• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/13

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

13 Cards in this Set

  • Front
  • Back

Recollection

Wanneer je iets uit het lange- of korte termijngeheugen ophaalt

Sensorische of zintuiglijke geheugen

Geheugen voor recente zintuigelijke indrukken. Grote capaciteit maar korte duur. Deze bestaat uit.


- Iconisch


- Echoisch

Iconische geheugen

Beeldgeheugen, heeft een grote capaciteit maar korte duur. Ca 0,5 secondes. Door een toon na de dia met letters te laten horen kunnen mensen gemakkelijk de desbetreffende rij ophalen omdat er blijkbaar korte tijd toegang is tot alle letters uit de dia.


- Whole report stopt bij 4,5 letters


- Partial report gaat nog gestaag omhoog na dat aantal.

Echoische geheugen

Auditieve sensorische geheugen. Dit is niet afhankelijk van aandacht of bewustzijn.


- Shadowing is een techniek waarbij deelnemers een boodschap moeten herhalen. De prestaties gaan na ongeveer 4 seconden sterk achteruit. Door backward- making kan de schaduwtechniek negatief beïnvloed worden. Een maskerende stimulus wordt dan vlakbij of vlak na de doelstimulus gepresenteerd. Het is dan moeilijker om het te herhalen.

Haptische geheuge

Sensorisch geheugen door aanraking

Hoe bruikbaar is informatie van het sensorisch geheugen?

- Het dooft snel uit


- Kan niet selecteren op bv cijfer of letter omdat dit verwerking nodig heeft.


- Gebruiken en manipuleren = werkgeheugen voor nodig.

Decay en displacement?

Decay is het uitdoven van informatie omdat er tijd overheen gaat.


Displacement is interferentie van andere stimuli waardoor je het vergeet.

Span of immediate memory

Ongeveer 7, geld voor zowel woorden, als cijfers, als letters.

Primacy effect


Recency effect

De eerste items zijn makkelijker te onthouden

De meest recente items uit een lijst worden het beste onthouden.


Negative recency effect

Minder goed kunnen onthouden van recent gegeven letters, cijfers of taken, in tegenstelling tot de letters, cijfers of taken die eerder gegeven zijn.

Proactieve interferentie

Oude informatie interfereert met nieuwe. Bv, kan geen spaans leren doordat ik frans al ken.

Retroactieve interferentie

Nieuw informatie interfereert met oude informatie.

Working memory theorie van A.D. Baddeley (4 componenten)

- Fonologische lus (Auditieve informatie)

- Visuospatieel kladblok (visuele informatie)


- Central executive (