• Shuffle
    Toggle On
    Toggle Off
  • Alphabetize
    Toggle On
    Toggle Off
  • Front First
    Toggle On
    Toggle Off
  • Both Sides
    Toggle On
    Toggle Off
  • Read
    Toggle On
    Toggle Off
Reading...
Front

Card Range To Study

through

image

Play button

image

Play button

image

Progress

1/400

Click to flip

Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;

Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;

H to show hint;

A reads text to speech;

400 Cards in this Set

  • Front
  • Back
  • 3rd side (hint)
bad
het bad
geen (pl: baden)
bader
de bader*
-er, persoon
badmuts
de badmuts*
de muts, geen
badmatje
het badmatje*
het matje, -je
badlaken
het badlaken*
het laken, geen
badolie
de badolie*
de olie, -ie
badzeep
de badzeep*
de zeep, geen
badzout
het badzout
het zout, geen. ook wel: de zout, maar niet in samenstellingen
bak
de bak
geen
bakbeest
het bakbeest*
het beest, geen
bakeliet
het bakeliet*
-iet, geen persoon
bakfiets
de bakfiets*
de fiets, geen
baken
het baken
geen
baker
de baker
-er, persoon
bakmeel
het bakmeel*
het meel, geen
bal (dansfeest)
het bal
geen
bal (rond, voorwerp)
de bal
geen
balkon
het balkon
geen
ballenjongen
de ballenjongen*
de jongen, persoon
balorigheid
de balorigheid*
-heid
ballet
het ballet
-ET
ballon
de ballon
geen
blazoen
het blazoen
geen
Blaricum
het Blaricum*
plaatsnaam/land
bankbiljet
het bankbiljet*
het biljet, -ET
bankgeheim
het bankgeheim*
het geheim, ge + 1
bankmedewerker
de bankmedewerker*
de medewerker, -er, persoon
bank
de bank
geen
banket
het banket*
-ET
banketstaaf
de banketstaaf*
de staaf, geen
bankroet
het bankroet*
het roet, geen
bankwebsite*
de bankwebsite*
de website, geen
bataljon
het bataljon
geen
bed
het bed
geen
beddelaken
het beddelaken*
het laken, geen
bedwants
de bedwants*
de wants, diersoort, geen boerderijdier
bedankje
het bedankje*
-je
bedevaart
de bedevaart*
de vaart, werkwoordsstam
bedaagdheid
de bedaagdheid*
-heid
bedoeling
de bedoeling*
-ing
bedroefenis
de bedroefenis*
-nis
baedeker
de baedeker
-er (gids, leidraad)
bedankje
het bedankje*
-je
bedoening
de bedoening*
-ing
bediening
de bediening*
-ing
bedieningspaneel
het bedieningspaneel*
het paneel, -eel
bedienster
de bedienster*
-(st)er, persoon
bedrag
het bedrag
be+ 1
bede
de bede
geen
belager
de belager
-er, persoon
betrokkenheid
de betrokkenheid*
-heid
betoging
de betoging*
-ing
bedrijf
het bedrijf
be + 1
bedrijvigheid
de bedrijvigheid*
-heid
bedrijfsdeskundige
de bedrijfsdeskundige*
-e, persoon
bedrog
het bedrog*
be + 1
bedoeling
de bedoeling*
-ing
bevlogenheid
de bevlogenheid*
-heid
beeld
het beeld
geen
beeltenis
de beeltenis*
-nis
beeldengalerij
de beeldengalerij*
de galerij, -ij
beeldhouwwerk
het beeldhouwwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
beeldspraak
de beeldspraak*
de spraak, werkwoordsstam
beeldscherm
het beeldscherm*
het scherm, geen
beeldvorming
de beeldvorming*
de vorming, -ing
been
het been
geen
beenbeschermer
de beenbeschermer*
de beschermer, er
benenwagen
de benenwagen*
de wagen, geen
beest
het beest
geen
beestenboel
de beestenboel*
de boel, geen
bestiarium
het bestiarium*
-um
bestialiteit
de bestialiteit*
-teit
beetje
het beetje*
-je
beet
de beet*
