• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/116

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

116 Cards in this Set

  • Front
  • Back
Het water
water
De badkamer
bathroom
De huiskamer
livingroom
De douche
shower
De muis is in de doos.
The mouse is in the box.
De slaapkamer
bedroom
De kapstok
coat rack
De trap
stairs
De muur
brick wall
De muis
mouse
Het bed
bed
De stoel
chair
De w.c.
toilet
De keuken
kitchen
De zeep
soap
Het huis
house
De doos
box
De doek
rag
De tafel
table
De deur
door
Het is licht in huis.
The light are on in the house.
Het is donker in huis.
It is dark in the house.
kees is in de badkamer.
Kees is in the bathroom.
Kees gaat naar boven.
Kees goes up stairs.
Kees woont in een huis.
Kees lives in a house.
De muis zit niet onder de doos.
The mouse does not sit under the box.
Dit is moeilijk.
This is difficult.
Linda en Sanne gaan naar beneden.
Linda and Sanne goes down stairs.
Tim helpt in de keuken.
Tim helped in the kitchen.
Dit is makkelijk.
This is easy.
Kees valt van de trap.
Kees falls down the stairs.
Sanne kookt het water.
Sanne boiled the water.
De muis zit wel op de doos.
The mouse sit on the box.
Kees geeft de doek aan Linda.
Kees gives the rag to Linda.
Kees pakt de zeep.
Kees put the zoap down.
nul
zero
een
one
twee
two
drie
three
vier
four
vijf
five
zes
six
zeven
seven
acht
eight
negen
nine
Het oor
ear
Het haar
hair
De nek
neck
Het hoofd
head
De bil
butt
De rug
back
De bril
glasses
De neus
nose
De huid
skin
De nagel
nail
De teen
toe
Het lichaam
body
De vinger
finger
Het oog
eye
De tand
teeth
De arm
arm
De buik
stomach
De voet
foot
De knie
knee
Het gezicht
face
De kam
comb
De mond
mouth
De hand
hand
Het been
knee bend
De tong
toung
Sanne wijst naar Kees.
Sanne points to Kees.
Het is dinsdag.
It is tuesday.
De deur is dicht.
The door is shut.
Sanne luistert naar de radio.
Sanne listen to the radio.
Het haar is kort.
The hair is short
Het is maandag.
It is monday.
Het is woensdag.
It is wensday.
Het is donderdag.
It is thursday.
Het is vrijdag.
It is friday.
Het is zaterdag.
It is saturday.
Het is zondag.
It is sunday.
Het haar is lang.
The hair is long.
Kees praat met Tim.
Kees talks with Tim.
De deur is open.
The door is open.
Sanne ruikt aan de bloem.
Sanne smell the flower.
Samme kijkt naar de televisie.
Sanne watches the TV.
Linda knipt haar nagels.
Linda clipped her finger nails.
Sanne kamt het haar.
Sanne combs her hair.
Kees heeft een bril.
Kees has glasses.
tien
ten
elf
eleven
twaalf
twelve
dertien
thirteen
veetien
fourteen
vijftien
fifteen
zestien
sixteen
zeventien
seventeen
achttien
eighteen
negentien
nineteen
De plas
water puddle
De sneeuwpop
snowman
De regenboog
rainbow
De donder
thunder
De wolk
clear weather
De jas
jacket
De sneeuwbal
snowball
De wind
wind
De sneeuw
snow
De bliksem
lighting
De zon
sun
De regen
rain
De muts
snow hat
De zonnerbril
sun glasses
Het onweer
bad weather
De sjaal
scarf
De paraplu
umbrella