• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/56

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

56 Cards in this Set

  • Front
  • Back
le croissant
de croissant
le petit déjeuner
het ontbijt
le pain
het brood
frais, fraiche
vers / koel
heureusement
gelukkig
la boulangerie
de bakker
chercher
halen / zoeken
donner
geven
la baguette
het stokbrood
s'il vous plaît
alstublieft
c'est ça
inderdaad / zo is het
avoir
hebben
le pain complet
het volkorenbrood
la femme
de vrouw
bien sûr
natuurlijk
merci
dank u wel
voilà
alstublieft (bij geven)
combien
hoeveel
au revoir
tot ziens
faire des courses
boodschappen doen
chez lui
bij hem (thuis)
il va
hij gaat
tous les matins
elke ochtend
bien cuit(e)
hardgebakken
comme d'habitude
zoals gewoonlijk
et avec ça?
anders nog iets?
ça sent bon
dat ruikt lekker
le fromage
de kaas
le dejeuner
de lunch
bon
goed; lekker
chez
bij, naar (iemand thuis, in de winkel, de praktijk etc.)
mon tour
mijn beurt
qu'est-ce que
wat
le (fromage de) chevre
geitenkaas
le camembert
de camembert
le lait
de melk
le morceau
het stuk
le brie
de brie
cher, chere
duur
autre chose
iets anders
le litre
de liter
la boite
1 de doos 2 het blik
l'oeuf (m)
het ei
aujourd'hui
vandaag
non
nee
le beurre
de boter
maintenant
nu
vraiment
echt, werkelijk
choisir
kiezen
le marchand
de handelaar, de koopman
c'est vous?
bent u aan de beurt?
desirer
wensen
au lait cru
rauwmelks
en promotion
in de reclame
la livre
het pond
une demi-livre
een half pond