Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
36 Cards in this Set
- Front
- Back
Zenuwstelsel diploblasten |
Sensibele zenuwen die tactiele, chemische en visuele informatie vervoeren, motorische neuronen die ervoor zorgen dat hierop een actie ontstaat |
|
Zenuwstelsel triploblasten
|
Centraal gecoördineerde structuur. Waar centraal zenuwstelsel. |
|
Zenuwstelsel overige ongewervelden |
1 of 2 ventraal gelegen centrale strengen met ganglia. Meest craniale ganglion begint dominantie te vertonen (cephalisatie). Eerste tekenen hersenen. |
|
Zenuwstelsel gewervelden |
Dorsale strengen die ruggenmerg vertegenwoordigen en een hele dominante ganglion die de hersenen is. |
|
4 stappen neurulatie |
1. Vorming neurale plaat 2. Vorming neurale groeve 3. Vorming neurale wallen 4. Fusie neurale wallen |
|
Vorming neurale plaat |
Chorda dorsalis gaat inducerende substantie uitscheiden naar bovengelegen ectoderm. Dit gaat prolifereren en neurale plaat vormen. |
|
Vorming neurale groeven |
In midden van neurale plaat, van craniaal naar caudaal, over de hele lengte een groeve. |
|
Vorming neurale wallen |
Aan beide kanten van de neurale groeve gaat ectoderm omhoog en vormt de neurale wallen. Komt doordat mesoderm naar chorda dorsalis gaat verdikken (somietvorming) en doordat neuroectoderm aan bovenzijde smaller wordt. |
|
Fusie neurale wallen |
Toppen van neurale wallen komt zichter bij elkaar totdat ze fuseren. De neurale buis wordt gesloten. Hieroverheen vormt de huid. |
|
Wat vormen de neurale lijstcellen |
- Melanocyten - Ganglia - Cellen van Schwann - Kraakbeen van kieuwbogen en bijniermerg |
|
Waaruit ontstaat de oogbeker |
Diencephalon |
|
Retina |
Deel van het oog waar de oogbeker uit ontstaan (neuraal weefsel). Bij hoge vertebraten kan lichtinformatie niet door het schedel heen. |
|
Lens ontstaat uit |
Ectoderm |
|
3 flexura van de hersenblaasjes |
- Flexura cranialis (mesensephalon) - Flexura cervicalis (ruggenmerg/hersenen) - Flexura pontis (metencephalon/myelencephalon) |
|
Waar + functie plexus choroideus |
Bij diencephalon en maakt hersenvocht (liquor) |
|
Hersenstam bestaat ui |
Pons en medulla |
|
Anencephalie |
Neurale buis sluit craniaal niet goed. Vaak gepaard met open ruggenmerg in cervicaal gebied. |
|
Meningokèle |
Alleen hersenvliezen puilen naar buiten |
|
Meningo-encefalokèle |
Ook gedeelte hersenen puilt uit |
|
Miningohydro-encefalokèle |
Ook deel van de ventrikel puilt uit |
|
Tectum belangrijk voor |
onbewuste reflexmarige bewegingen en oogrichting |
|
Functie cerebellum |
Coördinatie en regulatie van motorische activiteiten. Is dus groter bij dieren als de zalm en duiven |
|
Functie sulci en gyri |
Oppervlaktevergroting bij zoogdieren |
|
Welk hersenblaasje is groter bij vertebraten? |
Mesencephalon
|
|
Waar chiasma opticum
|
Diencephalon |
|
Dura mater ontstaan uit |
Mesoderm |
|
Zachte hersenvliezen ontstaan uit |
Neurale lijstcellen (altijd gokken dit he)
|
|
Bloedvoorziening hersenen |
aa. carotis internae (voorste) en aa. vertebralis (achterste) |
|
Voordeel cirkel van Willes |
Als 1 ader is verstopt is er nog een ander.
|
|
Voordeel + nadeel bloed-hersenbarrière |
Voordeel: in stand houden intern milieu Nadeel: bepaalde medicijnen kunnen er niet doorheen |
|
Waar wervelboog |
Buitenkant |
|
Waar wervellichaam |
Binnenkant |
|
Spinaal ganglion |
Gaat vanaf zintuig naar het ruggenmerg, e ontvangen en geven meteen door. Heeft een overschakeling in sinaps. |
|
Ruggenmerg eindigd bij |
L1-L2 |
|
Welke hersenvlies(zen) lopen door tot sacrale gebied |
Dura mater en arachnoid |
|
Cauda equina |
Bestaat uit dorsale en ventrale wortels |