• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/284

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

284 Cards in this Set

  • Front
  • Back
What is your name?
Wat is jouw naam?
My name is Liesbeth Pronk
Mijn naam is Liesbeth Pronk
What are you called?
Hoe heet jij?
What is your name?
Wat is jouw naam?
My name is Liesbeth Pronk
Mijn naam is Liesbeth Pronk
What are you called?
Hoe heet jij?
I am called Jan Kok
Ik heet Jan Kok
Where do you come from?
Waar kom jij vandaan
I come from London
Ik kom uit Londen
Hello
Hallo
Good morning
Goedemorgen
Good afternoon
Goedemiddag
Good evening
Goedenavond
How are you (formal /informal)
Hoe gaat het (met jou / met u)
excellent
uitstekend
fine
prima
good
goed
so so
t gaat wel
Are you an Englishman?
Bent u Engelsman?
No, I'm a Dutchman
Nee, ik ben Nederlander
Are you a German woman?
Bent u Duitse?
No, I'm a Dutchwoman
Nee, ik ben Nederlandse
Are you married?
Bent u getrouwd?
Yes, I'm married
Ja, ik ben getrouwd
Yes, I've got a wife and two children
Ja, ik heb een vrouw en twee kinderen
No, I'm not married, I'm divorced
Nee, ik ben niet getrouwd, ik ben geschieden
Do you speak (any) foreign languages?
Spreekt u vreemde talen?
Yes I speak a little German
Ja, ik spreek een beetje Duits
very good Dutch
erg goed Nederlands
quite good French
vrij goed Frans
fluent English
vloeiend Engels
No, I only speak Dutch
Nee, ik spreek alleen Nederlands
How do you like your new house?
Hoe bevalt het nieuwe huis?
I'm very pleased with our house
Ik been zeer tevreden met ons huis
Where do you live, in fact?
Waar woon je eigenlijk
I live in Harlem
Ik woon in Haarlem
I live on Laurier Street at number 20
Ik woon in de Laurierstraat op nummer 20
What sort of house is it?
Wat voer een woning (huis) is het?
It's a single family house
Het is een eengezinswoning
It's a five-room house
Het is een vijfkamerwoning
How big is the house?
Hoe groot is het huis?
It's quite big
Het is redelijk groot
How many rooms does your house have?
Hoeveel kamers heeft je huis?
It has (or there are) four rooms
Het heeft (or Er zijn) 4 kamers
Are the rooms quite large?
Zijn de kamers redelijk groot?
Yes, the living room is eight by five
Ja, de woonkamer is acht bij vijf
Is the house in a nice location?
Ligt het huis mooi?
Yes, it's close to the dunes
Ja, het ligt vlakbij de duinen
Do you pay a high rent?
Betaal je een hoge huur?
Yes, the rent is high
Ja, de huur is hoog
No, the rent is quite low
Nee, de huur is vrij laag
May I ask you something?
Mag ik u/je iets vragen
Do you know the area?
Bent u hier bekend?
Where is the school?
Waar is de school?
Do you know the way to the shopping street?
Weet u/je de weg naar de winkelstraat
I'm looking for the shopping street
Ik zoek de winkelstraat
Can I help you?
Kan ik u/je helpen?
You go/walk straight on
U/Je gaat/loopt rechtdoor
You go/walk/turn left/right
U/Je gaat/loopt slaat linksaf/rechtsaf
You go/walk to…
U/Je gaat/loopt tot
It is on the left/right
Het is aan de linker/rechterkant
It is on your left/right
Het is aan uw/je linker/rechterhand
Who's next?
Wie is er aan de beurt?
Just say it
Zegt u het maar/ zeg het maar
Who can I help?
Wie mag ik helpen?
May I have 500 grams of minced beef?
Mag ik 500 gram rundergehakt
A pound of matured cheese, please
Een pond belegen kaas, alstublieft
Do you have any green beans?
Heeft u sperziebonen?
May I have a little more?
Mag het een ietsje meer zijn?
Can it be a little less?
Een ietsje minder?
Yes, that can (Yes, of course)
Ja dat kan
I'd rather have a little more/less
Liever een ietsje meer/minder
Anything else?
Anders nog iets?
Yes, a box of eggs, please
Ja, een doosje eieren, alstublieft
No, thank you, I don't need anything else.
Nee, dank u, ik heb verder niets nodig
Was that all?
En dat was het?
Yes, that was all.
Ja, dat was het
No, could I have a pound of oranges please?
Nee, mag ik ook een pond sinaasappels
That's f 12,50 altogether please
(Dat is) f 12,50 bij elkaar
That's f 10,25
(Dat wordt) f 10,25
I need a box of eggs
Ik heb een doosje eieren nodig
I don't need any green beans
Ik heb geen sperziebonen nodig
I don't need anything (else).
