties een financiële waarde wil geven; bv landbouwproducten door boeren zelf geconsumeerd) |
|
nationale boekhouding
|
geheel van rekeningen waarbij alle financiële transacties als een uitgave of ontvangst op een rekening worden geboekt
|
|
productieve inkomens
|
de vergoeding voor het ter beschikking stellen van productiefactoren (arbeid, kapitaal, bodem) aan bedrijven, overheid en buitenland.
|
|
ontvangsten van de gezinnen
|
-productieve inkomens
-niet-productieve inkomens |
|
niet-productieve inkomens
|
bevat de interest op de overheidsschuld, de uitkeringen van de RSZ, andere inkomensoverdrachten vanwege deoverheid (studiebeurzen, bouwpremies,…) en inkomensoverdrachten van het buitenland
|
|
beschikbaar gezinsinkomen
|
wat na de betaling van de overgedragen inkomens en de directe belastingen nog overblijft van de totale gezinsontvangsten
|
|
overgedragen inkomens
|
het betreffen inkomens waartegenover geen tegenprestatie staat in de vorm van het ter beschikking stellen van productiefactoren
|
|
BTW
|
Belasting op de Toegevoegde Waarde
|
|
optieken volgens dewelke de economische activiteit kan worden berekend
|
-productieoptiek
-inkomensoptiek -bestedingsoptiek |
|
productieoptiek
|
het optellen van de productie in de loop van het jaar;
de productie die binnen de gezinnen wordt gerealiseerd komt voor statistische raming niet in aanmerking |
|
loonwig
|
het verschil tussen de loonkost en het nettoloon van de werknemer
|
|
nationaal inkomen
|
Het betreft het totaal van gedurende een jaar aan de eigen productiefactoren betaalde productieve inkomens. Dit nationaal inkomen wordt verdiend door de gezinnen, de bedrijven en de overheid.
(inkomensoptiek) |
|
toegevoegde waarde
|
De TW van een bedrijf vormt de eigenlijke productie van het bedrijf in kwestie. Dit kan netto of bruto berekend worden naargelang men er de afschrijvingen bijtelt.
|
|
nationaal product
|
=netto product
de som van de door de ingezeten productiefactoren gerealiseerde finale goederen en diensten. |
|
binnenlands product
|
heeft betrekking op de binnen de grenzen van een land gerealiseerde finale goederen en diensten door zowel de eigen productiefactoren als door de buitenlandse productiefactoren die in de binnenlandse productieve sectoren van het land in kwestie tewerkgesteld waren.
|
|
impliciete deflator
|
door deling van het nationaal product van een bepaald jaar tegen werkelijke prijzen door het nationaal product van datzelfde jaar in constante prijzen.
|
|
consumptieprijsindex
|
de verhouding tussen de kostprijs van de in het basisjaar bepaalde indexkorf en de kostprijs van de indexkorf in het basisjaar. De consumptieprijsindex overschat de inflatie gedeeltelijk omdat de index onvoldoende corrigeert voor kwaliteitsverbeteringen, substitutie-effecten en het ontbreken van nieuwe producten in de in het basisjaar bepaalde indexkorf.
|
|
gezondheidsindex
|
bevat dezelfde goederen en diensten als de consumptieindex met uitzondering van de ‘schadelijke’ en fiscaal zwaar belaste producten tabak, alcohol, benzine en diesel.
|
|
wisselkoers
|
de prijs waartegen de ene munt op de markt tegen de andere wordt omgewisseld
|
|
koopkrachtpariteiten
|
het aantal eenheden van verschillende munten waarmee men in de onderscheiden landen eenzelfde goederenpakket kan kopen
-globaal -binair |
|
globale koopkrachtpariteiten
|
Door aggregatie op basis van gewogen gemiddelden ontstaan globale koopkrachtpariteiten, die men kan beschouwen als wisselkoersen die gecorrigeerd zijn voor de verschillen in koopkracht.
|
|
binaire koopkrachtpariteiten
|
Voor een bepaalde munt kan men bij eenzelfde product de verschillende bedragen vergelijken in de verschillende koersen, waardoor men de verhoudingen kan bepalen. (bv. $1 = €1.5 = £2)
|
|
zwarte economie
|
om belastingen te ontduiken, worden bepaalde economische bedrijvigheden niet aan de officiële instanties aangegeven en kunnen ze bijgevolg niet in het nationaal product worden opgenomen
|
|
human development index (HDI)
|
omvat: levensverwachting bij geboorte, aantal jaren scholing, nationaal inkomen per capita (via koopkrachtpariteiten), ongelijkheid, armoede-index, gender ongelijkheid, nettobesparingen in procent van het bruto nationaal inkomen (als indicator voor duurzaamheid) en aantal vluchtelingen
Wereldbank gebruikt dit om de economische ontwikkeling te meten |