werkwoordsstam: bijten
begin
het begin*
be+ 1
beglazing
de beglazing*
-ing
begroting
de begroting*
-ing
begrip
het begrip*
be + 1
beginsel
het beginsel
werkwoordsstam-sel
begrip
het begrip*
be + 1
begaanbaarheid
de begaanbaarheidheid
-heid
begroeting
de begroeting*
-ing
behang
het behang*
be + 1
behagen
het behagen(*)
infinitief
beheksing
de beheksing*
-ing
beheersbaarheid
de beheersbaarheid*
-heid
behoud
het behoud*
be+ 1
behoudzaamheid
de behoudzaamheid*
-heid
behouder
de behouder*
-er, persoon
bejaarden(te)huis
het bejaarden(te)huis*
het (te)huis, geen
bejaardenactiviteit
de bejaardenactiviteit*
de activiteit, -teit
bejaardenwerk
het bejaardenwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
bekken
het bekken
geen
bekkenbodem
de bekkenbodem*
de bodem, geen
bekkenbodeminstabiliteit
de bekkenbodeminstabiliteit*
de stabiliteit, -teit
belang
het belang*
be + 1
belangstelling
de belangstelling*
-ing
belastingstelsel
het belastingstelsel*
het stelsel. -sel
belastingheffing
de belastingheffing*
de heffing, -ing
belastingaanslag
de belastingaanslag
de aanslag, werkwoordsstam slaan
beleg
het beleg
be+ 1
belegger
de belegger*
-er
belegging
de belegging*
-ing
beleggingsfonds
het geleggingsfonds*
het fonds, geen
beleggingsfondsbeheerder
de beleggingsfondsbeheerder*
beheerder, -er
beleggingsfondsbeheer
het beleggingsfondsbeheer*
het beheer, be + 1
beleid
het beleid*
be + 1
beleidsmaker
de beleidsmaker*
de maker, -er, persoon
beletsel
het beletsel*
be-werkwoordsstam+sel
beginsel
het beginsel*
be-werkwoordsstam+sel
bedeksel
het beginsel*
be-werkwoordsstam+sel
beltegoed
het beltegoed*
te + 1
beleving
de beleving*
-ing
belletje
het belletje*
-je
benedenhuis
het benedenhuis*
het huis, geen
benedenwoning
de benedenwoning*
de woning, ing
benedenvertrek
het benedenvertrek*
het vertrek, ver + 1
benzinestation
het benzinestation*
het station, geen
benzinevoorziening
de benzinevoorziening*
de voorziening, -ing
benzinetank
de benzinetank*
de tank, geen
beraad
het beraad*
be + 1
beraadslaging
de beraadslaging*
-ing
berover
de berover*
-er, persoon
bereik
het bereik*
be + 1
beredenering
de beredenering*
-ing
berereiding
de bereiding*
-ing
bericht
het bericht*
be + 1
berichtvenster
het berichtvenster*
het venster, uitzondering op -er=de
berichtenlijst
de berichtenlijst*
de lijst, geen
beroep
het beroep*
be + 1
beroepengids
de beroepengids*
de gids geen/persoon
beroepskeuze
de beroepskeuze
de keuze, werkwoordsstam
beroepsgeheim
het beroepsgeheim*
het geheim, ge + 1
berouw
het berouw*
be + 1
berouwenis
de berouwenis*
-nis
berouwenaar
de berouwenaar*
-aar, persoon
besef
het besef*
be + 1
beslag
het beslag*
be + 1
beslaglegging
de beslaglegging*
-ing
besluit
het besluit
be+ 1
besluitvorming
de besluitvorming*
de vorming, -ing
besluitenlijst
de besluitenlijst*
de lijst, geen
bestaan
het bestaan*
be + 1
bestaansmiddel
het bestaansmiddel*
het middel, --
bestaansrecht
het bestaansrecht*
het recht,--
bestand
het bestand*
be + 1
bestandshandhaving
de bestandshandhaving*
de handhaving, -ing
bestandsbeheer
het bestandsbeheer*
het beheer, be + 1
bestek
het bestek
be + 1
bestemmingsplan
het bestemmingsplan*
het plan, --
bestuurdersplaats
de bestuurdersplaats*
