term1 Definition1term2 Definition2term3 Definition3
Please sign in to your Google account to access your documents:
4.12 Problemen met het klassieke geheugenmodel
In het klassiek cognitief geheugenmodel (Figuur 4.1.) gingen we ervan uit dat het kortetermijn- of werkgeheugen kan worden beschouwd als de bewuste ervaring van waarneming en denken.
Volgens dit model kan nieuwe informatie enkel worden ingeprent in het langetermijngeheugen wanneer ze bewust werd waargenomen in het kortetermijn geheugen.
Opdat deze nieuwe informatie ons toekomstig gedrag zou kunnen beïnvloeden, dient de informatie vanuit het langetermijngeheugen te worden opgehaald en naar het kortetermijngeheugen gebracht om opnieuw deel van ons bewuste denkproces te kunnen uitmaken.
Hoewel dit model een zeer goed uitgangspunt vormt om de geheugenwerking te begrijpen, kan het niet alle geheugenfenomenen verklaren.
Het model voldoet prima voor de theorievorming rond bewsute geheugenprocessen maar het kan niet worden ontkend dat een deel van ons geheugen op een meer onbewuste, impliciete manier totstandkomt.
Dit heeft de cognitieve pychologie ertoe geleid
twee grote geheugensystemen (die onderling kunnen worden verdeeld in subcategorieën) te onderscheiden, met name
-het impliciet en
-het expliciet geheugen
(Scha.eter, 1992; Squire, 1992a ; Tulving & Schacter, 1990) (Figuur 4.7.).
Figuur 4.7. Verschillende soorten van langetermijngeheugen .
Expliciet geheugen bevat informatie over
autobiografische gebeurtenissen (episodisch geheugen) en feitelijke kennis (semantisch geheugen).
De herinnering van dergelijke infonnatie noodzaakt een bewuste inspanning en kan worden gevat in declaratieve uitspraken zoals "Afgelopen kerstmis wa de hazenrug wel bijzonder smakelijk" of "Winter is het koudste seizoen".
Dit geheugen wordt expliciet genoemd, omdat het expliciet kan
worden gemeten door middel van tests die de persoon vragen zich bepaalde informatie te herinneren.
Expliciet geheugen wordt ook wel declaratief geheugen genoemd omdat de informatie in uitspraken kan worden gevat.
Het expliciet geheugen wordt verdeeld in
E
S
-het episodisch (autobiografisch) geheugen en
-het semantisch geheugen.
Tegenover het expliciet geheugen staat het impliciet geheugen dat wordt gedefinieerd als een geheugen dat
informatie bevat die gedragingen of gedachten kan beïnvloeden zonder tot het bewustzijn door te dringen .
Impliciet geheugen kan daarom ook niet rechtstreeks worden gemeten en omdat individuen deze relevante informatie niet kun nen omschrijven, wordt ook de term non-declaratief geheugen gebrujkt.
Het impliciet geheugen wordt onderverdeeld in meer primitieve leerprocessen zoals
-habituatie,
-sensitisatie en klassieke conrutionering ,
-procedureel geheugen (waaronder motorische vaardigheden, gewoonten en onbewust geleerde regels), alsook
-het leerproces dat priming wordt genoemd (zie verder).
Een belangrijke eigenschap van impliciete herinneringen is een extreme afhankelijkheid van
de onmiddellijke omstandigheden .
Een impliciete herinnering wordt enkel gebruikt om het gedrag te leiden op het moment dat een specifieke set van stimuli dit vereist.
Expliciete herinneringen daarentegen kunnen
worden opgehaald in situaties die heel anders zijn dan degene waarin zij oorspronkelijk werden verworven en dienen niet enkel om repetitief gedrag te leiden, maar ook om toekomstig gedrag te plannen en bestaande routines aan te passen.
Need help typing ? See our FAQ (opens in new window)
Please sign in to create this set. We'll bring you back here when you are done.
Discard Changes Sign in
Please sign in to add to folders.
Sign in
Don't have an account? Sign Up »
You have created 2 folders. Please upgrade to Cram Premium to create hundreds of folders!