Ik heb (verder) niets nodig
What floor are the ladies' fashions on?
Op welke etage vind ik de damesmode?
On the first floor
Op de eerste etage
on the ground floor
Op de begane grond
in the basement
in het souterrain
in the basement
in de kelder
Where are the changing rooms?
Waar zijn de paskamers?
At the back on the left
Achterin links
At the front on the right.
Voraan rechts
I'm looking for a green skirt
Ik zoek een groene rok
I'm just looking around
Ik kijk even rond
What is your size?
Welke maat hebt u?
I am / wear size 38
Ik heb/ draag maat 38
Could you take my measurements please?
Kunt u mijn maat nemen alstublieft?
Do you like it (clothes)?
Vindt u hem / het mooi?
Yes, it's nice
Ja, hij / het is wel mooi
It's gorgeous
hij / het is enig
Not really, no
Nee, eigenlijk niet
No I don't like it
Nee ik vind hem / het niet mooi
Does it fit?
Zit hij / het goed?
Yes, it fits really well
Ja, hij / het zit prima
No, it fits badly
Nee, hij / het zit slecht
It's a bit too big
Hij / het is een beetje te groot
It's much too small
Hij / het is veel te klein
Does it suit me?
Staat hij /het me goed?
It suits you
Hij / het staat u/je goed
No, it doesn't suit you
Nee, hij / het saat u/je niet
Do you want to try it on?
Wilt u hem/het passen?
May I try it on?
Mag ik hem/het passen?
This skirt is nicer than that skirt
Deze rok is mooier dan die rok
You have to take the train as far as Utrecht.
U moet de trein tot Utrecht nemen.
How many strips must I cancel?
Hoeveel strippen moet ik afstempelen?
One-way to Alkmaar, please
Een enkeltje Alkmaar graag.
Can I have a one-way ticket to Alkmaar?
Mag ik een enkele reis naar Alkmaar?
round trip to Groningen, please.
Een retourtje Groningen graag.
Can I have a round-trip ticket to Groningen?
Mag ik een retour naar Groningen?
Where do you want to go to?
Waar wilt u naartoe?
To the Merwerdesraat.
Naar de Merwedestraat
I want to go to the Merwerdestraat.
Ik wil naar de Merwedestraat
What time is it?
Hoe laat is het?
It's ten to one.
Het is tien voor één.
When does the train leave?
Hoe laat vertrekt de trein?
At five past eight.
Om vijf over acht.
It depends…
Dat hangt ervan af…
I should like a double room.
Ik wil graag een tweepersonskamer reserveren.
Have you got a single room available?
Heeft u een eenpersonskamer vrij?
Can we book a room for two nights?
Kunnen we een kamer voor twee nachten boeken?
Do you want a room with a bath or with a shower?
Wilt u een kamer met bad of met een douche?
We have enjoyed ourselves.
We hebben genoten.
I enjoyed myself.
Het is me prima bevallen.
I have enjoyed myself.
Ik heb het naar mijn zin gehad.
I am interested in art.
Ik ben geïnteresseerd in kunst.
I am not that interested in sports.
Ik ben niet zo geïnteresseerd in sport.
What a beautiful city!
Wat een mooie stad!
What lovely weather today, isn't it?
Wat een lekker weertje vandaag, hè?
What a nice dress you're wearing!
Wat een leuke jurk heb je!
How would you like to come tomorrow?
Heb je zin om morgen te komen?
Would you like to come to dinner tomorrow?
Kom je morgen bij ons eten?
I'd like to go to the film
Ik heb zin om naar de film te gaan.
I don’t feel like doing the shopping.
Ik heb geen zin om boodschappen te doen.
Could you pass me the salt?
Kun je me het zout even geven?
Can I have the ketjap, please?
Mag ik de ketjap even?
Would you like red wine or would you prefer lager.
Wil je rode wijn of heb je liever pils?
I prefer lager.
Ik heb liever pils / Liever pils.
As far as I'm concerend I can come tomorrow.
Wat mij betreft kan ik morgen komen.
That's OK with us.
Wat ons betreft is dat okee.
I am a vegetarian.
Ik ben vegetariër
We prefer to eat vegetarian food.
Wij eten liever vegetarisch
Are you planning to stay long in The Netherlands?
Zijn jullie van plan om lang in Nederland te blijven?
Is there a lot to do here?
Is er hier viel te doen?
What do you do in your spare time?
Wat doe je in je vrije tijd?
Do you have hobbies?
Heb je hobby's?
I can't stand sports
Ik heb een hekel aan sport
I can't stand that
Ik heb er een hekel aan
I like Rubens.