de plaats, --
bestel
het bestel*
be +1
bestelling
de bestelling*
-ing
bestelbon
de bestelbon
de bon, --
bestemming
de bestemming*
-ing
bestemmingsplan
het bestemmingsplan*
het plan, --
bestemmingsverkeer
het bestemmingsverkeer*
het verkeer, ver + 1
bestrijdingsmiddel
het bestrijdingsmiddel*
het middel, --
bestrijdingsplan
het bestrijdingsplan*
het plan, --
bestuuur
het bestuur*
be + 1
bestuursmaatregel
de bestuursmaatregel*
de regel, --
bestuurder
de bestuurder*
-er, persoon
bestuurslid
het bestuurslid*
het lid, --
bestuursrecht
het bestuursrecht*
het recht, --
beton
het beton(*)
(bouw)materiaal
betonstorter
de betonstorter*
-er, persoon
betonmix
de betonmix*
de mix, --
betoog
het betoog
be + i
betoogtrant
de betoogtrant*
de trant, --
betoogtechniek
de betoogtechniek*
-iek, ica
bevel
het bevel*
be + 1
bevelvoerder
de bevelvoerder*
-er, persoon
bevelsstructuur
de bevelsstructuur*
de structuur, -uur
bevolkingsregister
het bevolkingsregister*
het register, uitzondering op -er = de
bevolkongsonderzoek
het bevolkingsonderzoek*
het onderzoek, uitzondering op werkwoordsstam = de
bewijs
het bewijs*
be + 1
bewijsmiddel
het bewijsmiddel*
het middel, --
bewijskracht
de bewijskracht*
de kracht, +/- werkwoordsstam
bewijsmateriaal
het bewijsmateriaal*
materiaal, -aal, geen persoon
bewind
het bewind*
be + 1
bewindvoerder
de bewindvoerder*
-er, persoon
bewindspersoon
de bewindspersoon
persoon = mens van vlees en bloed
bewustzijn
het bewustzijn*
infinitief
bewustzijnstoestand
de bewustzijnstoestand*
de toestand, stand, werkwoordsstam
bewustzijnsverhoging
de bewustzijnsverhoging*
de verhoging, -ing
bezit
het bezit*
be + 1
bezitsverhouding
de bezitsverhouding*
de verhouding, -ing
bezitting
de bezitting*
-ing
bezoek
het bezoek*
be + 1
bezoekregeling
de bezoekregeling*
de regeling, -ing
bezoekreglement
het bezoekreglement*
het reglement, -ment, geen persoon
bezwaar
het bezwaar*
be+ 1
bezwaring
de bezwaring*
-ing
bezwaarprocedure
de bezwaarprocedure*
de procedure, -ure
bezwaarschrift
het bezwaarschrift*
het schrift, uitzondering op werkwoordssam = de
bier
het bier
--
biertje
het biertje*
-je
bierbrouwerij
de bierbrouwerij*
de brouwerij, -ij
bijbaantje
het bijbaantje*
het baantje, -je
bijbedoeling
de bijbedoeling*
de bedoeling, -ing
bijgebouw
het bijgebouw*
het gebouw, ge + 1
bijgeloof
het bijgeloof*
het geloof, ge + 1
bijvrouw
de bijvrouw*
de vrouw, persoon
bijwoord
het biiwoord*
het woord, --
bijbedoeling
de bijbedoeling*
-ing
bijverdienste
de bijverdienste*
-te/-de
biljart
het biljart
--
billenkoek
de billenkoek*
de koek,--
bil
de bil
--
biljet
het biljet
--
biljetje
het biljetje*
-je
briljant
de briljant*
materiaal, gesteente
binnenland
het binnenland*
het land, --
binnenkant
de binnenkant*
de kant (zijde)
binnenwerk
het binnenwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
binnenpret
de binnenpret*
de pret, --
binnenpretje
het binnenpretje*
-je
bisdom
het bisdom
--
bisschop
de bisschop*
persoon
biscuit
de/het biscuit
--
beschuit
het beschuit*
be + 1
beschuitbus
de beschuitbus*
de bus, --
blad
het blad
--
bladzijde
de bladzijde*
-te/-de
bladwijzer
de bladwijzer*
de wijzer, -er
bladerdeeg
het bladerdeeg*
het deeg, --
blasfemie
de blasfemie*
-ie
blater
de blater*
-er
blik (materiaal)
het blik*
metaal
blik (oogopslag)
de blik
--
blikje
het blikje*
-je
bliksoep
de bliksoep*
de soep, --
bloed
het bloed
--
bloedverdunner
de bloedverdunner*
de verdunner, -er
bloedplaatje
het bloedplaatje*
het plaatje, -je
bloedbad
het bloedbad*
het bad, --
bloedvergieten
het bloedvergieten*
infinitief
bloedverwant
de bloedverwant
de verwant, persoon gaat voor ver + 1
bloedkoraal
het bloedkoraal*
het koraal, -aal is geen persoon
bloedvlek
de bloedvlek*
de vlek = vervuiling
bloeding
de bloeding*
-ing
bloemencorso
het bloemencorso*
het corso, --
bloem
de bloem
--
bloempje (kleine bloem)
het bloempje*
-je
bloemetje (boeket)
het bloemetje*
-je
bloemkool
de bloemkool*
plant
bloemstuk
het bloemstuk*
het stuk, --
bloemenkweker
de bloemenkweker*
de kweker, -er
blok
het blok
--
blokkendoos
de blokkendoos*
de doos, --
board
het board
--
boardingticket
het boardingticket*
het ticket, --
bod
het bod
uitzondering op werkwoordsstam = de
bodega
de bodega
--
boter
de boter*
-er
boeddhisme
het boeddhisme*
-sme
boer
de boer*
persoon
boezem
de boezem
--
boeg
de boeg
--
boegbeeld
het boegbeeld*
het beeld, --
boekenkast
de boekenkast*
de kast, -st
boek
het boek
--
boekenlegger
de boekenlegger*
de legger, -er
boekjaar
het boekjaar*
het jaar, --
boekmaand
de boekmaand*
de maand, --
bollenveld
het bollenveld*
het veld, --
ballenbak
de ballenbak*
de bak, --
bollengekte
de bollengekte*
de gekte, -te/-de
bol
de bol
--
bolletje
het bolletje*
-je
bolling
de bolling*
-ing
bolwerk
het bolwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordssam = de
bocht (kromming)
de bocht
--
bocht (onsmakelijke vloeistof)
het bocht
--
bok
de bok*
dier
bombardement
het bombardement*
-ment, geen persoon
bombardering
de bombardering*
-ing
bondgenoot
de bondgenoot
genoot, persoon, gaat voor ge + 1 = het
bond
de bond*
werkwoordsstam = binden
bont
het bont
--
boor
de boor*
werkwoordsstam = boren
boormachine
de boormachine*
de machine, -ine
booreiland
het booreiland*
het land, het eiland, --
bord
het bord
--
borst
de borst
-st
borstbeen
het borstbeen*
het been, --
borstje
het borstje*
-je
bordeel
het bordeel*
-eel, is geen persoon
bordeelbezoeker
de bordeelbezoeker*
de bezoeker, -er, persoon
bordeelverbod
het bordeelverbod*
het verbod, ver + 1
bordes
het bordes
--
borderlinepatiënt
de borderlinepatiënt*
persoon
bos
het bos
--
bosje
het bosje*
-je
bosrand
de bosrand*
de rand, --
bosbeheer
het bosbeheer*
het beheer, be + 1
bosbeheerder
de bosbeheerder*
-er, persoon
bot
het bot
--
botje
het botje*
-je
botterik
de botterik*
persoon
bottleneck
de bottleneck
--
bouw
de bouw*
werkwoordsstam bouwen
bouwplaats
de bouwplaats*
de plaats, --
bouwjaar
het bouwjaar*
het jaar, --
bouwvergunning
de bouwvergunning*
de vergunning, -ing
bouwwerk
het bouwwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
bovenverdieping
de bovenverdieping*
de verdieping, -ing
bovenetage
de bovenetage*
de etage, -age
bovenhuis
het bovenhuis*
het huis, --
braakneiging
de braakneiging*
de neiging, -ing
braakbal
de braakbal*
de bal, --
braaksel
het braaksel*
-sel
braam
de braam*
vrucht
brevier
het brevier
uitzondering op -er/-ier = de
braille
het braille, het brailleschrift*