Ik hou van Rubens.
I don't like modern art.
Ik hou niet van moderne kunst.
I think Rubens' paintings are beautiful.
Ik vind Rubens' schilderijen mooi.
David thinks the antiques market is interesting.
David vindt de Antiekamarkt interessant.
David doesn't like waffles but Helen does.
David houdt niet van wafels, maar Helen houdt wel van wafels.
I do (not) like fries.
Ik vind patat (niet) lekker.
You like to eat fries.
Jij eet graag patat.
I feel like waffles.
Ik heb zin in een wafel.
I think that would be nice.
Het lijkt me leuk.
He thinks that would be a good idea.
Het lijkt hem een goed idee.
I think it is nice.
Ik denk dat het leuk is.
I think that's a good idea.
Dat is een goed idee, denk ik.
Would you like to go to the antiques markets?
Heb je zin om naar de Antiekmarkt te gaan?
Shall we go to the Rubenshuis?
Zullen we naar het Rubenshuis gaan?
Let's go to the Vogeltjesmarkt.
Laten we naar de Vogeltjesmarkt gaan.
I'd rather go to the Vogeltjesmarkt.
Ik ga liever naar de Vogeltjesmarkt.
I find coffee with sugar too sweet.
Ik vind koffie met suiker te zoet.
This wine is too tart, it's like vinegar.
Deze wijn is te zuur, het lijkt wel azijn.
I'll have to eat less salt.
Ik moet wat minder zout eten.
Grapefruit is a bit tart.
Garpefruits zijn een beetje bitter.
I can't get used to it here.
Ik kan hier niet wennen.
Are you getting used to life in The Netherlands?
Wen je al een beetje aan het leven in Nederland?
Have you already got accustomed to life in The Netherlands?
Ben je al gewend aan het leven in Nederland?
I feel at home here.
Ik voel me hier thuis.
I don't feel at home here.
Ik voel me hier niet thuis.
I'm looking for a job / post
Ik zoek een baan / betrekking.
I'm looking for permanent / temporary work.
Ik zoek vast / tijdelijk werk.
I'm looking for full-time / part-time work.
Ik zoek een volle / halve baan.
The advantage is that they know what the required diplomas are.
Het voordeel is dat ze weten wat de vereiste diploma's zijn.
Experience is an advantage for people who are looking for work.
Ervaring is een voordeel voor mensen die werk zoeken.
Long-term unemployment is, on the contrary, a disadvantage.
Langdurige werkloosheid is daarentegen een nadeel.
Can I use my qualifications here?
Is het mogelijk om mijn diploma's hier te gebruiken?
Is smoking permitted here?
Is roken hier toegestaan?
I studied eight subjects for my final exam.
Ik heb acht vakken gestudeerd voor het eindexamen.
My course comprises six subjects.
Ik heb zes vakken in mijn studiepakket.
I'm studying sociology (at university)
Mijn studierichting is sociologie.
I took the German exam.
Ik heb het examen Duits afgelegd.
I passed history
Ik ben geslaagd voor geschiednis.
I passed history
Ik heb een voldoende voor geschiednis (gekregen).
I failed math.
Ik ben gezakt voor wiskunde.
I failed math.
Ik heb een onvoldoende voor wiskunde (gerkregen).
I went to primary school
Ik ging naar de basisschool.
I was at secondary school.
Ik zat op de middelbare school.
I studied at Leiden University.
Ik studeerde aan de universiteit van Leiden.
Could I speak to Mr De Ligt please?
Zou ik meneer De Ligt kunnen spreken? (polite)
Could I speak to Mr De Ligt?
Kan ik even met meneer De Ligt spreken? (formal and informal)
Is Hans around?
Is Hans er? (informal)
Could you put me through to Mr De Ligt?
Kunt u me doorverbinden met meneer De Ligt?
Could you give me extension 289?
Kunt u me doorverbinden met toestel 289?
Could you give me extension 289?
Mag ik toestel 289?
Just a moment, please.
Ogenblikje, alstublieft
Just a moment, I'll have a look
Momentje, ik zal even kijken
I'll put you through.
I zal u doorverbinden.
I'll put you through.
Ik verbind u door.
The extension is busy.
Het toestel is in gesprek.
Will you hold on or ring back later?
Wilt u even wachten of belt u terug?
How long will it take / be?
Hoe lang duurt het?
It will (not) be (that) long.
Het duurt (niet zo) lang
We finished it in time?
We hebben het op tijd afgekregen
Is the bus on time?
Komt de bus op tijd?
approximately one hour
Ongeveer een uurtje.
approximately half an hour
Ongeveer een half uurtje.
approximately 15 minutes.
Ongeveer een kwartiertje.
approximately 10 minutes.
Ongeveer een minuut of tien.
Could you type this for me please?
Zou je dit voor me willen uittypen?
Would you mind getting me a coffee please?
Zou je een koffie voor me willen halen?
We came at about half past six.
We zijn rond half zeven gekomen.
We came at exactly seven o'clock.
We zijn precies om zeven uur gekomen.
You've just come.
Je bent net gekommen.
I've only been in The Netherlands for a few months.
Ik ben slechts een paar maanden in Nederland.
I started nearly a year ago.
Ik ben bijna een jaar geleden begonnen.
A bit less than a year of Dutch isn't very much.
Een klein jaar Nederlands is niet zo veel.
I lived in The Netherlands for a good two years.
Ik heb ruim twee jaar in Nederland gewoond.
We have to leave in about a quarter of an hour.
Wij moeten over ongeveer een kwartiertje weg.
You are right.
Je hebt gelijk.
I agree with you.
Ik ben het met je eens.
I agree with you that..
Ik ben met je eens dat..
I don't agree with you.
Ik ben het niet met je eens.
I agree (don’t agree) with you (about that).
Dat ben ik (niet) met je eens.
I agree with you about the fact.
Ik ben het met je eens over het feit.
I agree with you that most Dutch people speak English.
Ik ben het met je eens dat heel veel Nederlanders Engels spreken.
I am playing football.
Ik ben aan het voetballen.
I was playing football.
Ik was aan het voetballen.
He is working.
Hij is aan het werken.
The children are playing.
De kinderen zijn aan het leken.
I am reading.
Ik ben aan het lezen.
I couldn't have come any earlier.
Ik heb niet eerder kunnen komen.
I've had to work hard all my life.
Ik heb mijn hele leven hard moeten werken.
I've always wanted to paint.
Ik heb altijd willen schilderen.
Jan wasn't able to accept that job.
Jan heeft die baan niet kunnen aannemen.
You always had to work hard, didn't you?
Jullie hebben altijd hard moeten werken, he?
If only he had lived to see this.
Had hij dit maar mogen meemaken.
What do you mean?
Hoe bedoelt u/ bedoel je?
What did you say?
Wat zegt u / zeg je?
Could you speak more slowly?
Kunt u/ kun je wat langzamer spreken?
I don't understand you
Ik begrijp u / je niet.
I'd like to ask you about money
Ik wou graag uw / jouw advies vragen over geld.
Could you tell me where I can find the bank?
Kunt u / kun je me zeggen waar ik de bank kan vinden?
I'd like to know how much money I need.
Ik wou graag weten hoevel geld ik nodig heb.
Could you tell me where Warmoestraat is?
Zou u / zou je me kunnen zeggen waar ik de Warmoestraat kan vinden?
Do we have to go to a travel agent's first?
Moeten we eerst naar een reisbureau?
If I were you I'd (still) book a room.
In uw/jouw plaats zou ik (toch) een hotelkamer reserveren.
It is desirable to book.
Het is wenselijk om een reservering te maken.
Do it, otherwise going to a travel agent's will just waste time.
Doe maar, want naar een reisbureau lopen kost anders maar tijd.
In my opinion, it would be better to take your Eurocheques.
Volgens mij kunt u/ kun je beter uw Eurocheques meenemen.
Dear Katy (standard)
Beste Kay
Dear Ank (close friend)
Lieve Ank
Dear Ms Ott
Beste mevrouw Ott
Dear Mr Witte
Beste mijnheer Witte
best wishes
met hartelijke groeten
best wishes (very informal)
groetjes
love (people very close to)
liefs
with best regards (formal)
met vriendlijke groeten
Dear Sir
Geachte heer
Dear Madam
Geachte mevrouw
Dear Ms Smit
Geachte mevrouw Smit
Dear Mr Dees
Geachte heer Dees
Yours sincerely/faithfully
Hoogachtend
Congratulations
Van harte gefeliciteerd / gefeliciteerd
Congratulations on your birthday.
Gefeliciteered met je verjaardag.
Congratulations on your new baby.
Gefeliciteered met jullie nieuwe baby.
Congratulations on your marriage/ wedding.
Gefeliciteered met jullie huwelijk
Congratulations on your wedding anniversary.
Gefeliciteered met jullie huwelijksfeest.
Congratulations on getting your drivers' licence.
Gefeliciteered met het behalen van je rijbewijs.
I hope you have a good day.
Ik wens je /jullie een fijne/ prettige dag
Get better soon!
Van harte beterschap!
I hope you get better soon.
Ik hoop dat je gauw beter wordt.
A happy Christmas and a happy new year.
Prettige kerstdagen en een gelukkig nieuw jaar.