het schrift, uitzondering op werkwoordsstam = de
brunette
de brunette*
persoon
blondine
de blondine*
persoon
buste
de buste*
-te.-de
bustehouder
de bustehouder (BH)*
-er (maar meestal geen persoon)
breekijzer
het brekijzer*
het ijzer, metaal
breuk
de breuk*
werkwoordsstam breken
breekpunt
het breekpunt*
het punt (abstract)
breker
de breker*
-er
braderie
de braderie*
-ie
brein
het brein
--
breiwerk
het breiwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
breinaald
de breinaald*
de naald, --
brief
de brief
--
briefhoofd
het briefhoofd*
het hoofd, --
briefpapier
het briefpapier*
het papier, uitzondering op -ier = de
briefgeheim
het briefgeheim*
het geheim, ge + 1
broeikas
de broeikas*
de kas, --
broer
de broer*
persoon
broedmachine
de broedmachine*
de machine, -ine
broeikaseffect
het broeikaseffect*
het effect, -ct
broek
de broek
--
broekje
het broekje*
-je
broertje
het broertje*
-je gaat voor persoon
brok
het brok
--
brokkenpiloot
de brokkenpiloot*
de piloot, persoon
broddelwerk
het broddelwerk*
het werk, uitzondering op werkwoordsstam = de
brokstuk
het brokstuk*
het stuk, --
bron
de bron
--
brombeer
de brombeer*
de beer,dier, "brombeer " is een persoon
brons
het brons*
metaal
bronwater
het bronwater*
het water, --
bromtoon
de bromtoon*
de toon, --
brood
het brood
--
broodrooster
de broodrooster*
-er
broodbeleg
het broodbeleg*
het beleg, be + 1
broodkruim
het broodkruim*
het kruim, --
broodprijs
de broodprijs*
de prijs, --
broodje
het broodje*
-je
brouwerij
de brouwerij*
-ij
bierbrouwer
de bierbrouwer*
de brouwer, -er
brouwsel
het brouwsel*
-sel
bruid
de bruid*
persoon
bruiloft
de bruiloft
--
bruidsmeisje
het bruidsmeisje*
het meisje, -je gaat voor persoon
bruidegom
de bruidegom*
persoon
bruidstaart
de bruidstaart*
de taart, --
bruidspaar
het bruidspaar*
het paar, --
bruto-inkomen
het bruto-inkomen*
het inkomen, infinitief
bruto nationaal product (BNP)
het bruto nationaal product*
product, ct
bruto gewicht
het bruto gewicht*
het gewicht, ge + 1
bubbelbad
het bubbelbad*
het bad, --
bubbelwijn
de bubbelwijn*
de wijn, --
buffel
de buffel*
dier
budget
het budget
-ET
budgettering
de budgettering*
-ing
budgetbeheerder
de budgetbeheerder*
beherder, -er
buffet
het buffet*
-ET
bajonet
de bajonet
uitzondering op -ET = het
buiteling
de buiteling*
-ing
buit
de buit
--
buitenhuis
het buitenhuis*
het huis, --
buitendienst
de buitendienst*
de dienst, -st
buitenland
het buitenland*
het land, --
buitenlander
de buitenlander*
persoon
buitenlandse
de buitenlandse*
persoon
buitenspel
het buitenspel
het spel, uitzondering op werkwoordsstam = de
buitenkans
de buitenkans*
de kans, --
bulletin
het bulletin
--
bungalow
de bungalow
--
bungalowpark
het bungalowpark*
het park, --
bunzing
de bunzing*
dier
bureau
het bureau
--
bureaustoel
de bureaustoel*
de stoel,--
bureaulegger
de bureaulegger*
de legger, -er
busstation
het busstation*
het station, --
butagas
het butagas*
het gas, --
banaliteit
de banaliteit*
-teit
buurland
het buurland*
het land, --
buurman
de buurman*
de man, persoon
buurthuis
het buurthuis*
het huis, --
buurvrouw
de buurvrouw*
de vrouw, persoon
bugel
de bugel
--
boerka
de boerka*
-a
bestuur
het bestuur*
be + 1
besturing
de besturing*
-ing